Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis proefwerk van hoofdstuk 2 {Werkplaats vmbo-t havo}
› 2 Het oude Egypte.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis proefwerk van hoofdstuk 2 {Werkplaats vmbo-t havo}
, deel 1
2 Het oude Egypte.
Jaar 1 (mavo/havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ambacht = beroep waarbij iemand in een kleine werkplaats producten maakt of bewerkt bloeiend = als het ergens goed mee gaat bijvoorbeeld de economie landbouwoverschot = oogst die een boer zelf niet nodig heeft markt = plaats waar mensen handelen in producten door ze met elkaar te ruilen landbouwstedelijke samenleving = samenleving waarin de meeste mensen leven van landbouw ruilhandel = kopen en verkopen van producten specialiseren = je richten op een bepaald beroep welvaart = als er veel rijkdom is ambtenaar = persoon die werkt voor een regering belasting = betalen van goederen of geld aan de regering expansie = uitbreiding van grondgebied van een staat farao = de koning van Egypte heerschappij = bestuur, regering inscriptie = tekst gegraveerd in steen of metaal irrigatielandbouw = landbouw met kunstmatige bevloeiing koning = hoogste bestuurder van een staat koninkrijk = rijk met koning krijgsgevangene = iemand die in een oorlog is gevangen door een vijand onderdaan = persoon waarover een vorst regeert politiek = alles wat te maken heeft met het besturen van een land priester = godsdienstig leider regering = bestuur van een land op gebied rijk = gebied onder een regering staat = gebied onder een regering tempel = gebouw waar een god wordt vereerd volk = grote groep mensen, zoals de bewoners van een staat vorst = hoogste bestuurder van een staat adel = sociale groep, bestaande uit edelen erfelijk = als dingen van ouders op kinderen overgaan slaven = mensen die niet vrij zijn, maar bezit van andere zijn hoogontwikkeld = vergevorderd in ontwikkeling kunst = het maken van mooie dingen processie = plechtige optocht reliƫf = beeldhouwwerk dat gedeeltelijk vastzit op een vlakke ondergrond techniek = weten hoe je iets moet doen en kennis ook toepassen traditie = oud gebruik zuil = rechtopstaande steen, vaak een pilaar waarop een dak rust
Ingezonden op 08-11-2013 - 3210x bekeken.
Waardering 8.6 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Veel succes
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!