Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HvA Accountancy woordjes jaar 1
› 17 Unit 17: Materials and suppliers
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HvA Accountancy woordjes jaar 1
17 Unit 17: Materials and suppliers
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
raw materials = the basic materials out of which articles are manufactured component/part =element aerospace= having to do with the earth’s atmosphere and the space beyond automotive= moved by a self-contained motor or engine replacement= taking the place of, substituting spare= in reserve for use when needed input = resources that are put into a system to obtain a desired output labour = workers and managers capital = money needed to run a business knowledge = acquaintance with or understanding of a particular subject work-in-progress (BrE) / work-in-process (AmE) = unfinished goods in the process of being manufactured goods = merchandise, products finished goods = products ready for sale stocks (BrE) / inventories (AmE) = all goods in store a manufacturing operation= production process a supplier = provider of materials and components a partner =associate or associate company subcontracting= using outside suppliers to provide components and services outside suppliers = external provider outsourcing= using outside suppliers in-house = within the company in stock = store or goods available for sale or use to finance = to pay for to store = deposit, lay up, put in warehouses a warehouse = building to store goods to handle = move stocks from one place to another JIT (= just-in-time) = provision of components as and where they are needed lean manufacturing / production = producing as quickly and cheaply as possible without waste efficient = effective, producing a desired or satisfactory result
Ingezonden op 22-10-2013 - 1882x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!