Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Finish Up Engels Idioom
› 110 108-110
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Finish Up Engels Idioom
110 108-110
Jaar 6 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
je neus steken in = to pry into stiekem; heimelijk = stealthy drijfveer = mainspring herstellen = to redress toegeven = to concede knoeien aan = to tamper with zelfvoldaan = smug; complacent zelfvoldaanheid = complacency zich bemoeien met = to meddle in in twijfel trekken = to question breuk = breach een standje geven = to scold overhaast = rash in de steek laten = to forsake bedrieglijk = deceptive bedrog = deception hulp zoeken = to seek help tevreden = content; contented ontevreden = discontented hooghartig = haughty vormen = moulded charmant = engaging eigenaardigheid = peculiarity vernederen = to degrade afkeuren = to disallow uitjouwen = to jeer at proberen = to endeavour poging = endeavour laat staan = let alone uitschakelen = to eliminate eervol = honourable (on)partijdig = (im)partial (on)partijdigheid = (im)partiality uitroepen tot = to proclaim beproeving = trial afdalen = to descend beklimmen = to ascend beklimming = ascent afdaling = descent benutten = to utilise zich bezighouden met = to pursue bezigheid = pursuit uitstekend = outstanding artiest = performer klucht = farce naleving = observance ergens voor zijn; steunen = to favour toejuichen = to acclaim evenaren = to match toveren = to conjure bediende = attendant faam; beroemdheid = renown beroemd = renowned kenmerk = hallmark ontwrichten = to disrupt ontwrichting = disruption gebeurtenis = occurrence toeschrijven aan = to ascribe to omleiden = to divert omleiding = diversion berm; rand = verge rijtuig; koets = carriage; coach vervoeren = to convey vervoer = conveyance moeten aankomen = to be due stoppen = to pull up stoeprand = kerb steeg = alley zacht; voorzichtig = gently gewoon = commonplace doorboren; een gaatje maken in = to puncture verblinden = to dazzle buurt = vicinity achteruitrijden = to reverse achterkant = rear gammel = ramshackle vet = grease lap; vod = rag betekenen = to signify glimp = glimpse zonder kunnen = to dispense with vermijden = to avert oppompen = to inflate uitlaat = exhaust lastig = awkward
Ingezonden op 03-11-2013 - 596x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!