Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Esperanto cursus
› 18 Alle lessen in één.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Esperanto cursus
, deel 18
18 Alle lessen in één.
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
La = De, het La patro = De vader La kapo = Het hoofd La tablo = De tafel La nazo = De neus La knabo = De jongen La strato = De straat La mano = De hand La planko = De plank La arbo = De boom La parto = Het deel La lampo = De lamp La parko = Het park La festo = Het feest La besto = Het dier La stelo = De ster La azeno = De ezel La orelo = Het oor La somero = De zomer La filo = De zoon La amiko = De vriend La libro = Het boek La lito = het bed La birdo = De vogel La piro = De peer Mi = Ik Ni = Wij Li = Hij La floro = De bloem La onklo = De oom La rozo = De roos La pomo = De appel La domo = Het huis La tondro = De donder La muro = De muur La frukto = De vrucht La urbo = De stad La suno = De zon unu = Eén du = Twee La hundo = De hond nun = Nu La infano = Het kind La sinjoro = De heer La letero = De brief La tulipo = De tulp La kolombo = De duif La familio = Het gezin La folio = Het blad La leono = De leeuw La lernanto = De leerling La najbaro = De buurman La boato = De boot La biero = Het bier La piedo = De voet La heroo = De held Lui = Huren Sed = Maar Kaj = En Sur = Op De = Van Kio = Wat Tio = Dat En = In La tero = De aarde Sidi = Zitten Esti = Zijn Fali = Vallen Brili = Schijnen Mi estas = Ik ben Li estas = Hij is Ni estas = Wij zijn Mi falas = Ik val Li falas = Hij valt Ni falas = Wij vallen La paco = De vrede La celo = Het doel La placo = Het plein La tago = De dag La cigno = De zwaan La tigro = De tijger La glaso = Het glas La fingro = De vinger La angulo = De hoek La gazeto = De krant La vango = De wang La vetero = Het weer La viro = De man La divano = De divan La vazo = De vaas La avo = De grootvader La vino = De wijn La vivo = Het leven Bela = Mooi Bona = Goed Granda = Groot Fremda = Vreemd Forta = Sterk La bona viro = De goede man La bonaj viroj = De goede mannen La bela infano = Het mooie kind La belaj infanoj = De mooie kinderen Nigra = Zwart Varma = Warm Griza = Grijs Longa = Lang Pala = Bleek Dika = Dik Bruna = Bruin Mola = Zacht Al = Naar Verda = Groen Blinda = Blind Blua = Blauw Juna = Jong Tuta = Geheel Sana = Gezond Kia = Hoe, wat voor Kontenta = Tevreden Multa = Veel La frato = De broer La patrino = De moeder La fratino = De zus La azenino = De ezelin La heroino = De heldin La virino = De vrouw Malkontenta = Ontevreden Malbona = Slecht La amo = De liefde La malamo = De haat La malamiko = De vijand Mallonga = Kort Malgranda = Klein Kanti = Zingen Dormi = Slapen Iri = Gaan Havi = Hebben Legi = Lezen Ricevi = Ontvangen Promeni = Wandelen Stari = Staan Ludi = Spelen Doni = Geven Bonan tagon = Goedendag Bonan matenon = Goedemorgen Bonan vesperon = Goedenavond Bonan nokton = Goedenacht Bonvolu = Alsjeblieft? Jen = Alsjeblieft! Dankon = Dank je wel Koran dankon = Hartelijk bedankt La cxambro = De kamer La cxerizo = De kers La cxapelo = De hoed Dimancxo = Zondag La cxielo = De lucht La cxagreno = Het verdriet La cxokolado = De chocolade La cxapo = De pet, muts La vocxo = De stem La etagxo = De etage La fromagxo = De kaas La vizagxo = Het gezicht La segxo = De stoel La pagxo = De bladzijde La gxardeno = De tuin La gxojo = De vreugde Mangxi = Eten Pregxi = Bidden Logxi = Wonen La ehxo = De echo La hxaoso = De chaos Jxus = Zojuist Jxeti = Werpen, gooien Tatuajxo = Tatoeage La sxafo = Het schaap La tapisxo = Het vloerkleed La posxo = De zak La sxtono = De steen La busxo = De mond La sxranko = De kast Auxdi = Horen Morgaux = Morgen Ankaux = Ook Jxauxdo = Donderdag Euxropo = Europa Neuxtrala = Neutraal Vi (enkelvoud) = Jij, u Sxi = Zij (enkelvoud) Gxi = Het Vi (meervoud) = Jullie Ili = Zij (meervoud) Vi (enkelvoud) falas = Jij, u valt Sxi falas = Zij valt Gxi falas = Het valt Vi (meervoud) falas = Jullie vallen Ili falas = Zij vallen Mi falis = Ik viel Vi (enkelvoud) falis = Jij, u viel Li falis = Hij viel Sxi falis = Zij viel Gxi falis = Het viel Ni falis = Wij vielen Vi (meervoud) falis = Jullie vielen Ili falis = Zij vielen Mi falos = Ik zal vallen Vi (enkelvoud) falos = Jij, u zult vallen Li falos = Hij zal vallen Sxi falos = Zij zal vallen Gxi falos = Het zal vallen Ni falos = Wij zullen vallen Vi falos = Jullie zullen vallen Ili falos = Zij zullen vallen Kusxi = Liggen Paroli = Praten Flugi = Vliegen Pezi = Wegen (als in zwaar zijn) Labori = Werken La salono = De zaal La maro = De zee La homo = De mens La plafono = Het plafond La nomo = De naam La kato = De kat La skatolo = De doos Kiu = Welke, wie Tri = Drie Kvar = Vier La objekto = Het voorwerp Inter = Tussen Nova = Nieuw Flava = Geel Kun = Met Rugxa = Rood Apud = Naast Mia = Mijn Nia = Nia Devi = Moeten Interesa = Interessant Nun = Nu La tagoj de la semajno = De dagen van de week Lundo = Maandag Mardo = Dinsdag Merkredo = Woensdag Vendredo = Vrijdag Sabato = Zaterdag Knabo = Jongen Knabeto = Jongetje Hundo = Hond Hundeto = Hondje Ridi = Lachen Rideti = Glimlachen Dormeti = Sluimeren Varmeta = Lauw Malvarma = Koud Malvarmeta = Koel Varmega = Heet Ricxa = Rijk Ricxega = Steenrijk Maljuna = Oud Maljunega = Stokoud Pluvo = Regen Pluvego = Stortregen Vento = Wind Ventego = Storm Belega = Prachtig La infano dormas bone = Het kind slaapt goed La infano bone dormas = Het kind slaapt goed La knaboj lauxte ploras = De jongens huilen hard La knaboj ploras lauxte = De jongens huilen hard La fenestro = Het venster La mateno = De ochtend La vintro = De winter La sxuo = De schoen Via = Jouw, uw, jullie Hodiaux = Vandaag Hieraux = Gisteren Kara = Lief Ne = Nee, niet, geen Vidi = Zien Akvo = Water La fisxo = De vis La forno = De kachel La vespero = De avond Kvin = Vijf Koridoro = Gang Veni = Komen Komforta = Gerieflijk Jes = Ja Antaux = Ook Malantaux = Achter Revuo = Tijdschrift Gxis morgaux = Tot morgen Kiel vi fartas? = Hoe gaat het? Dankon, tre bone = Dank je, heel goed Bonan apetiton = Eet smakelijk Li lernas Esperanton = Hij leert Esperanto El la gxardeno Klaas sxtelas pomon = Uit de tuin steelt Klaas een appel Li deziras bonan vesperon = Hij wenst goedenavond Cxu vi skribas al via amikino longan leteron? = Schrijft u aan uw vriendin een lange brief? Ni vizitas niajn amikojn = Wij bezoeken onze vrienden La infano amas la patron kaj la patrinon = Het kind houdt van de vader en de moeder Morgaux ni vizitos la kunvenon de la Esperanto-kurso = Morgen bezoeken wij de bijeenkomst van de Esperantocursus Lingvo = Taal Okulo = Oog Blanka = Wit Post = Na Orelo = Oor Banano = Banaan Biciklo = Fiets Mordi = Bijten Porti = Dragen Ses = Zes Diri = Zeggen Ke = Dat Lin = Hem Acxeti = Kopen Kombi = Kammen Veturi = Rijden Tondi = Knippen Trancxi = Snijden Helpi = Helpen Flugilo = Vleugel Kombilo = Kam Veturilo = Rijtuig Tondilo = Schaar Trancxilo = Mes Helpilo = Hulpmiddel Presi = Drukken Instrui = Onderwijzen Baki = Bakken Gxardeno = Tuin Arto = Kunst Dento = Tand Sxuo = Schoen Presisto = Drukker Instruisto = Onderwijzer Bakisto = Bakker Gxardenisto = Tuinier Artisto = Kunstenaar Dentisto = Tandarts Sxuisto = Schoenmaker Cxevalo = Paard Cxevalido = Veulen Sxafo = Schaap Sxafido = Lam Regxo = Koning Regxido = Prins El = Uit Gxis = Tot Laux = Langs Preter = Voorbij Tra = Door Li pasxis en la gxardeno = Hij liep in de tuin Li pasxis en la gxardenon = Hij liep de tuin in La libro estas sur la tablo = Het boek ligt op de tafel Li metas la libron sur la tablon = Hij legt het boek op de tafel Mi iras al la urbo = Ik ga naar de stad La vazo falis de la table = De vaas viel van de tafel Li venas el la domo = Hij komt uit het huis Ili iris laux la rivero = Zij gingen langs de rivier Ni promenos gxis la placo = Wij zullen tot het plein wandelen Li pasxis preter mi sen saluto = Hij liep mij zonder groet voorbij Ili iris tra la malplena strato = Zij gingen door de lege straat Lumo = Licht Kudri = Naaien Voli = Willen Demandi = Vragen Konduktoro = Conducteur Pri = Over, betreffende Alia = Andere Haki = Hakken Salti = Springen Gladi = Strijken Tramo = Tram Vesto = Kledingstuk Verki = Schrijven (van een boek) Jaro = Jaar Saluton = Hallo Gxis revido = Tot ziens Gxis baldaux = Tot spoedig Kiel eble plej granda = Zo groot mogelijk Lerni = Leren Bovo = Rund Lernejo = School Laborejo = Werkplaats Pregxejo = Kerk Legejo = Leeszaal Bovejo = Koeienstal Sxipo = Schip Urbo = Stad Sxipestro = Kapitein Urbestro = Burgermeester Lernejestro = Schoolhoofd Grizulo = Grijsaard Malsana = Ziek Malsanulo = Zieke Tatui = Tatoeëren Konstrui = Bouwen Belajxo = Iets moois Konstruajxo = Gebouw Bovajxo = Rundvlees Pedanta = Eigenwijs Kvazaux = Alsof, als het ware Felicxa = Gelukkig Avara = Gierig Sagxa = Wijs, verstandig Neniu = Geen enkel, niemand Nenio = Niets Cxio = Alles Kiam = Wanneer, toen Diversa = Verschillend Tre = Erg Mono = Geld Kompreni = Begrijpen Oni = Men Perdi = Verliezen Mensogi = Liegen Pentri = (Kunst)schilderen Dek du = Twaalf Monato = Maand Lasta = Laatste Ankoraux = Nog Por = Voor, ten behoeve van, om te Kosti = Kosten Ami = Liefhebben Deziri = Wensen Vivi = Leven Viziti = Bezoeken Gxoji = Blij zijn Kuragxi = Durven La kanto = Het lied La devo = De plicht La deziro = De wens La promeno = De wandeling La vizito = Het bezoek Frata = Broederlijk Gxojo = Vreugde Kuragxo = Moed Kuragxa = Moedig Benko = Bank Gxardenbenko = Tuinbank Birdo = Vogel Akvobirdo = Watervogel Dormo = Slaap Cxambro = Kamer Dormcxambro = Slaapkamer Unu = Eén Du = Twee Sep = Zeven Ok = Acht Naux = Negen Dek = Tien Dek unu = Elf Dek tri = Dertien Dudek = Twintig Dudek unu = Eénentwintig Dudek du = Tweeëntwintig Dudek naux = Negenentwintig Tridek = Dertig Kvardek = Veertig Kvindek = Vijftig Sepdek = Zeventig Nauxdek = Negentig Cent = Honderd Kvincent = Vijfhonderd Mil = Duizend Dek mil = Tienduizend Januaro = Januari Februaro = Februari Marto = Maart Aprilo = April Majo = Mei Junio = Juni Julio = Juli Auxgusto = Augustus Septembro = September Oktobro = Oktober Novembro = November Decembro = December Vi (Enkelvoud) = Jij, u Via = Jouw, uw Lia = Zijn Sxia = Haar Gxia = Zijn/haar Nia = Ons, onze Via = Jullie Ilia = Hun Mia Gxardeno = Mijn tuin Sxia biciklo = Haar fiets Via letero = Uw brief Grandaj domoj = Grote huizen Niaj domoj = Onze huizen Niaj grandaj domoj = Onze grote huizen Kial = Waarom Kie = Waar Vojo = Weg Popolo = Volk Stacidomo = Station Bezoni = Nodig hebben Montri = Wijzen, tonen Nagxi = Zwemmen Dangxera = Gevaarlijk Cxar = Want, omdat Kiel = Hoe (op welke manier) Trafiko = Verkeer Monto = Berg La mezo = Het midden Per = Met (door middel van) Kuiri = Koken (bereiden) Alta = Hoog Komuna = Gemeenschappelijk Metro = Meter Rakonti = Vertellen Inviti = Uitnodigen Vojagxi = Reizen Esperi = Hopen Atendi = Wachten Pacienco = Geduld Posxtmarko = Postzegel Vortaro = Woordenboek Sanstato = Gezondheid Cxi tiu = Dit, deze Kelkaj = Enkele, enige Apenaux = Nauwelijks Volonte = Graag Denove = Opnieuw, weer Jam = Reeds, al Konstati = Vaststellen Sxpari = Sparen Akcepti = Aannemen Korespondi = Corresponderen Ferioj = Vakantie Saluto = Groet Koro = Hart Sukceso = Succes Adreso = Adres Timo = Angst, vrees Envia = Jaloers Baldaux = Spoedig, gauw Kompreneble = Natuurlijk Do = Dus Agrabla = Aangenaam Anstataux = In plaats van Antaux = Voor (plaats) Cxe = Bij Cxirkaux = Rondom Dum = Gedurende Ekster = Buiten Kontraux = Tegen(over) Krom = Behalve Kun = Met (samen met) Malantaux = Achter (plaats) Malgraux = Ondanks Pri = Over Pro = Wegens Sen = Zonder Sub = Onder Super = Boven Trans = Over Du =Twee Tri =Drie Kvindek tri = Drieënvijftig Okdek kvin = Vijfentachtig Nauxdek naux = Negenennegentig Unua = Eerste Tria = Derde Deka = Tiende Dek-unua leciono = Elfde les Kiu = Welke, wie Kio = Wat Kia = Hoe (wat voor soort) Kies = Wiens Kie = Waar Kial = Waarom Kiam = Wanneer Kiom = Hoeveel Kiu vi estas? = Wie bent u? Kion li diras? = Wat zegt hij? Kiajn florojn vi vidas? = Wat voor bloemen ziet u? Kies libro kusxas sur la tablo? = Wiens boek ligt op de tafel? Kie kusxas via libro? = Waar ligt uw boek? Kial li lernas? = Waarom leert hij? Kiam sxi venos? = Wanneer komt zij? Kiel li kantas? = Hoe zingt hij? Kiom estas unu plus unu? = Hoeveel is één plus één? Kiom da floroj? = Hoeveel bloemen? Patro = Vader Sinjoro = Meneer Filo = Zoon Amiko = Vriend Gepatroj = Ouders Gesinjoroj = Dames en heren Gefiloj = Zoons en dochters Geamikoj = Vrienden en vriendinnen Amsterdamo = Amsterdam Kurso = Cursus Eksterlando = Buitenland Nederlando = Nederland Sama partio = Zelfde partij Vilagxo = Dorp Amsterdamano = Amsterdammer Kursano = Cursist Urbano = Stedeling Eksterlandano = Buitenlander Nederlandano = Nederlander Sampartiano = Partijgenoot Vilagxano = Dorpeling Printempo = Lente Domo = Huis Piedo = Voet Vocxo = Stem Naskigxi = Geboren worden Vino = Wijn Pordo = Deur Deziro = Wens Tago = Dag Libro = Boek Botelo = Fles Dompordo = Huisdeur Bondeziro = Gelukwens Novjaro = Nieuwjaar Piediri = Te voet gaan vocxdoni = Stemmen Naskigxtago = Geboortedag Legolibro = Leesboek Akvofalo = Waterval Vinbotelo = Wijnfles Li povas legi = Hij kan lezen Vi devas diri al mi vian nomon = U moet mij uw naam zeggen Ni ne povas dormi = Wij kunnen niet slapen Li devos lerni = Hij zal moeten leren Ni deziras foriri = Wij willen weg gaan Ni komencos lerni Esperanton = Wij zullen beginnen Esperanto te leren Mi deziras legi = Ik wil lezen La leganta knabo = De lezende jongen La parolanto sinjoro = De sprekende meneer La ridanta knabino = Het lachende meisje La lernantaj infanoj = De lerende kinderen Ni vidas la dancantajn infanojn = Wij zien de dansende kinderen La fluganta birdo = De vliegende vogel La dormantaj gepatroj = De slapende ouders La parolanto = De spreker La ridantoj = De lachers La parolantino = De spreekster La lernantino = De leerlinge La biciklanto = De fietser La biciklisto = De Wielrenner Arbo = Boom Vorto = Woord Vagono = Wagon Sxipano = Schepeling Ilo = Werktuig Estro = Hoofd, baas Ano = Lid Arbaro = Bos Vagonaro = Trein Montaro = Bergketen, gebergte Adresaro = Adresboek Sxipanaro = Bemanning Ilaro = Gereedschap Estraro = Bestuur Anaro = Alle leden tezamen Malamiko = Vijand Malhelpi = Hinderen La malo = Het tegenovergestelde Kia = Hoe (wat voor soort) Kies = Wiens Kiam = Wanneer Tiu = Die Tia = Zo'n Ties = Diens Tie = Daar Tial = Daarom Tiam = Toen, op dat moment, dan Tiel = Zo, op die manier Kiu regalis? = Wie trakteerde? Tiu regalis = Die trakteerde Kio kusxas sur la tablo? = Wat ligt er op de tafel? Tio kusxas sur la tablo = Dat ligt op de tafel Kia estas la libro? = Hoe is het boek? Tia estas la libro = Zo is het boek Kies domo staras apud via domo? = Wiens huis staat naast jullie huis? Ties domo = Diens huis Kie estas la stacidomo? = Waar is het station? Kial vi ploras? = Waarom huil je? Tial mi ploras = Daarom huil ik Kiam li venis? = Wanneer kwam hij? Tiam li venis = Toen kwam hij Kiel la knabino kantas? = Hoe zingt het meisje? Tiel la knabino kantas = Zo zingt het meisje Kofro = Koffer Muso = Muis Flari = Ruiken Pano = Brood Aux = Of Regali = Trakteren Ponto = Brug Plezuro = Plezier Aviadilo = Vliegtuig Fajro = Vuur Mi donas la libron al Johano = Ik geef het boek aan Jan Anstataux Johano venas Petro = In plaats van Jan komt Piet Li logxas cxe li = Hij woont bij hem Li logxas apud ni = Hij woont naast ons La libro kusxas sur la tablo = Het boek ligt op de tafel La suno brilas tra la fenestro = De zon schijnt door het raam Mi iras gxis Parizo = Ik ga tot Parijs La hundo de la najbaro = De hond van de buurman Dum unu semajno li estis malsana = Gedurende één week was hij ziek Mi sidas en la cxambro = Ik zit in de kamer Mi iras el la cxambro = Ik ga uit de kamer La tablo staras inter la fenestroj = De tafel staat tussen de ramen Li logxas inter sxi kaj mi = Hij woont tussen haar en mij Li promenas kun du hundoj = Hij wandelt met twee honden Li vojagxas sen kofro = Hij reist zonder koffer Post sabato venas dimancxo = Na zaterdag komt zondag La hundo kusxas antaux la forno = De hond ligt voor de kachel La kato kusxas malantaux la forno = De kat ligt achter de kachel Sub la lito iras muso = Onder het bed gaat een muis Super la maro flugas aviadilo = Boven de zee vliegt een vliegtuig Li trancxas la panon per la trancxilo = Hij snijdt het brood met het mes Mi staris ekster la domo = Ik stond buiten het huis Ili sidis cxirkaux la fajro = Ze zaten rond het vuur Telefono = Telefoon Telegrafio = Telegrafie Masxino = Machine Teorio = Theorie Fratino = Zus Frato = Broer Bopatro = Schoonvader Bofratino = Schoonzus Bofrato = Zwager Bogepatroj = Schoonouders Sendi = Zenden Bati = Slaan Semi = Zaaien Disiri = Uiteengaan Dissendi = Rondzenden Disbati = Uiteenslaan Dissemi = Rondzaaien Sablo = Zand Negxo = Sneeuw Ligno = Hout Panero = Broodkruimel Sablero = Zandkorrel Negxero = Sneeuwvlok Monero = Geldstuk Lignero = Houtsplinter Pluvero = Regendruppel Fajrero = Vonk Trinki = Drinken Atingi = Bereiken Uzi = Gebruiken Legebla = Leesbaar Videabla = Zichtbaar Trinkebla = Drinkbaar Atingebla = Bereikbaar Uzebla = Bruikbaar Auxdebla = Hoorbaar Akceptebla = Aannemenlijk La domo estas acxetebla? = Is het huis te koop? Konvinki = Overtuigen La viro estas konvinkebla = De man is te overtuigen Rompi = Breken Vitro = Glas Kajero = Schrift Kuri = Rennen Tro = Te, te zeer, te veel Rivero = Rivier Kurteno = Gordijn Eraro = Fout, vergissing Fari = Doen, maken Aparteni al = Behoren aan, zijn van Cxiuj = Allen Diligenta = IJverig Opinii = Van mening zijn Pli bela = Mooier Pli granda = Groter La plej bela = Het mooist La plej granda = Het grootst Mia patro estas la plej forta viro = Mijn vader is de sterkste man La rugxa krajono estas la plej longa = Het rode potlood is het langst En tiu butiko oni povas acxeti pli bonajn librojn = In die winkel kan men betere boeken kopen Karlo estas granda = Karel is groot Petro estas pli granda, sed Johano estas la plej granda = Piet is groter, maar Jan is de grootste Sxi estas la plej bona leranto el la klaso = Zij is de beste leerling van de klas El tiuj libroj la verda estas la plej dika = Van die boeken is de groene het dikst Sxi kantas bele = Zij zingt mooi Sxi kantas pli bele = Zij zingt mooier Sxi kantas plej bele = Zij zingt het mooist Li estas la plej inteligenta = Hij is de intelligentste Li estas la plej inteligenta lernanto = Hij is de intelligentste leerling Li kantas plej bele = Hij zingt het mooist Karlo estas malpli longa ol Petro = Karel is minder lang dan Piet Li skribas malpli bele ol sxi = Hij schrijft minder mooi dan zij Tiel ... kiel = Net zo als Same ... kiel = Even als Relegi = Herlezen Rediri = Herhalen Tiri = Trekken Resendi = Terugzenden Rebati = Terugslaan Reveni = Terugkomen Resalti = Terugspringen Retiri = Terugtrekken Pura = Rein Purigi = Reinigen Kontentigi = Tevreden stellen Varmigi = Verwarmen Beligi = Mooi maken Gasto = Gast Entuziasmo = Enthousiasme Gastigi = Te gast maken Entuziasmigi = Enthousiast maken Mi purigas la cxambron = Ik maak de kamer schoon La knabo estas leganta = De jongen is aan het lezen La infanoj estas lernantaj = De kinderen zijn aan het leren Li estas veninta = Hij is gekomen Li estis veninta = Hij was gekomen Ni estas promenintaj = Wij hebben gewandeld Ni estis promenintaj = Wij hadden gewandeld La infanoj estas ludintaj = De kinderen hebben gespeeld La infanoj estis ludintaj = De kinderen hadden gespeeld La viroj estis konstruintaj la domon = De mannen hadden het huis gebouwd La gepatroj estis promenintaj kun la infanoj en la arbaro = De ouders hadden met de kinderen in het bos gewandeld La vojagxantoj estis venintaj per auxtobuso = De reizigers waren met de bus gekomen La lernantoj estis kantintaj en la lernejo = De leerlingen hadde op school gezongen Libera = Vrij Entuziasmo = Enthousiast Vespero = Avond Sxtono = Steen Paligxi = Verbleken Liberigxi = Vrij komen Ricxigxi = Rijk worden Resanigxi = Herstellen Entuziasmigxi = Enthousiast worden Tagigxas = Dag worden Vesperigxas = De avond valt Anigxi = Lid worden Sxtonigxi = Verstenen Resanigi = Genezen La kuracisto resanigis la virinon = De dokter genas de vrouw La vortoj de la prezidanto entuziasmigis la homojn = De woorden van de voorzitter maakten de mensen enthousiast Post du semjnoj la knabo resanigxis = Na twee weken werd de jongen weer beter Post la vortoj de la prezidanto la homoj entuziasmigxis = Na de woorden van de voorzitter werden de mensen enthousiast La knabino rugxigxis = Het meisje bloosde La fresxa vento rugxigis la vangojn de la knabino = De frisse wind maakte de wangen van het meisje rood Cindro = As Salo = Zout Abelo = Bij Kafo = Koffie Kudrilo = Naald Inko = Inkt Cindrujo = Asbak Salujo = Zoutvat Monujo = Portemonnee Panujo = Broodtrommel Abelujo = Bijenkorf Kafujo = Koffiebus Kudrilujo = Naaldenkoker Inkujo = Inktpot Pomo = Appel Frukto = Vrucht Piro = Peer Frago = Aardbei Pomujo = Appelboom Fruktujo = Vruchtboom Pirujo = Perenboom Fragujo = Aardbeienplant Belgo = Belg Anglo = Engelsman Germano = Duitser Svedo = Zweed Italo = Italiaan Franco = Fransman Hispano = Spanjaard Norvego = Noor Dano = Deen Belgio = België Anglio = Engeland Germanio = Duitsland Svedio = Zweden Italio = Italië Francio = Frankrijk Hispanio = Spanje Norwegio = Noorwegen Danio = Denemarken Kanado = Canada Brazilo = Brazilië Indonezio = Indonesië Auxstralio = Australië Irlando = Ierland Islando = IJsland Kandano = Canadees Brazilano = Braziliaan Indoneziano = Indonesiër Auxstraliano = Australiër Irlandano = Ier Islandano = IJslander Pura = Schoon Seka = Droog Amaso = Massa Publiko = Publiek Regulo = Regel Edzo = Echtgenoot Purigi = Schoonmaken Sekigi = Drogen Amasigi = Ophopen Publikigi = Openbaar maken Reguligi = Regelen Gastigi = Herbergen Edzigi = Trouwen Morti = Sterven Bruli = Branden Boli = Koken (van vloeistof) Venigi = Laten komen Sidigi = Laten zitten Mortigi = Doden Bruligi = Verbranden Boligi = Doen koken (van vloeistof) Laca = Moe Edzino = Echtgenote Glacio = IJs Veki = Wekken Lacigxi = Vermoeid raken Edzigxi = Trouwen (als man) Edzinigxi = Trouwen (als vrouw) Glaciigxi = Bevriezen Vekigxi = Ontwaken Rompigxi = Breken (kapot gaan)
Ingezonden op 28-06-2013 - 2797x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!