Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

jgd, deel 8.1 Duits

8 Klinkerwisseling sterke werkwoorden Duits

Jaar 3 (Gymnasium)

aankomen=ankommen-kam an-angekommen-er kommt an
aantrekken=anziehen-zog an-angezogen-er zieht an
afslaan=abbiegen-bog ab-abgebogen-er biegt ab
bevallen(v)=gefallen-gefiel-gefallen-es gefällt
dragen=tragen-trug-getragen-er trägt
er is, er zijn(geven)=geben-gab-gegeben-es gibt
eten=essen-aß-gegessen-er isst
fietsen=Rad fahren-fuhr-gefahren-er fährt Rad
gaan=gehen-ging-gegangen-er geht
geven=geben-gab-gegeben-er gibt
hangen=hängen-hing-gehangen-er hangt
houden, stoppen=halten-hielt-gehalten-er hält
komen=kommen-kam-gekommen-er kommt
krijgen=bekommen-bekam-bekommen-er bekommt
laten=lassen-ließ-gelassen-er lässt
lezen=lesen-las-gelesen-er liest
liggen=liegen-lag-gelegen-er liegt
lopen=laufen-lief-gelaufen-er läuft
nemen=nehmen-nahm-genommen-er nimmt
opbellen=anrufen-rief an-angerufen-er ruft an
plaats nemen=Platz nehmen-nahm Platz-Platz genommen-er nimmt Platz
schieten=schießen-schoss-geschossen-er schießt
slapen=schlafen-schlief-geschlafen-er schläft
sluiten=schließen-schloss-geschlossen-er schließt
spreken=sprechen-sprach-gesprochen-er spricht
teruggeven=zurückgeben-gab zurück-zurückgegeben-er gibt zurück
uitrekken=ausziehen-zog aus-ausgezogen-er zieht aus
vergeten=vergessen-vergaß-vergessen-er vergisst
verhuizen=umziehen-zog um-umgezogen-er zieht um
verliezen=verlieren-verlor-verloren-er verliert
vertrekken=abfahren-fuhr ab-abgefahren-er fährt ab
vliegen=fliegen-flog-geflogen-er fliegt
zijn=sein-war-gewesen-er ist
zitten-sitzen-saß-gesessen-er sitzt

Ingezonden op 17-10-2013 - 1934x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 09-12-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

jgd, deel 8.1 Duits

8 Klinkerwisseling sterke werkwoorden Duits