Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Volksuniversiteit Groningen- Englisch Vocabulary in Use
› 3 Parts of the body
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Volksuniversiteit Groningen- Englisch Vocabulary in Use
3 Parts of the body
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
enkelvoud = single hoofd = head haar = hair voorhoofd = forehead oog = eye wenkbrauw = eyebrow wimper = eyelash pupil = pupil slaap = temple oor = ear neus = nose neusgat = nostril wang = cheek kaak = jaw mond = mouth lip = lip tong = tongue tand = tooth kin = chin gezicht = face nek = neck keel = throat schouder = shoulder arm = arm oksel = armpit elleboog = elbow pols = wrist hand = hand (hand)palm = (hand)palm vuist = fist duim = thumb nagel = nail vinger = finger pink = pink been = leg lies = groin dij, bovenbeen = thigh knie = knee kuit = calf scheenbeen = shinbone voet = foot voetzool = sole of the foot teen = toe enkel = ankle hiel = heel borst(kas) = chest borst (vrouw) = breast buste / boezem = bust rib = rib rug = back ruggengraat = backbone buik = belly zij = side taille = waist bil = buttock penis = penis anus = anus heup = hip huid = skin hersenen = brain long = lung maag = stomach hart = heart bijnierschors = adrenal gland gal = gall lende = loin lever = liver nier = kidney bloed = blood ader = vein slagader = artery geraamte = skeleton gewricht = joint spier = muscle zenuw = nerve lichaam = body lichaamsdeel = part of the body meervoud = plural hoofden = heads voorhoofden = foreheads ogen = eyes wenkbrauwen = eyebrows wimpers = eyelashes pupils = pupils slapen = temples oren = ears neuzen = noses neusgaten = nostrils wangen = cheeks lippen = lips tanden = teeth schouders = shoulders armen = arms oksels = armpits ellebogen = elbows polsen = wrists handen = hands (hand)palmen = (hand)palms vuisten = fists duimen = thumbs nagels = nails vingers = fingers pinken = pinks benen = legs liezen = groins dijen = thighs knieƫn = knees kuiten = calfs scheenbenen = shinbones voeten = feet voetzolen = soles of the feet tenen = toes enkels = ankles hielen = heels borsten (vrouw) = breasts ribben = ribs zijden = sides billen = buttocks heupen = hips hersenen = brains ingewanden = intestines longen = lungs lendenen = loins levers = livers nieren = kidneys aders = veins slagaders = arteries geraamtes = skeletons gewrichten = joints spieren = muscles zenuwen = nerves lichamen = bodies lichaamsdelen = parts of the body
Ingezonden op 26-10-2013 - 1085x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!