Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Nieuw Nederlands

1 Cursus lezen Alle woordjes

Jaar 4 (vwo)

sympathiseren = meeleven tonen / met
recent = hedendaags, pas gebeurd
these = stelling
adept = aanhanger
zich kwijten van = iets goed uitvoeren
erudiet = een uitgebreide kennis hebbend
controversieel = omstreden; aanvechtbaar
populisme = een manier van cummuniceren waarin eenvoudig taalgebruik en gerichtheid op het volk centraal staat
naïviteit = goed gelovig; kinderlijk
oppositie = tegenpartij
autonoom = zelfstandig
competentie = bevoegdheid
relevant = belangrijk
antropoloog = bestudeerd de mens
afficheren = aanprijzen
smalen = beledigen
opponent = tegenstander
trok van leer = boos worden; fel reageren
deugdelijk = betrouwbaar
context = samenhang
steevast = iedere keer weer
vrijheidsbenemend = iemands vrijheid ontnemen
delict = strafbaarheid
psycholoog = iemand die zich bezig houdt met de menselijke geest en menselijk gedrag
psychiater = dokter die mensen die ziek in hun geest zijn probeert te helpen
forensisch = behoeve van strafrechtelijk onderzoek
ambulant = als iets of iemand geen vaste plaats heeft
observatie = nauwlettend in de gaten houden
procedure = officiële manier waarop iets verloopt
aangescherpt = duidelijker geformuleerd
recidive = herhaling van een misdrijf
obsessie = dwangvoorstelling; dwanggedachte
proporties = juiste verhoudingen
escaleren = uit de hand lopen
repressie = onderdrukking
desperado's = wanhopige en daardoor roekeloze mensen
cruciaal = zeer belangrijk; van overheersende betekenis
tornen = iets veranderen
interactie = wisselwerking
abrupter = onverwachter opeens; plotseling
alternatieven = andere oplossingen
ironie = milde spot
het tij keren = een ontwikkeling stoppen
therapeuten = behandelend geneeskundigen
prognoses = voorspellingen
veinzen = doen alsof
psychopathische = crimineel-asociale
manipuleren = naar je hand zetten
een rad voor de ogen draaien = iemand misleiden door een valse voorstelling van zake te geven
confrontatie = botsing; opstelling tegenover elkaar
specifieke = bij een bepaalde zaak horend
risicotaxatie = schatting van risico's
attent = oplettend
provocerende = uitdagende
aan de weg timmeren = veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing aan de gang te krijgen
gedetineerde = gevangene
recidivist = iemand die al eerder dezelfde misdaad heeft begaan
publicitair = openbaar gemaakt
campagne = openbare actie
rationeel = doordacht; verstandelijk
halfslachtig = niet doeltreffend
periodiek = op geregelde tijden terugkerend
detectie = opsporing
campagne voeren = reclame maken voor jezelf en je eigen ideeën
repressief = onderdrukkend
imponeren = indruk maken op
intonatie = uitdrukking van je stem
blauwdruk = ontwerp
setting = omgeving
converseren = gesprek voeren
affectie = warm liefdevol gevoel
limbisch systeem = een plek in je hersens dat je gevoel aanstuurt
anatomie = leer van de vorm en de bouw van organismen
fysische antropologie = hoe de mens staat in de natuurkunde tegenover de omgeving
fluctueren = in maten verschillen
gefundeerd = ergens op gebaseerd
profiel = persoonsbeschrijving
complex = ingewikkeld
limiet = grenswaarde
factor = kenmerk
scheurbuik = ziekte door gevolg van te weinig vitamine C
rachitis = onvoldoende bot aangroei waardoor ze kunnen breken
industralisatie = de industrie wordt het voornaamste doel van bestaan
genetisch = betrekkelijk op de erfelijkheid
per se = zeer beslist
burn-out = extreme vermoeidheid met gebrek aan motivatie
promoveren = een hoger niveau bereiken in een rangorde
mentaal = als het met denken en voelen te maken heeft
fysiologisch = als iets verband houdt met fysiologie
fysiologie = wetenschap die zich bezighoudt met de normale levensprocessen van mensen, dieren en planten
kostenbatenanalyse = analyse van de kosten die gemaakt moeten worden tegenover het geld of het nut dat het oplevert
energiek = wilskrachtig; flink
investeren = beleggen in een onderneming; besteden aan
kolonie = overzees gebiedsdeel; groep van bij elkaar levende organismen
link = schakel; verbindingsstuk
anekdote = kort grappig verhaal
moraal = wijze les
iemand de mond snoeren = iemand beletten om te spreken
mechanisme = hoe iets in elkaar zit
topic = onderwerp
hiërarchie = rangorde (bij ambtenaren)
dominant = overheersend
fysiek = lichamelijk
competitief = wil winnen
strategisch = volgens een weloverwogen plan
coalitie = verbond van twee of meer partijen, volken enz
maatstaf; criterium = datgene waar je iets mee beoordeelt
relatief = beoordeelt ten opzichte van iets anders
ornitholoog = vogelkenner
concessie = vergunning; toegeving
propagandist = iemand die reclame verspreid
efficiënt = zó dat het de minste middelen of inspanning kost; doelmatig
ambitie = streven, eerzucht
rendabel = winst opleverend
exploitatie = het winstgevend maken
fossiel = versteend overblijfsel van plant of dier
een spiegel voorhouden = iemand met iets confronteren
wederkerigheid = wederzijds
turbine = schroefvormig rad met schoepen, door stroom, water enz in beweging gebracht
consortium = vereniging van banken en bedrijven ter uitvoering van een project
moratorium = opschorting; uitstel
destructie = vernietiging
buitengaats = in volle zee; buiten de haven
moreel = iemands innerlijke kracht

Ingezonden op 12-09-2013 - 3355x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

het kan zijn dat er fouten in zitten. Als dit zo is: sorry daarvoor!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Nieuw Nederlands

1 Cursus lezen Alle woordjes