Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Examenidioom Frans vmbo GT
› 1 Relations zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Examenidioom Frans vmbo GT
1 Relations zinnen
Jaar 4 (mavo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Nous avons toujours eu une bonne relation. = Wij hebben altijd een goede relatie gehad. Notre famille se compose de cinq personnes. = Ons gezin bestaat uit vijf personen. Mes frères et sœurs ont eu une bonne éducation. = Mijn broers en zussen hebben een goede opvoeding gehad. Le prof a du mal à comprendre les adolescents. = De leraar heeft moeite om pubers te begrijpen. Stéphanie est l'aînée de la classe. = Stéphanie is de oudste van de klas. Le prix d'entrée est plus élevé pour les adultes. = De toegangsprijs is hoger voor volwassenen. Le cadet doit toujours faire la vaisselle. = De jongste moet altijd afwassen. Mon voisin est amoureux de Charlotte. = Mijn buurman is verliefd op Charlotte. Il s'agit d'un amour impossible. = Get gaat om een onmoglijke liefde. Je crois que l'amitié est aussi importante que l'amour. = Ik denk dat vriendschap even belangrijk is als liefde. Nous nous passions pour le football. = Wij hebben en passie voor voetbal. Quand on est amoureux, on se donne des bisous. = Als je verliefd bent, geef je elkaar zoentjes. Ils partagent un appartement. = Zij delen een appartement. Ma sœur flirte beaucoup avec des garçons de son école. = Mijn zus flirt veel met jongens van haar school. Je te fais beaucoup confiance. = Ik heb veel vertrouwen in je. Il lui a promis de rester fidèle. = Hij heeft haar beloofd trouw te blijven. Il espère que son amour sera réciproque = Hij hoopt dat zijn liefde wederzijds zal zijn. Depuis ce jour ils sont toujours ensemble. = Sinds die dag zijn ze altijd samen. J'ai rencontré une jolie fille cet été = Ik heb deze zomer een leuk meisje ontmoet. Elle voudrait faire la connaissance de Luc. = Zij wil graag met Luc kennismaken. Nous sommes invités au mariage de nos voisins. = Wij zijn uitgenodigd voor de bruiloft van onze buren. Vous êtes mariés? = Zijn jullie getrouwd? Elle n'aurait jamais dû l'épouser. = Ze had nooit met hem moeten trouwen. Pendant la partie de tennis, Yves est mon partenaire. = Tijdens de tenniswedstrijd is Yves mijn partner. Les Français nous ont bien accueillis. = De Fransen hebben ons gastvrij ontvangen. Ça me plaît énormément. = Dat bevalt me enorm. Charlotte et Eric s'entendent assez bien. = Charlotte en Eric kunnen tamelijk goed met elkaar opschieten. Après l'ouverture de magasin, il y avait une fête. = Na de opening van de winkel was er een feest. A la fête tout le monde a été gâte. = Op het feest werd iedereen verwend. Elle a reçu une invitation pour l'anniversaire de son voisin. = Zij heeft een uitnodiging gehad voor de verjaardag van haar buurman. Tu ressembles beaucoup à ton frère = Jij lijkt veel op je broer. Il y a longtemps que nous avons eu une dispute. = Het is lang geleden dat wij ruzie hebben gehad. C'est décidé, elle va le quitter. = Het staat vast, ze gaat hem verlaten. Ils se sont séparés après une grande dispute. = Zij zijn uit elkaar gegaan na een grote ruzie. Avant de partir en vacances, ces gens ont abandonné leur petit chien. = Deze mensen hebben hun hondje achtergelaten, voordat ze op vakantie gingen. Chaque dimanche nous portons des fleurs au cimetière. = Iedere zondag brengen we bloemen naar de begraafplaats. Elle va l'appeler pour la consoler. = Ze gaat haar bellen om haar te troosten. Pendant mon enfance, j'ai habité à Paris. = In mijn kinderjaren heb ik in Parijs gewoond. Vous avez un fils bien poli. = U heeft een zeer beleefde zoon. L'erreur est humaine, dit le proverbe. = Vergissen is menselijk, zegt het spreekwoord. Je hebt een mooie voornaam. = Tu as un beau prénom. Wat is uw achternaam? = Quel est votre nom de famille? Morgen is het de verjaardag van mijn zus. = Demain c'est l'anniversaire de ma sœur. Wat is je geboortedatum? = Quelle est ta date de naissance? Ik ben verliefd geworden op haar broer. = Je suis tombée amoureuse de son frère. Ik wil graag trouwen met mijn beste vriend. = Je voudrais me marier avec mon meilleur ami. Ik stel u mijn echtgenoot voor. = Je vous présent mon mari. Zij zal zeker een goede echtgenote zijn. = Elle va sûrement être une bonne épouse. Zij gaan scheiden, ze houden niet meer van elkaar. = Ils vont divorcer, ils ne s'aiment plus. Wij wonen in een prettige wijk. = Nous habitons dans un quartier agréable. De buren zijn erg aardig. = Les voisins sont très sympas. Ik nodig je uit voor mijn feestje. = Je t'invite à ma fête. Morgen gaan wij bij onze grootouders op bezoek. = Demain nous allons voir nos grands-parents. Ik wil graag een afspraak maken voor woensdag. = J'aimerais fixer un rendez-vous pour mercredi. Dus u bent mevrouw Dupond, aangenaam. = Alors vous êtes madame Dupond, enchanté.
Ingezonden op 03-11-2013 - 1972x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!