Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Examenidioom Frans vmbo GT
› 2 L'école zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Examenidioom Frans vmbo GT
2 L'école zinnen
Jaar 4 (mavo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
L'école maternelle est située dans mon quartier. = De kleuterschool ligt in mijn wijk. J'ai 12 ans et je suis au collège. = Ik ben 12 jaar en ik zit in de onderbouw. Au lycée j m'amuse bien. = In de bovenbouw vermaak ik mij prima. Apres le bac je vais étudier à Groningue. = Na het eindexamen ga ik in Groningen studeren. Pour demain vous allez apprendre la leçon 12. = Voor morgen leren jullie les 12. L'apprentissage des formules reste difficile. = Het leren van formules blijft moeilijk. Nous allons tous faire des études à Amsterdam. = Wij gaan allemaal in Amsterdam studeren. Où est-ce que tu veux étudier après ton bac? = Waar wil jij gaan studeren na je eindexamen? Ils vont suivre une formation intéressante. = Zij gaan een interessante opleiding volgen. Le premier cours commence à 8 heures 15. = De eerste les begint om 8.15 uur. Apres le bac je vais faire une formation à Breda. = Na het eindexamen ga ik een opleiding doen in Breda. Félicitations! Voous avez réussi! = Gefeliciteerd! Jullie zijn geslaagd! Il y a une récré de 20 minutes. = Er is een pauze van 20 minuten. Tous les élèves mangent dans la cour. = Alle leerlingen eten op het schoolplein. Il a d'exellentes notes sur son bulletin. = Hij heeft prima cijfers op zijn rapport. L'institutrice surveille les enfants pendantla récré. = De juffrouw let op de kinderen tijdens de pauze. Un professeur s'appelle aussi un einseignant. = Een leraar heet ook wel een onderwijzer. Dans notre classe il y a 32 élèves. = In onze klas zitten 32 leerlingen. Les jeunes bavardent quand le prof parle. = De jongeren kletsen als de docent praat. Je suis bilingue, parce que mon père est français et ma mère est néerlandaise. = Ik ben tweetalig, want mijn vader is Fransman en mijn moeder is Nederlandse J'ai un bon emploi du temps, je finis à 2 heures déjà. = Ik heb een goed lesrooster, ik ben om 2 uur al vrij. Je trouve que la géographie est très intéressante. = Ik vind dat aardrijkskunde erg interessant is. Elle ne comprend jamais rien aux maths. = Zij snapt nooit iets van wiskunde. Pendant le cours d'histoire tout le monde fait attention. = Tijdens de geschiedenisles let iedereen op. Je suis créatif, j'adore le dessin. = Ik ben creatief, ik ben dol op tekenen. Le trois septembre, c'est la rentrée. = Drie september is het begin van het schooljaar. Ma vie scolaire était formidable. = Mijn schoolleven was fantastisch. Quand on n'a pas de bonnes notes, on peut redoubler. = Als je geen goede cijfers hebt, kun je blijven zitten. Les élèves avaient à résoudre un problème de mathématiques. = De leerlingen moesten een wiskundesom oplossen. Le prof de français est sympa, mais sévère. = De docent Frans is aardig maar streng. Le prof vérifie si tous les élèves sont là. = De docent controleert of alle leerlingen er zijn. Dans l'examen il s'agit de la compréhension écrite. = Bij het examen gaat het om leesbegrip. J'apprends facilement, j'ai une bonne mémoire. = Ik leer makkelijk, ik heb een goed geheugen. Il faut réfléchir avant de répondre à la question. = Je moet nadenken voordat je antwoord geeft op de vraag. Ils n'ont pas compris l'explication du prof. = Zij hebben de uitleg van de docent niet begrepen. Tout le monde est attentif quand il parle. = Iedereen is aandachtig als hij praat. C'est un sujet pour l'expression écrite. = Het is een onderwerp voor schrijfvaardigheid. Pour les maths on a besion d'une calculatrice. = Bij wiskunde heb je een rekenmachine nodig. Pendant la récré, les jeunes courent dans les coulois. = Tijdens de pauze rennen de jongeren door de gangen. Tu peux traduire la phrase 4 s'il te plaît. = Kun jij zin 4 vertalen alsjeblieft? De leraar geschiedenis is altijd te laat. = Le prof d'histoire est toujours en retard. Onze mentor is ook onze leraar wiskunde. = Notre prof principal est aussi notre prof de maths. Open jullie tekstboek op bladzijde 25. = Ouvrez votre livre de textes à la page 25. Welke bladzijde heeft u gezegd, meneer? = Quelle page avez-vous dit, monsieur? Wat is je leukste schoolvak? = Quelle est ta matière préférée? We hebben altijd veel huiswerk voor Engels. = On a toujours beaucoup de devoirs pour l'anglais. Deze oefening is behoorlijk moeilijk. = Cet exercice est assez difficile. Wat is het antwoord op de tweede vraag? = Quelle est la réponse à la deuxième question? Mevrouw, ik wil graag een vraag stellen. = Madame, je voudrais poser une question. Volgende week hebben jullie een proefwerk. = La semaine prochaine vous aurez une composition. Kunt u het huiswerk herhalen? = Vous pouvez répéter les devoirs? Kijk allemaal op het schoolbord. = Regardez tous le tableau. Ik ben erg goed in talen. = Je suis très fort en langues. Zij heeft het hoogste cijfer van de klas. = Elle a la meilleure note de la classe.
Ingezonden op 04-11-2013 - 1980x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!