Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Wic
› 6 De Familie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Wic
, deel 21
6 De Familie
Jaar 2 (NT-2)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Op je achttiende ben je geen kind meer ; dan ben je _ . = volwassen Als je geen kind meer bent, ben je _ . = volwassen Die oude vrouw is opgenomen in een _tehuis. = bejaarden Men kan de mensen volgens hun leeftijd indelen in kinderen, volwassenen en _ . = bejaarden; senioren _ mensen leven meestal van hun pensioen. = Bejaarde De broer van mijn man is mijn _ . = zwager; schoonbroer Mijn _, de jongere broer van mijn man, is naar China. = zwager; schoonbroer Mijn schoonvader bouwt huizen, en zijn zoon, mijn _ dus, verkoopt meubels = zwager; schoonbroer In Sparta kregen de kinderen een heel strenge _. = opvoeding lk vind dat elementaire tafelmanieren nog altijd deel moeten uitmaken van een goede _ van de kinderen. = opvoeding Op school krijgen de kinderen ook gymnastiekles, en dat vak heet dan lichamelijke _. = opvoeding Deze priester heeft thuis en op school een religieuze _ gekregen, die hem sterk heeft beïnvloed . = opvoeding In Amerika wonen veel mensen van wie de grootouders of overgrootouders _ zijn uit Europa. = afkomstig Het Nederlandse woord “portemonnee” is _ van het Franse “portemonnaie” . = afkomstig Dat oude zakhorloge heeft voor mij sentimentele waarde : het is van mijn grootvader _ . = afkomstig We hebben wel dezelfde naam, maar zijn niet aan elkaar _ . = verwant Voor de gouden bruiloft hebben ze familie, vrienden, kennissen en verre _ in het buitenland uitgenodigd. = verwanten; familieleden In Amerika vind je waarschijnlijk wel verre _ als je in de telefoongids bij je eigen naam gaat kijken. = verwanten; familieleden De man van onze dochter is onze _ . = schoonzoon Onze dochters zijn allebei pas getrouwd, we hebben nu ook twee _ . = schoonzoons Mijn dochter is arts en haar man, mijn _ dus, is apotheker ! = schoonzoon _ genieten dikwijls meer van hun kleinkinderen dan van hun eigen kinderen. = Grootouders Op het feest van de _ hadden alle kleinkinderen geschenken en bloemen meegebracht. = grootouders De ouders van mijn ouders zijn mijn _. = grootouders Morgen is het de _ van mijn dochtertje, en ze heeft alle kinderen van haar klas uitgenodigd. = verjaardag Toen grootvader zeventig jaar werd, nodigde hij de hele familie uit om zijn _ te vieren. = verjaardag Ze is dertig jaar geworden en heeft voor haar _ dertig rozen gekregen. = verjaardag Hun kinderen werden katholiek _ , maar gaan nu niet meer naar de kerk. = opgevoed In Sparta werden de kinderen heel streng _ . = opgevoed; grootgebracht Zowel thuis als op school werden de kinderen vroeger strenger _ dan nu. = opgevoed Zijn zijn ouders in Frankrijk geboren ? Ja, hij is van Franse _ . = afkomst; origine Hij heeft blauw bloed ; hij is van hoge _ . = afkomst; origine Hoewel hij zijn hele leven in Spanje gewoond heeft, is hij niet van Spaanse _ : hij is eigenlijk Portugees. = afkomst; origine Over de _ van de nieuwe regering is nog niets bekend, zelfs niet wie de nieuwe premier wordt. = samenstelling; compositie Nu hebt u al mijn familieleden ontmoet en weet u alles over de _ van ons gezin. = samenstelling; compositie Bij de _ van dat product zijn heel wat giftige stoffen gebruikt. . = samenstelling; compositie Mijn broer heeft zijn vrouw in Indonesië ontmoet, mijn _ is een Indonesische. = schoonzus Mijn broer, mijn _ en hun drie kinderen zijn met de caravan op reis. = schoonzus De vrouw van mijn broer is mijn _. = schoonzus Zijn voornaam is Mikhail en zijn familienaam of _ Gorbatsjov. = achternaam Vroeger hadden de mensen alleen maar een voornaam, geen _. = achternaam; familienaam Op alfabetische lijsten staan de namen gerangschikt op _, niet op voornaam. = achternaam; familienaam Hij doet zijn werk uitstekend ; mijn enig _ tegen hem is dat hij te traag werkt. = verwijt Zij heeft geen goede relatie met haar moeder. Ze krijgt van haar altijd _ te horen zoals : “Je denkt alleen aan jezelf !”, enz. = verwijten Bij ruzies maak je elkaar soms _ waar je later spijt van hebt. = verwijten Het enige _ dat men de directeur kan maken, is dat hij niet vaak genoeg aanwezig is. = verwijt Als je een _ hebt aan studeren, kun je beter niet naar de universiteit gaan. = hekel lk heb een _ aan het opruimen van de rommel van een ander. = hekel Ik wil je niet, ik heb een _ aan jou. = hekel Heb jij er ook zo'n _ aan tijdens je vakantie kennissen te ontmoeten ? = hekel Ik ben samen met mijn twee jaar oudere broer _. Dat waren gelukkige jaren. Nu we allebei volwassen zijn, zien we elkaar niet meer zo vaak. = opgevoed; grootgebracht Hij _ _ in een klein dorpje en ging daarna in de stad verder studeren. = groeide op Het is voor hem heel erg zonder werk te zitten, want hij heeft drie _ kinderen van respectievelijk twaalf, veertien en zestien, die veel geld kosten. = opgroeiende Voor een kind is het heel belangrijk dat het in een rustige en gelukkige omgeving _. = opgroeit; grootwordt Kinderen van 3 à 4 tot 6 jaar noemt men _. = kleuters _ zijn kleine kinderen die al wel naar school mogen gaan, maar nog niet hoeven. = Kleuters _ leren op school nog niet schrijven of rekenen. Dat gebeurt pas als ze 6 of 7 jaar zijn. = Kleuters De ouders van mijn vrouw zijn mijn _. = schoonouders Zij kon beter opschieten met haar _ dan haar man. Nou ja, die had nooit veel contact gehad met zijn ouders. = schoonouders Mijn _ zijn allebei onlangs gestorven. Voor mijn vrouw was het een zware slag in zo korte tijd zowel haar moeder als haar vader te verliezen. = schoonouders De vader van mijn vrouw is mijn _ . = schoonvader Mijn man werkt in het bedrijf van mijn _ , zijn vader dus. = schoonvader Mijn vader en die van mijn verloofde, mijn toekomstige _ , kennen elkaar al jaren. = schoonvader De vader van mijn vader is mijn _ ; ook de vader van mijn moeder is mijn _. = grootvader Mijn grootmoeder is overleden, maar mijn _ leeft nog : hij is nu 85. = grootvader Koning Albert I van België was de _ van koning Boudewijn. = grootvader De vrouw van onze zoon is onze _ . = schoondochter Mijn zoon is dokter, en zijn vrouw, mijn _ dus, is dierenarts ! = schoondochter Onze zoon en _ hebben twee lieve kinderen van wie wij de trotse grootouders zijn. = schoondochter De moeder van mijn man is mijn _. = schoonmoeder Mijn man is apotheker, net zoals zijn moeder. Maar mijn _ oefent dat beroep niet meer uit, ze is al gepensioneerd. = schoonmoeder Mijn _ , de moeder van mijn vrouw dus, helpt ons met de kinderen. = schoonmoeder Het dochtertje van mijn zoon is mijn _. = kleindochter Mijn grootouders hebben drie kleinkinderen : twee kleinzoons en één _ . = kleindochter Elsje ging met opa wandelen. Wat was opa trots op zijn _ . = kleindochter Grootvader kan het niet goed _ als de muziek te hard staat, hij krijgt daar hoofdpijn van. = verdragen Hij kan niet _ dat zijn vrouw ook nog naar andere mannen kijkt. = verdragen In die familie hebben broers en zussen de hele tijd ruzie met elkaar, ze kunnen elkaar niet _ . = verdragen De moeder van mijn moeder is mijn _ . = grootmoeder Mijn grootvader is overleden, maar mijn _ leeft nog : ze is nu tachtig. = grootmoeder Het zoontje van mijn dochter is mijn _. = kleinzoon Opa was erg trots toen hij na al die kleindochters ook een _ kreeg. = kleinzoon De _ van Napoleon was “de Kleine Korporaal”. = bijnaam Sommige mensen hebben naast hun voornaam en hun familienaam ook nog een _ . = bijnaam De _ van Margaret Thatcher was “the Iron Lady”. = bijnaam Zij is op negenennegentigjarige leeftijd gestorven, niet aan een of andere ziekte, maar gewoon van _ . = ouderdom Men kent de juiste _ van deze antieke meubelen niet, maar ze zijn toch minstens tweehonderd jaar oud. = ouderdom Slecht horen is een _verschijnsel, het komt bij jonge mensen zelden voor. = ouderdoms Haar secretaresse is altijd op tijd ; ze kan haar alleen maar _ dat ze te traag werkt. = verwijten Dronken rijden mag je iemand terecht _ ,vind ik ; de risico's voor hemzelf en voor anderen zijn te groot. = verwijten lk heb gedaan wat ik kon, ik heb mij niets te _ . = verwijten Ze _ hem dat hij nooit eens een cadeautje voor haar kocht. = verwijt Zij was al vroeg _ , want haar man is jong gestorven. = weduwe Een vrouw van wie de man gestorven is, is _ . = weduwe Zij is sinds kort _ : haar man is onlangs bij een ongeval omgekomen. = weduwe Als mensen 25 jaar getrouwd zijn, vieren ze hun zilveren _ . = bruiloft Mijn vriend trouwt morgen ; ik ben uitgenodigd op de _ . = bruiloft Ik moet naar de receptie van een _ ; een collega treedt vandaag in het huwelijk met een oude vriendin van me. = bruiloft De kilometerlange files op de snelwegen naar het Zuiden zijn voor heel wat vakantiegangers een bron van _ . = ergernis; irritatie; wrevel Tot grote _ van het publiek kondigde de directeur van de opera aan dat de voorstelling niet kon doorgaan wegens ziekte van de hoofdrolspeelster. = ergernis; irritatie; wrevel Het hele plan is mislukt door uw fout, en u schijnt het niet te beseffen. Uw houding wekt _ . = ergernis; irritatie; wrevel De vrouw met wie men gehuwd is noemt men zijn _ . = echtgenote Mevrouw Willems is niet de _ van de heer Willems, ze is zijn zuster en ze is nog steeds niet getrouwd. = echtgenote; vrouw Getrouwde vrouwen met kinderen zijn zowel moeder als _ . = echtgenote Een getrouwd paar noemt men ook een _ . = echtpaar; koppel De laatste tijd is het huwelijk niet meer zo'n succes : veel _ gaan uit elkaar voor ze tien jaar getrouwd zijn. = echtparen; koppels Een man of vrouw die niet getrouwd is, is _ . = vrijgezel Hij dacht dat hij _ zou blijven, maar hij ontmoette op vijftigjarige leeftijd de vrouw van zijn dromen, met wie hij dan ook getrouwd is. = vrijgezel Hij wil niet trouwen, hij wil _ blijven. = vrijgezel De zoon van een oom of tante is een _ . = neef Ook de zoon van een broer of zus is een _ . = neef Ze heeft een grote familie, met veel _ en nichten. = neven De dochter van je oom of tante is je _ . = nicht Hij heeft een leuke _ van zes. Ze heet Liesje. Ze zegt nooit oom tegen hem, maar gewoon Henk. = nicht; nichtje Mijn broers of zussen hebben geen zonen, alleen maar dochters ; ik heb dus geen neven, alleen maar _. = nichten Op een huwelijksfeest mogen alle gasten de _ drie keer kussen. = bruid Aan de uitgang van de kerk stonden veel nieuwsgierigen naar de pasgetrouwden te kijken. De _ was helemaal in het wit gekleed. = bruid Die playboy trouwt vandaag voor de derde keer. - En wie is ditmaal de (on)gelukkige _ ? = bruid Na de dood van haar eerste _ is Denise opnieuw getrouwd. = echtgenoot; man De heer Peeters is de _ van mevrouw Peeters. = echtgenoot; man Toen mevrouw Van Dam haar man aan haar collega's voorstelde, zei ze : “Dit is Jan, mijn _ .” = echtgenoot Indien man en vrouw akkoord gaan om uit elkaar te gaan, kan de _ heel vlug gebeuren. = scheiding; echtscheiding Na hun _ kreeg zij het huis en de kinderen, en hij alleen wat geld. = scheiding; echtscheiding Het aantal _ tussen echtparen neemt steeds toe, en de kinderen zijn er meestal het grootste slachtoffer van. = scheidingen; echtscheidingen “Ik blijf altijd bij jou ; alleen de dood kan ons _ ! ", riep hij met passie. = scheiden Topmanagers, ministers en andere mensen met een zware verantwoordelijkheid houden hun werk en hun prive-leven meestal erg goed _ . = gescheiden; uit elkaar Na tien jaar huwelijk zijn ze _ en is ieder van hen een nieuw leven begonnen. = gescheiden; uit elkaar We hebben minder en minder vrienden die getrouwd blijven, ze zijn bijna al allemaal van hun partner _ . = gescheiden Voordat we het plan aan de anderen voorstellen, moeten we het eerst _ Eens worden over de slaagkansen. = onderling; onder elkaar Het _ verband tussen de twee delen van het werk ontbreekt volledig. = onderling Indien we samen iets willen ondernemen, is _ vertrouwen een absolute noodzaak. = onderling _ betekent vaak “onder elkaar”. = Onderling Hij vertelt nooit wat over zijn verleden, omdat hij zich een beetje over zijn afkomst. = schaamt Hoe heb je zoiets lelijks tegen je broertje kunnen zeggen ; je moest je _. = schamen Je misdadiger stond voor de rechtbank en zei dat hij zich voor al zijn misdaden _ . = schaamde In de rooms-katholieke kerk mogen priesters niet _. = huwen; trouwen Zijn ze _ ? - Niet meer, ze zijn al gescheiden. = gehuwd; getrouwd; samen _ is een ander woord voor “trouwen”. = Huwen Ze heeft hem _ om het geld, niet uit liefde. = gehuwd Na zijn _ kreeg die man zijn kinderen nog alleen in de weekends te zien. = scheiding; echtscheiding Na de _ moest de man heel veel alimentatiegeld betalen. = scheiding; echtscheiding Een jaar na hun _ waren Johan Jansens en zijn ex-vrouw allebei opnieuw getrouwd. = scheiding; echtscheiding Het lange wachten voor een loket _ veel mensen : ze worden boos op de lokettist. = ergert; irriteert; ontstemt; misnoegt Het lange wachten op een duidelijk antwoord van de administratie _ ons allen. = ergert; irriteert; ontstemt; misnoegt Je hoeft niet gelijk kwaad te worden! Korter gezegd : mens, _ je niet. = erger Veel mensen _ zich aan minder goede tafelmanieren. = ergeren; irriteren _ betekent ongeveer hetzelfde als “irriteren”. = Ergeren Die twee micro’s staan te dicht _ . Zet ze wat verder uit elkaar. = bijeen We moeten _ blijven betekent hetzelfde als : we moeten samenblijven. = bijeen Voor onze excursie hadden we afgesproken _ te komen bij de kerk. = bijeen; samen De persoon met wie men samenleeft of met wie men getrouwd is, noemt men de laatste tijd vaak de _ . = partner De vakbonden en de vertegenwoordigers van de werkgevers noemt men de sociale _ . = partners Op een dansfeest van het traditionele type zoekt iemand die wil dansen eerst een _ . = partner De meeste jonge meisjes van nu zien zich in de toekomst niet meer als _ zoals hun moeders. Ze willen een baan buitenshuis om zelfstandig te kunnen zijn. = huisvrouw Ze is helemaal niet het type van een _ : ze wil veel reizen en nooit trouwen. = huisvrouw Er zijn in onze tijd ook nog vrouwen die graag het huishouden doen, die dus graag _ zijn. = huisvrouw Het huis van haar ouders : dat was de _ die ze kreeg nadat beiden waren overleden. = erfenis; nalatenschap In grote families veroorzaken _ vaak ruzie, omdat het bezit van de overleden ouders in veel stukken verdeeld moet worden. = erfenissen; nalatenschappen De _ van die rijke man is bij testament geregeld : het grootste deel van zijn bezit gaat naar zijn neef in Amerika. = erfenis; nalatenschap Als _ heb je meer verantwoordelijkheden dan als kind. = volwassene Kinderen mogen gratis binnen, maar _ moeten betalen. = volwassenen
Ingezonden op 11-11-2013 - 872x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!