Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
.Na Klar.
› 2 Zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
.Na Klar.
2 Zinnen
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Vertel eens!=Erzähl mal! Is het je bevallen?=Hat es dir gefallen? Dat is van mij.=Das gehört mir. Ga je nog naar school?=Gehst du noch auf die Schule? Ik ben 's morgens op school.=Ich bin morgens in der Schule. Het loopt gesmeerd.=Es läuft wie geschmiert. Dat is voor mij onbegrijpelijk.=Das ist mir unverständlich. Soms wel.=Manchmal schon. Ik word niet goed.=Mir wird schlecht. Ik bedoel de blues.=Ich meine den Blues. Hij is naar het schijnt heel rustig.=Er is angeblich ganz stur. Hij moet heel aardig zijn.=Er soll ganz nett sein. Jawel.=Doch. Voor zover ik weet, was dat zo.=Soviel ich weiẞ, war das so. Dat hangt ervan af.=Das kommt drauf an. Net hoe het uitpakt.=Je nachdem. Mijn programma's zijn kennelijk ingewikkeld.=Meine Programme sind offenbar begehrt. Dat is schijnbaar anders.=Das ist anscheinend anders. Vanzelfsprekend.=Selbstverständlich. In geen enkel geval.=Überhaupt nicht. Ik ben van plan in het circus te werken.=Ich habe vor, im Zirkus zu arbeiten. Dat gaat jullie niets aan.=Das geht euch nichts an. Dat is wel te doen.=Das lässt sich machen. Wat heb je tegen deze muziek?=Was hast du gegen diese Musik? Daar was ik nooit op gekomen.=Darauf wäre ich nie gekommen. Dat is tamelijk apart.=Das ist ziemlich ungewöhnlich. Ik vraag je om...=Ich bitte dich um... Ze kunnen goed met elkaar overweg=Sie kommen gut miteinander aus. Jij wordt de beste.=Du wirst der Beste. Mag ik je feliciteren met het succes?=Darf ich dir gratulieren zum Erfolg? Er was en er is niets anders dan dat.=Es gab en und es gibt nichts Anderes als das. Ik ga wandelen.=Ich gehe spazieren. Wij danken u voor het gesprek.=Wir danken Ihnen für das Gespräch. Graag gedaan.=Gern Gesiehen. Hoe is alles begonnen?=Wie hat alles angefangen? Dat kun je wel zeggen.=Das kann man wohl sagen. Dat was een jaar geleden.=Das war vor einem Jahr. Ga achter haar zitten!=Setz dich hinter sie! Ga naast hem staan!=Steil dich neben ihm. Ik doe dat in het weekend.=Ich mache das am Wochenende. Waar heb je die tijd doorgebracht?=Wo hast du diese Zeit verbracht? Het was vermoeiend.=Es war anstrengend. Maar alleen onder één voorwaarde.=Aber nur unter einer Bedingung. Ja, in ieder geval.=Ja, auf jeden Fall. Ben je bang voor een blessure?=Hast du Angst vor einer Verletzung? Ze gingen, de één na de andere.=Sie gingen, einer nach dem Anderen. Ben ik al aan de beurt?=Bin ich schon an der Reihe? Kun je me dat eens laten zien?=Kannst du mir das mal zeigen?
Ingezonden op 23-09-2013 - 1001x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!