Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels jasper
› 73 Vocabulaire général: La société (deel 2)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels jasper
, deel 8
73 Vocabulaire général: La société (deel 2)
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
sociale zekerheid = la Sécurité sociale (kosten) terugbetalen = rembourser (des frais) de ziekteverzekering = l'assurance-maladie de verslaving = la toxicomanie een verslaafde = un toxicomane / un drogué het alcoholmisbruik = l'abus d'alcool de tabaksverslaving = le tabagisme (hard / soft) drug = une drogue (dure / douce) de preventie = la prévention een preventiecampagne = une campagne de prévention de fysieke / psychische afhankelijkheid = le dépendance physique / psychique een dealer = un dealer / un tradiquant legaliseren = légaliser bestraffen = sanctionner / punir de armoedegrens = le seuil de pauvreté onder de armoedegrens leven = vivre au-dessous du seuil de pauvreté een dakloze = un sans-abri / un SDF de immigratie = l'immigration het gastland = le pays d'accueil het land van herkomst = le pays d'origine ontvangen = accueillir emigreren = émigrer iemand uitwijzen, het land uit zetten = expulser qqn een immigrant = un immigré iemand zonder papieren, een illegaal = un sans-papier / un immigré clandestin een vluchteling = un réfugié een asielzoeker = un demandeur d'asile een regularisatie = une régularisation de nationaliteit verwerven = acquérir la nationalité een verblijfsvergunning = un permis de séjour een werkvergunning = un permis de travail een rijbewijs = un permis de conduire een stad = une ville een dorp = un village het platteland = la campagne buitenwijken = la banlieu stedelijk / ruraal = urbain / rural stedelijk beleid = la politique urbaine het verkeer = la circulation / le trafic een vervoersmiddel = un moyen de transport openbaar vervoer = les transports en commun / les transports publics zich verplaatsen / een traject afleggen = se déplacer / faire un trajet te voet / met de fiets / met de auto / met de trein = à pied / en vélo / en voiture / en train het spitsuur = l'heure de pointe op het spitsuur = aux heures de pointe het wegennet = le réseau routier een file = un embouteillage / un bouchon een fietspad = une piste cyclable
Ingezonden op 06-05-2013 - 1204x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!