Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
atdam 3U
› 0 Latijn moeilijke woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
atdam 3U
0 Latijn moeilijke woorden
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
accedere = komen ; komen naar ; aankomen ; naderen accidere = gebeuren accusare = aanklagen ; beschuldigen agere = doen ; handelen ; onderhandelen alter = de een ; de andere aspectus = aanblik atrox = afgrijselijk ; gruwelijk ; verschrikkelijk coercere = in bedwang houden ; bestraffen ; straffen cogere = bijeenbrengen ; verzamelen ; dwingen cogitare = denken ; bedenken ; overwegen concedere = toestaan ; afstaan ; geven condere = stichten ; bouwen conficere = afmaken ; maken ; voltooien conscendere = bestijgen ; beklimmen ; aan boord gaan consulere = beraadslagen ; overleggen ; overwegen ; zorgen voor ; om raad vragen ; raadplegen currus = wagen decus = sieraad ; eer ; roem deese = ontbreken ; weg zijn delere = verwoesten ; vernietigen deliberare = nadenken ; nadenken over diripere = plunderen ; verwoesten discrimen = onderscheid ; gevaar ; gevaarlijke situatie disponere = verdelen ; ordenen divitiae = rijkdom dolus = list ; bedrog explere = vervullen ; uitvoeren facilis = gemakkelijk forte = toevallig fugare = op de vlucht jagen ; verjagen ; verdrijven gens = geslacht ; stam ; volk heres = erfgenaam hospes = gast ; gastheer imminere = bedreigen ; dreigen impetrare = gedaan krijgen ; verkrijgen impetus = aanval insidiae = hinderlaag ; aanslag interdum = soms ; af en toe iter = weg ; pad ; reis ; tocht iudicium = rechtbank ; vonnis laetus = blij ; vrolijk latus = breed magis = meer ; liever metus = vrees miscere = mengen ; verwarren ; in de war sturen modus = manier ; maat ; wijze monere = waarschuwen ; aansporen ; aanraden ; herinneren multitudo = menigte ; massa necare = doden ; ombrengen nex = dood ; moord nuper = onlangs ; kortgeleden obsidere = belegeren ; bezetten obtemperare = gehoorzamen orbis = kring ; kringloop parare = voorbereiden ; gereedmaken par_e_re = gehoorzamen parere = verwerven ; behalen parum = te weinig patere = openstaan perterrere = hevig laten schrikken ; erg bank maken plenus = vol ; vol van poenas dare = gestraft worden poscere = verlangen ; eisen praeda = buit privare = beroven van prodere = verraden ; onthullen ; overleveren ; meedelen proelium = gevecht ; strijd propositum = plan ; voornemen punire = bestraffen ; straffen quit = hoe veel ; wat veel recipere = opnemen ; ontvangen respicere = omkijken ; denken aan ; zorgen voor ; rekening houden met salvus = behouden ; intact scelus = misdaad ; misdrijf sinere = toelaten ; toestaan ; laten stupere = versteld staan ; bewonderen supplex = smekend ; smekeling tantum = slechts ; alleen totus = geheel ; heel tribuere = verlenen ; geven tutus = veilig valere = gezond zijn ; sterk zijn ; gelden virtus = dapperheid ; moed vituperare = afkeuren ; bekritiseren ; kritiek leveren vultus = gezicht haud = niet ; geenszins talis = dergelijk ; zodanig ; zo'n ; zulk ; zo groot fides = trouw ; vertrouwen ; betrouwbaarheid ; belofte ; toezegging facies = uiterlijk ; gezicht potare = drinken ; opdrinken ; zuipen ; hijsen nimis = al te zeer ; te zeer ; te veel ; te abstinere = zich onthouden van quotannis = jaarlijks ; elk jaar libenter = graag ; met plezier praeter = langs ; behalve caedes = moord ; bloedbad fallere = bedriegen ; misleiden ; om de tuin leiden temptare = proberen ; aanvallen saxum = rots ; rotsblok ; steen detegere = onthullen ; blootleggen vastus = woest ; reusachtig exstruere = oprichten ; bouwen quondam = eens ianua = deuropening ; deur ; ingang vindicare = opeisen ; vorderen ; aanspraak maken op beneficium = weldaad ; gunst postremo = ten slotte spondere = beloven ; toezeggen munus = geschenk ; taak sperenere = versmaden ; afwijzen ; verachten ; minachten contingere = aanraken ; gelukken ; lukken pernicies = verderf ; ondergang peragere = volbrengen ; voltooien ; ten uitvoer brengen invitus = onvrijwillig ; met tegenzin contendere = zich inspannen ; zich haasten ; snellen ; strijden ; vechten gratus = dankbaar ; aangenaam preces = smeekbede ; gebed ; verzoek volvere = wentelen ; rollen condicio = voorwaarde ; toestand propter = wegens ; door ardere = branden ; gloeien valetudo = gezondheid ; gezondheidstoestand nondum = nog niet invidere = benijden ; misgunnen ; jaloers zijn op neve = en niet ; en dat niet ; en opdat niet terror - schrik ; angst vitare = mijden ; ontwijken ignarus = onwetend ; onkundig ; zonder te weten conspicere = in het oog krijgen ; zien ; bekijken gravis = zwaar ; ernstig murbus = ziekte certare = strijden ; twisten over repetere = terugeisen ; opeisen ; herhalen decipere = bedriegen prohibere = verhinderen ; tegenhouden ; beletten audere = durven ; wagen contemnere = verachten ; minachten impedire = verhinderen ; hinderen ; belemmeren sepulcrum = graf expetere = streven naar ; zoeken ; wensen ; verlangen dolor = smart ; verdriet ; pijn absumere = verbruiken ; vernietigen ; verteren
Ingezonden op 25-05-2013 - 1466x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!