Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
NT Grieks 1
› 10
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
NT Grieks 1
hoofdstuk 10
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ἀγαπάω = liefhebben; beminnen { uitspraak: αγαπω } ἀγαπητός = bemind; geliefd αἰτέω = (iemand iets) vragen; bidden { (vgl (έπ)ερωτάω } άκολουθέω = volgen { + 3 } ἀλλήλων = van elkaar ἀνιάω = grieven { niet NT } ἁρπάζω = roven; haastig grijpen ἀτενίζω (εἰς) = aandachtig kijken naar; gespannen kijken naar βλασφημέω = godslasterlijk spreken βοάω = roepen ἡ βοή = geroep; geschreeuw δῆλος = duidelijk δηλόω = duidelijk maken; verklaren ἐάν = als; indien { (vgl εἰ) } εἰ = als; indien ἐμαυτοῦ = van mijzelf; van mezelf ἑαυτοῦ = van zichzelf ἐρωτάω = (iemand iets) vragen { + 4 4 } ἐπερωτάω = (iemand iets) vragen; iemand iets vragen { + 4 4 } εὐλογέω = zegenen; prijzen; loven { vgl εὐλογία } ζάω = leven { vgl ζωή, ζῳον } ὁ ζῆλος = ijver; jalouzie ζηλόω = nastreven; zich beijveren voor; zich beijveren om θεωρέω = toeschouwer zijn; kijken naar; bekijken; zien ὁ ἰατρός = geneesheer ἰσχύω = sterk zijn; kunnen; sterk zijn { 2 betekenissen, 2e plus infinitief } καλέω = roepen; noemen { fut καλέσω - aor ἐκάλεσα } κλάω = breken κοσμέω = versieren { vgl κοσμοσ } κρατέω = zich meester maken van; gevangen nemen; vastpakken; vasthouden { +4 geheel / + 2 deel } λαλέω = spreken λύων = losmakend { participium } μακροθυμέω ἐπί +3 / πρός +4 = lankmoedig zijn jegens μαρτυρέω +3 / περί +2 = getuigen; getuigenis afleggen van τὸ μνημεῖον = graf ναί = ja οἰκοδομέω = bouwen; stichten ἡ οἰκοδομή = gebouw; stichting εἰς οἰκοδομὴν τῶν πιστῶν = om de gelovigen te stichten; tot stichting der gelovigen ὁμοθυμαδόν = eensgezind { adv } ὁράω = zien οὐαί = wee { +3 } οὐδείς = niemand; geen { masc } μηδείς = niemand; geen { masc } πέραν +2 = aan de overzijde van; naar de overzijde van ὁ πιλᾶτος = Pilatus πιστός = gelovig; betrouwbaar; trouw πλέον ἤ = meer dan πλέον +2 = meer dan { gen comparationis } ὁ πλησίον = de naaste; naaste { indecl - gen etc is dus του πλησιον } ποιέω = maken; doen; doen προσδοκάω = tegemoet zien; verwachten σεαυτοῦ = van jezelf { etc } ὁ σίμων, ωνος = simon σταυρόω = kruisigen ὁ σταυρὁς = kruis ὁ τάφος = graf; grafsteen τηρέω = bewaren; bewaken; in acht nemen τιμάω = eren τίς; = wie?; welk(e)? { masc / fem } τί; = wat?; welk(e)? { ntr } τις = iemand; een of ander(e) { masc / fem } τι = iets; een of ander(e) { ntr } φωνέω = roepen φιλέω = beminnen ἡ φιλία = vriendschap ἡ χρεία = behoefte; gebrek χρείαν ἔχω +2 = iets nodig hebben
Ingezonden op 28-09-2013 - 4172x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!