Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

grandes lignes, deel 1

4 alle woordjes

Jaar 1 (havo/vwo)

malade = ziek
fatigué= moe
grave = erg, ernstig
être en retard = te laat zijn
avoir mal = pijn hebben
partout = overal
le dos = de rug
le bras = de arm
la jambe = het been
la tête = het hoofd
la bouche = de mond
le muscle = de spier
la peau = de huid
la fièvre = de koorts
le médecin = de huisarts
le rendez-vous = de afspraak
l'interro= de schriftelijke overhoring
bouger = bewegen
penser = denken
appeler = bellen
espérer = hopen
il faut = je moet
bien sûr = natuurlijk
heureusement = gelukkig
possible = mogelijk
à tout à l'heure = tot straks
hier = gisteren
déjà = al
le corps = het lichaam
l'oeil = het oog
les yeux = de ogen
le nez = de neus
l'oreille = het oor
la dent = de tand
le pied = de voet
la main = de hand
le doigt = de vinger
l'os = het bot
les os = de botten
le cheveu = de haar
les cheveux = de haren
le coeur = het hart
le sang = het bloed
l'adulte = de volwassene
le monde = de wereld
l'aliment = het voedingsmiddel
découvrir = ontdekken
avoir besoin de = nodig hebben
moins = minder
plus = meer
c'est-à-dire = dat wil zeggen
son propre = zijn eigen
la santé = de gezondheid
l'hôpital = het ziekenhuis
le plâtre = het gips
la béquille = de kruk
la radio = de röntgenfoto
le docteur = de arts
l'infirmière = de verpleegster
l'épaule = de schouder
le ventre = de buik
le mouvement = de beweging
l'exercice = de oefening
sain = gezond
ensuite = vervolgens
la semaine dernière = vorige week
la semaine prochaine = volgende week
le vélo = de fiets
la voiture = de auto
bête = stom
terrible = vreselijk
quelques = enkele
faire attention = opletten
marcher = lopen
répéter = herhalen
glisser = uitglijden
montrer = laten zien
mesurer = meten
obtenir = verkrijgen
de gezondheid = la santé
gezond = sain
het lichaam = le corps
het hoofd = la tête
het oog = l'oeil
de ogen = les yeux
de neus = le nez
de mond = la bouche
het oor = l'oreille
de rug = le dos
de buik = le ventre
de arm = le bras
de hand = la main
het been = la jambe
de voet = le pied
de spier = le muscle
het hart = le coeur
ziek = malade
moe = fatigué
erg, ernstig = grave
de koorts = la fièvre
de huisarts = le médecin
de afspraak = le rendez-vous
gisteren = hier
vandaag = aujourd'hui
morgen = demain
vanmiddag = cet après-midi
vorige week = la semaine dernière
volgende week = la semaine prochaine
het ongeluk = l'accident
het bloed = le sang
het ziekenhuis = l'hôpital
het gips = le plâtre
de dokter = le docteur
de verpleegster = l'infirmière 
het medicijn = le médicament
de oefening = l'exercice
de beweging = le mouvement
bewegen = bouger
herhalen = répéter
lopen = marcher
opletten = faire attention
pijn hebben = avoir mal
overal = partout
al = déjà
gelukkig = heureusement
minder = moins
meer = plus
natuurlijk = bien sûr

Ingezonden op 24-05-2013 - 1229x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 29-05-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

los ook te vinden via grandes lignes toetsen- eigen methode

Vakken

grandes lignes, deel 1

4 alle woordjes