Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

DU GRAMMATIK

0 Grammatikübersicht 1&2

Jaar 4 (vwo)

Tegenwoordige Tijd(das Präsens)
ik ben=ich bin
jij bent=du bist
hij/zij/het/men is=er/sie/es/man ist
wij zijn=wir sind
jullie zijn=ihr seid
zij zijn=sie sind
u bent=Sie sind
ik ben geweest=ich bin gewesen
hele werkwoord sein=bin-bist-ist-sind-seid-sind-sind-gewesen
ik heb=ich habe
jij hebt=du hast
hij/zij/het/men heeft=er/sie/es/man hat
wij hebben=wir haben
jullie hebben=ihr habt
zij hebben=sie haben
u heeft=Sie haben
ik heb gehad=ich habe gehabt
hele werkwoord haben=habe-hast-hat-haben-habt-haben-haben-gehabt
ik word=ich werde
jij wordt=du wirst
hij/zij/het/men wordt=er/sie/es/man wird
wij worden=wir werden
jullie worden=ihr werdet
zij worden=sie werden
u wordt=Sie werden
ik ben geworden=ich bin geworden
hele werkwoord werden(worden)=werde-wirst-wird-werden-werdet-werden-werden-geworden
ik zal=ich werde
jij zal=du wirst
hij/zij/het/men zal=er/sie/es/man wird
wij zullen=wir werden
jullie zullen=ihr werdet
zij zullen=sie werden
u zult=Sie werden
hele werkwoord werden(zullen)!geenVD!=werde-wirst-wird-werden-werdet-werden-werden
Verleden Tijd(das Präteritum)
ik was=ich war
jij was=du warst
hij/zij/het/men was=er/sie/es/man war
wij waren=wir waren
jullie waren=ihr wart
zij waren=sie waren
u was=Sie waren
hele werkwoord sein(V.T.)=war-warst-war-waren-wart-waren-waren
ik had=ich hatte
jij had=du hattest
hij/zij/het/men had=er/sie/es/man hatte
wij hadden=wir hatten
jullie hadden=ihr hattet
zij hadden=sie hatten
u had=Sie hatten
hele werkwoord haben(V.T.)=hatte-hattest-hatte-hatten-hattet-hatten-hatten
ik werd=ich wurde
jij werd= du wurdest
hij/zij/het/men werd=er/sie/es/man wurde
wij werden=wir wurden
jullie werden=ihr wurdet
zij werden=sie wurden
u werd=Sie wurden
hele werkwoord werden(worden)(V.T.)=wurde-wurdest-wurde-wurden-wurdet-wurden-wurden
ik zou=ich würde
jij zou=du würdest
hij/zij/het/men zou=er/sie/es/man würde
wij zouden=wir würden
jullie zouden=ihr würdet
zij zouden=sie würden
u zou=Sie würden
hele werkwoord werden(zullen)(V.T.)=würde-würdest-würde-würden-würdet-würden-würden

Ingezonden op 30-09-2013 - 797x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 01-10-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

De twee werkwoorden werden (Nederlands: worden en zullen) vervoeg je precies hetzelfde. In de verleden tijd moet je alleen onthouden dat er bij zullen een umlaut op de 'u' komt.
Als je een foutje ontdekt, zeg het dan even en ik pas het aan.
En veel succes met leren

Vakken

DU GRAMMATIK

0 Grammatikübersicht 1&2