Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lingua Latina gymnasium
› 13 woorden in les 13 PW
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lingua Latina gymnasium
13 woorden in les 13 PW
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ecce = kijk inquit = hij zegt, zegt hij; hij zegt; zegt hij opus = werk, bouwwerk clarus = beroemd, luid, helder, duidelijk laudare = prijzen ab/a = van af, door aedificare = bouwen, oprichten hic = hier videre = zien imperator= veldheer, keizer et = en, ook amicus = vriend ibi = daar postea = later, daarna pater = vader dare = geven de = van, van af, over fortuna = geluk, lot iam = al, reeds narrare = vertellen quam = hoe, als laetus = blij, vrolijk pellere = verdrijven, verslaan quantus = hoe/wat groot, hoe/wat veel scelus = misdaad, misdrijf iniuria = onrecht, onrechtvaardigheid ubi = waar, zodra, toen audire = luisteren, horen statim = onmiddellijk, meteen magnus = groot, belangrijk cum = met, samen met, toen, als wanneer agmen = troep, stoet, schare propinquus = naburig, nabijgelegen oppidum = stad petere = gaan naar, vragen, verlangen, aanvallen occidere = doden, doodslaan reddere = teruggeven educare = opvoeden, grootbrengen condere = stichten, bouwen decernere = besluiten tradere = overgeven, overdragen, overleveren irrideren = bespotten, uitlachen modo = zojuist, juist, alleen, slechts nominare = benoemen, noemen esse = zijn relinquere = achterlaten, verlaten vir = man, kerel non = niet amare = verliefd zijn, beminnen, houden van miser = ongelukkig, ellendig laedere = kwetsen, beledigen in = op, naar, in parvus = klein insula = eiland transportare = overbrengen removere = verwijderen e/ex = uit, van puerus = jongen multus = veel vituperare = afkeuren, bekritiseren pauci = weinig, weinigen numerus = getal, aantal, menigte deus = god homo = mens, man cuncti = alle bonus = goed lacessere = prikkelen, uitdagen mutare = veranderen asper = ruw, ruig, grof, streng, scherp, hard Romam = naar/in Rome lupus = wolf lupa = wolvin
Ingezonden op 08-10-2013 - 1708x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!