Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Finish Up Engels Idioom
› 1 ALLES GODVEREDOMME
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Finish Up Engels Idioom
1 ALLES GODVEREDOMME
Jaar 6 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
voorbeeldig = exemplary oplettend = attentive eerste/ voornaamste = primary helemaal = altogether vaardig = proficient vaardigheid = proficiency krijgen/ verkrijgen = to acquire aanwinst/ aankoop = acquisition woordgroep/ zinsnede = phrase behalve = but al te zeer = unduly mannelijk = masculine vrouwelijk = feminine diepgaand/ grondig = profound privéleraar = tutor onderwijs = tuition slap = lax uitblinken = excel vandaar/ daarom = hence plaatsvervanger = deputy licht werpen op = to cast light on lijfstraf = corporal punishment mopperen = to grumble laten gelden = to assert stilte = hush helder/ duidelijk = lucid toekomstig = prospective gelaatskleur = complexion kracht/ energie = vigour sterk/ energiek = vigorous pijn doen = to ache zwak = feeble; frail; delicate; faint achteruitgaan = decline verpletteren = to crush strelen = caress wankelen = to stagger draaien = to twist rukken = to jerk even kijken = to glance dutten = to doze gooien/ smijten = to fling ontwijken = to dodge stikken = to suffocate het voorhoofd fronsen = to frown grijpen = to grab zich bewegen = to stir roeren = to stir werpen = to cast uitputting = exhaustion onuitputtelijk = inexhaustible bewusteloos = senseless zwoegen = to toil hinken = to limb doorweken = to soak; to drench vermoeid = weary; fatigued terugkrijgen = regain gebrekkig = defective weerstaan = to withstand scherp/ hevig = acute gezondheid = constitution gezond = sound hevige pijn = agony kreunen = to groan terugkomen = to recur opgeven = to relinguish kwellen = torment afschuwelijk = hideous herstellen = to convalesce onthoofden = to behead scheiden = to sever precies aanwijzen = to pinpoint krans = wreath rustig/ kalm = tranquil controleren = to monitor toedienen = to administer tevoorschijn komen = to issue wel moeten = to be bound to bescherming/ voorzorg = safeguard eigenschap = property voordeel = benfit goed/ gunstig = beneficial aantasten = to affect aangrenzend = adjacent verbrijzelen = to shatter op het punt staan om = to be about to verstopt = clogged met rieten dak = thatched klemmen/ vastzitten = to jam rand = fringe inspannend = strenuous verbeteren/ verhogen = to enhance verbouwen/ veranderen = to convert steunen/ dragen = to sustain schilderachtig = quaint portiek = porch eenvoudig = humble gluren = to peep zich terugtrekken = to retire insteken = to insert verwelken = to fade verschieten = to fade volkomen/ totaal = utter plek = patch schouw = mantelpiece snuisterij = ornament drempel = threshold versperren = to bar verzamelen = to gather hakken = to chop ontwortelen = to uproot (on)hoorbaar = (in)audible overleggen = to deliberate ruw/ grof = coarse opmerken = to observe opmerking = observation duidelijk = plain vertellen = to narrate; to relate verhalend = narrative beschrijven = to depict sprakeloos = mute uitvoerig = elaborate uitweiden = to elaborate bevestigen = to affirm bevestigend = affirmative verzekeren = to assure stelregel/ spreuk = maxim humor = wit bloemlezing = anthology uitgebreid = comprehensive kerven = to inscribe herzien = to revise bestek/ terrein = scope bedoeld = intended eigenaardig/ vreemd = queer verwennen = to indulge toegeeflijk = indulgent openhartigheid = candour karaktereigenschap = trait manier = fashion beleefd = civil verbeteren/ veranderen = to amend goedmaken = to make amends for verstandig/ voorzichtig = prudent helemaal niet = by no means toegeven = to own streng/ hard = harsh voelen = to sense vervallen in = to lapse into doen alsof = to affect kattenkwaad = mischief ondeugend = mischievous beleefd/ hoffelijk = courteous beleefdheid = courtesy waardigheid = dignity waardig = dignified verwaand = conceited grof/ ruw = gross duidelijk = manifest attent = considerate losbandig = licentious verkwisten = to squander op het verkeerde pad = to lead astray kwaadaardig = malicious komen = to come about uitdagen = to defy negeren/ trotseren = to defy in strijd met = in defiance of sober/ eenvoudig = austere soberheid = austerity beschaafd = refined aard/ karakter = disposition afzijdig = aloof afkeuren = to frown upon naam/ reputatie = reputation; repute smet/ vlek = blemish een slechte naam bezorgen = disreputable steels/ heimelijk = furtive verlegen = self-conscious afluisteren = to eavesdrop berispen = to rebuke zuinigheid = thrift zuinig = thrifty verkwister = spendthrift zwak = flimsy smoes = pretext zich inspannen = to exert oneself inspanning = exertion bespotten = to mock spot = mockery zich onthouden van = to refrain from je neus steken in = to pry into stiekem; heimelijk = stealthy drijfveer = mainspring herstellen = to redress toegeven = to concede knoeien aan = to tamper with zelfvoldaan = smug; complacent zelfvoldaanheid = complacency zich bemoeien met = to meddle in in twijfel trekken = to question breuk = breach een standje geven = to scold overhaast = rash in de steek laten = to forsake bedrieglijk = deceptive bedrog = deception hulp zoeken = to seek help tevreden = content; contented ontevreden = discontented hooghartig = haughty vormen = moulded charmant = engaging eigenaardigheid = peculiarity vernederen = to degrade afkeuren = to disallow uitjouwen = to jeer at proberen = to endeavour poging = endeavour laat staan = let alone uitschakelen = to eliminate eervol = honourable (on)partijdig = (im)partial (on)partijdigheid = (im)partiality uitroepen tot = to proclaim beproeving = trial afdalen = to descend beklimmen = to ascend beklimming = ascent afdaling = descent benutten = to utilise zich bezighouden met = to pursue bezigheid = pursuit uitstekend = outstanding artiest = performer klucht = farce naleving = observance ergens voor zijn; steunen = to favour toejuichen = to acclaim evenaren = to match toveren = to conjure bediende = attendant faam; beroemdheid = renown beroemd = renowned kenmerk = hallmark ontwrichten = to disrupt ontwrichting = disruption gebeurtenis = occurrence toeschrijven aan = to ascribe to omleiden = to divert omleiding = diversion berm; rand = verge rijtuig; koets = carriage; coach vervoeren = to convey vervoer = conveyance moeten aankomen = to be due stoppen = to pull up stoeprand = kerb steeg = alley zacht; voorzichtig = gently gewoon = commonplace doorboren; een gaatje maken in = to puncture verblinden = to dazzle buurt = vicinity achteruitrijden = to reverse achterkant = rear gammel = ramshackle vet = grease lap; vod = rag betekenen = to signify glimp = glimpse zonder kunnen = to dispense with vermijden = to avert oppompen = to inflate uitlaat = exhaust lastig = awkward
Ingezonden op 07-11-2013 - 975x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!