Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Idioom E&F DCF Marrit, deel 1

hoofdstuk 1

Jaar 4 (vmbo-t)

het eiland = die Insel 
2. uniek = einzigartig 
3. zeldzaam = selten 
4. in groepen levende = gesellig 
5. de soort = die Gattung 
6. de vijand = der Feind 
7. paard rijden = reiten 
8. aaien = streicheln 
9. de kooi = der Käfig 
10. het weiland = die Wiese 
11. sluw = schlau 
12. de epidemie = die Seuche 
13. ruiken = wittern 
14. de bui = der Schauer 
15. het koud = hebben frieren 
16. de ingang = der Einstieg 
17. het afstapje = die Stufe 
18. de sneltram = die S-Bahn 
19. het vertrek = die Abfahrt 
20. overstappen = umsteigen 
21. het perron = das Gleis 
22. afstempelen = entwerten 
23. het loket = der Schalter 
24. het retourtje = die Rückfahrkarte 
25. de tram = die Straßenbahn 
26. het traject = die Strecke 
27. onder controle = im Griff 
28. neerzetten = abstellen 
29. de veerboot = die Fähre 
30. de bemanning = die Besatzung 
31. de Duitse eredivisie = die Bundesliga 
32. een gelijkspel = ein Unentschieden 
33. zeilen = segeln 
34. het skipak = der Skianzug 
35. het verblijf = der Aufenthalt 
36. doorbrengen = verbringen 
37. uitrusten = sich erholen 
38. de bezienswaardigheid = die Sehenswürdigkeit 
39. het telefoontje = der Anruf 
40. voor de rest = ansonsten 
41. binnen = innerhalb 
42. gauw = bald 
43. de voorwaarde = die Bedingung 
44. de gastheer = der Gastgeber 
45. aanzetten = einschalten 
46. zich verheugen op = sich freuen auf 
47. plaatsvinden = stattfinden 
48. vastlopen = stecken 
49. invoeren = eingeben 
50. het mobieltje = das Handy 
51. de gegevens = die Daten 
52. laten zien = zeigen 
53. presenteren = moderieren 
54. de (computer)muis = die Maus 
55. publiceren = veröffentlichen 
56. aangesloten op het kabelnet = verkabelt 
57. de teletekst = der Videotext 
58. het kijkgeld = die Fernsehgebühren 
59. de afstandsbediening = die Fernbedienung 
60. koppig = stur 
61. opgewonden = erregt 
62. populair = beliebt 
63. netjes = ordentlich 
64. knap = klug 
65. bescheiden = anspruchslos 
66. verstandig = vernünftig 
67. de aanleg = die Anlage 
68. nauwgezet = gewissenhaft 
69. volwassen = erwachsen 
70. meedogenloos = rücksichtslos 
71. vol begrip = verständnisvoll 
72. roekeloos = leichtsinnig 
73. stom = blöd 
74. brutaal = unverschämt

Ingezonden op 03-10-2013 - 872x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 22-11-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

deze woorden staan niet in het boek!

Vakken

Idioom E&F DCF Marrit, deel 1

hoofdstuk 1