Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans EU2.2
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans EU2.2
hoofdstuk 2
Jaar 2 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
De e-mail (c/m/ce) = Le courriel / le mél / le courrier électronique Ik speel spelletjes = Je joue à des jeux Ik luister muziek = J'écoute de la musique Ik chat met mijn vrienden = Je dialogue avec mes amis Ik surf op internet op werk (t/b) = Je surfe sur Internet au travail / au boulot Meenemen = Emmener Eten = Manger Delen = Partager Baden = Se baigner Opstaan = Se lever Wandelen = Se promener Wanneer het mooi weer is = S'il fait beau De boot = Le bateau Vlak = Plat Ik ga op vakantie op 8 september = Je vais partir en vacances le 8 septembre Ik zal naar Kreta gaan = Je vais aller en Crète Ik ga me wassen = Je vais me baigner Ik ga niet veel doen = Je ne vais pas faire beaucoup de choses Er gaan zijn = Il va y avoir We gaan bbq-en = Nous allons faire un barbecue Leren = Apprendre Uittrekken / verhuizen = Déménager Relaxen = Se reposer Een slaappil = Un somnifère Bezoeken = Rendre visite à Dichtbij = Près de Ver weg van = Loin de Aanwezig zijn bij (a) = Assister à Een detective roman = Un polar 8 dagen / 1 week = Une huitaine 2 weken = Une quinzaine de jours Boerderij = La ferme Intrekken / verhuizen = Emménager Het is glad = Il y a du verglas De temperatuur is aangenaam = La température est agréable Het is mooi / ok weer = Il fait bon Het weer wordt beter = Le temps s'améliore Het weer wordt slechter = Le temps se dégrade De buien = Les averses Het waait (i) = Il y a du vent Het waait (ç) = Ça souffle De mist = Le brouillard Opklaren = Dégager Helder (lucht) = Dégagé Koukleum (m/f) = Le frileux / frileuse In het voorjaar = Au printemps Aan het begin / eind van de herfst = Au début / à la fin de l'automne Een cruise maken = Faire une croisière Vissen = Pêcher Ordenen = Faire le tri De berichten = La messagerie Vaak = Souvent De maand = Le mois Presenteren = Faire des présentations Software = Les logiciels Nooit = Ne jamais Ze is nooit op missies = Elle n'est jamais en déplacement De missie (d) = Le déplacement Soms (q/p) = Quelquefois / parfois Organiseren = Organiser Een Agenda (a/e) = Un agenda / un emploi du temps Hallo zeggen = Dire bonjour De collega = Le collègue Deelnemen (p/a) aan congressen = Participer / assister à des congrès De vergadering = La réunion Computer aanzetten = Allumer son ordinateur Ik schrijf, wij = J'écris, nous écrivons Analyseren = Faire des analyses e-mail / rapporten versturen = Envoyer des courriels / rapports Ik stuur, wij, zij = J'envoie, nous envoyons, ils envoient Ontvangen = Recevoir Ik ontvang, wij, zij = Je reçois, nous recevons, ils reçoivent Vertalen = Traduire Ik vertaal, wij = Je traduis, nous traduisons Corrigeren = Réviser Complete / supplement = Compléter Rijden (co/t) = Conduire / traverser Financiële informatie zoeken = Rechercher des informations financières De lening = Le prêt Een database managen = Gérer une base de données Ik manage, wij, zij = Je gère, nous gérons, ils gèrent De gemeente = La municipalité Vergelijken = Comparer Het advies = Le conseil De toespraak = Le discours Ik help mijn baas met zijn activiteiten = J'aide mon chef dans ses activités Up/downloaden = Télécharger Het bedrijf = La société Een marktaandeel = Une part de marché De standaard / norm = La norme Het getal = Le nombre Antwoorden = Répondre Ik antwoord, wij = Je réponds, nous répondons Wachten = Attendre Ongeveer (#) = Environ Ongeveer (tijd) = Vers Roddelen = Bavarder Zelden = Rarement Ik ga zelden op missie = Je pars rarement en mission Iedere dag (c) = Chaque jour Altijd = Toujours Iedere dag (t) = Tous les jours Iedereen = Tout le monde De hele dag = Toute la journée De hele vakantie = Toutes les vacances Het tijdschrift = La revue De siësta = La sieste Plannen = Planifier Hoe vaak ga je naar de fitness? (ecq) = Combien de fois est-ce que vous allez à la gym? Wensen = Souhaiter Wat is je lievelingsport? (geen ecq) = Quel est votre sport préféré? Waarderen = Apprécier Ik waardeer, wij = J'apprécie, nous apprécions Ierland = Irlande
Ingezonden op 19-08-2013 - 1129x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-09-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!