Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Examenidioom Frans goede lijsten
› 123 periode 1 alles blz: 9, 10, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 22
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Examenidioom Frans goede lijsten
123 periode 1 alles blz: 9, 10, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 22
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
entretenir=onderhouden appartenir à=behoren tot la ressemblance=de gelijkenis reciproque=wederzijds la naissance=de geboorte le conjoint=de echtgenoot baptiser=dopen gâter=verwennen se disputer=ruzie maken mal élevé=slecht opgevoed détester=een hekel hebben aan confier=roevertrouwen plaire à=bevallen, in de smaak vallen enceinte=zwanger, in verwachting consacrer à=wijden aan, besteden aan fréquenter=omgaan met le comportement=het gedrag responsable de=verantwoordelijk voor abandonner=in de steek laten se convertir à=zich bekeren tot la rupture=de breuk, het verbreken la pauvreté=de armoede le chagrin=het verdriet insupportable=onuitstaanbaar porter plainte=een klacht indienen l'Education nationale=het onderwijs une épreuve=een toets, een opgave, een examenopgave la solution=de oplossing la conception=het begrip, de opvatting les connaissances=de kennis le proviseur=de rector redoubler=overdoen, blijven zitten décevent=teleurstellend poursuivre=vervolgen, voortzetten obtenir=halen, behalen être doué pour=aanleg hebben voor la fillière=de richting, de studierichting le dessin=de tekening être en train de=bezig zijn te, bezig zijn met se tromper=zich vergissen commettre=begaan un emploi du temps=een rooster le manuel=het schoolboek contraindre à=dwingen un oral=een mondeling, een mondeling examen efficace=doeltreffend la condition=de omstandigheden faire preuve de=blijk geven aan indifférent=onverschillig le prétexte=het smoesje, het voorwendsel rattraper=inhalen obligatoire=verplicht retenir=onthouden punir=straffen la valeur=de waarde convaincre=overtuigen la scolarité obligatoire=de leerplicht soumettre=voorleggen souligner=onderstrepen la performance=de prestatie la confiance=het vertrouwen la tâche=de taak la couverture=de kaft, het omslag permettre=toestaan précoce=voorlijk, vroegrijp gourmand=dol op lekker eten l'alimentation=de voeding grossir=dikker worden un régime=een dieet l'obésité=de vetzucht, de obesitas léger, légère=licht verteerbaar se nourrir=zich voeden contenir=bevatten un emballage=een verpakking la boîte=het blik, het blikje le goût=de smaak frais, fraîche=vers provenir de=afkomstig zijn van bouillir, faire bouillir=koken le fournisseur=de leverancier la pâtisserie=de banketbakkerij la saveur=de smaak le poisson=de vis une truite=een forel l'huile=de olie le vinaigre=de azijn le convive=de gast, de tafelgenoot le congélateur=de vriezer, de vrieskist, de diepvriezer affamé=uitgehongerd, hongerig passer le bac, passer son bac= eindexamen doen faire des études= studeren interdire= verbieden een exercice= een oefening la note= het cijfer impatient= ongeduldig une langue étrangère= een vreemde taal réussir= slagen la récréation= de pauze améliorer= verbeteren hésiter= aarzelen un boulot= een baantje les devoirs= het huiswerk traiter= behandelen expliquer= uitleggen tu as envie d'aller au cinéma ce soir?= heb je zin om vanavond naar de film te gaan? on va prendre un café?= zullen we een kopje koffie drinken? qu'est-ce que tu fais ce soir?= wat doe je vanavond? vendredi prochain, ça te va?= aanstaande vrijdag, schikt dat? on se voit à huit heures à l'entrée= wij zien elkaar om acht uur bij de ingang je viendrai te chercher demain= ik kom je morgen afhalen sauriez-vous me dire où est la gare?= kunt u mij zeggen waar het station is? c'est où la gare?= waar is het station? a quelle heure est-ce que le train va partir?= hoe laat vertrekt de trein? c'est combien ce billet?= hoeveel kost dat kaartje? quel est le prix d'une visite guidée?= wat kost een rondleiding? est-ce qu'il y a des tarifs spéciaux pour étudiants?= zijn er speciale tarieven voor studenten? j'ai l'intention d'aller à l'étranger=ik ben van plan naar het buitenland te gaan cette année je passe mon bac=ik doe dit jaar eindexamen je vais faire des études à Utrecht=ik ga studeren in Utrecht je vais la voir demain=morgen ga ik haar opzoeken je pense que je vais aller six mois à l'étranger=ik denk dat ik een half jaar naar het buitenland ga elle envisage de continuer ses études à lille=zij overweegt haar studie in Lille voort te zetten je peux te demander quelque chose?=mag ik je wat vragen d'où viens-tu?=waar kom jij vandaan? vous avez l'heure s'il vous plaît?=kunt u mij zeggen hoe laat het is? belle terrasse, n'est-ce pas?=mooi terras, hè? tu as un instant pour moi?=heb je even tijd voor mij? savez-vous à quelle heure le concert commence?=weet u hoe laat het concert begint?
Ingezonden op 12-09-2013 - 1149x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
21-11-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!