Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
cursus frans
› 1 2 alice et les diamants
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
cursus frans
1 2 alice et les diamants
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
craindre = vrezen exagérer = overdrijven donc = dus se occuper = zich bezighouden met approuver = instemmen, goedkeuren enchanter = betoveren, bekoren la stupéfaction = de ontsteltenis octroyer = toestaan convoiter = begeren, najagen conduire = vergezellen débrouiller = zich weten te redden assis = zittend modeste = bescheiden admettre = toelaten devenir = worden resolu = vastberaden la enigme = het raadsel le policiere = de politieman céla depasse les bornes = dat loopt de spuigaten uit soupirer = zuchten, klagen sincere = oprecht dévorer = verslinden sinon = zoniet, anders commander = bestellen raconter = vertellen deviner = raden la tache = de vlek faire touche = uit de toon vallen assurer = verzekeren comment = hoe couper = snijden couper (in gesprek) = onderbreken léguer = nalaten souhaiter = hopen partager = delen le partage = de gemeenschap de reve = de droom stipuler = vastleggen la remise = overhandiging (v. geld) remiser = stallen, opbergen la somme = het bedrag la merveille = het wonder tracasser = kwellen, lastig vallen inquiéter = verontrusten inquiet = ongerust le delai = de vertraging songer = dromen, mijmeren le songeur = de dromer dorer = vergulden, rijpen courir = lopen courir la risque = gevaar lopen perdre = verliezen, kwijtraken soit! = het zij zo! contempler = beschouwen venir = komen apparaitre = verschijnen porter = dragen, brengen porter leur attention sur = hun aandacht richten op séjour = verblijfplaats inoubliable = onvergetelijk pouvoir = kunnen remplacer = vervangen attendre = wachten aupres = dichtbij sourire = lachten par hasard = toevallig dénicher = opdiepen, opsporen au courant = lopende zaken courant = lopend, vloeiend engager = in dienst nemen, verplichten véhément = heftig régler = regelen, vereffenen la addition = de rekening breve = kort le bout = het eind le fil = de draad joindre = zich voegen bij recevoir = ontvangen s'exclamer = uitroepen pire = erger, slechter apprendre = leren, horen voler = vliegen, snel lopen convenable = geschikt raccrocher = ophangen (v. tel.) douter = twijfelen confirer = toevertrouwen coute que coute = koste wat het kost
Ingezonden op 18-10-2013 - 540x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!