Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
SusanneEnglish
› 5 idiooom
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
SusanneEnglish
, deel 1
5 idiooom
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
untersagen = verbieden versagen = weigeren allmählich = langzamerhand zunächst = allereerst das Ergebnis = het resultaat eingehend = diepgaand; nauwkeurig die Ansicht = de mening; het gezicht; de inzage das Versehen = de vergissing versehentlich = per ongeluk das Geständnis = de bekentenis entlassen = ontslaan lässig = slap; nonchalant zuverlässig = betrouwbaar die Ausnahme = de uitzondering das Benehmen = het gedrag die Uhr = de klok; het uur die Stunde = het uur; het lesuur der Stundenausfall = lesuitval die Lage = de ligging; de situatie; de laag abermals = nog eens damals = toentertijd manchmal = soms of; öfters = vaak die Stellung = de houding; de positie die Ausstellung = de tentoonstelling darstellen = uitbeelden; voorstellen die Darstellung = de uitbeelding dürfen = mogen mögen = houden van der Gehalt = het gehalte; de innerlijke waarde das Gehalt = het salaris sich verhalten = zich verhouden; zich gedragen das Verhalten = het gedrag verbringen = doorbrengen aufgebracht = woedend etwa = ongeveer; soms; bijvoorbeeld führen = leiden; voeren der Führer = de gids; de leider der Führerschein = het rijbewijs das Lenkrad = het stuur (auto) fahren = rijden; varen langen = reiken reichen = voldoende zijn bisherig = tot nu toe geldend bitten = vragen sich verbitten = dringend verzoeken van iets verschoond te blijven versuchen = proberen; proeven die Bitte = het verzoek der Versuch = de poging versetzen = overplaatsen; verplaatsen; antwoorden die Voraussetzung = de veronderstelling; de voorwaarde das Bedenken = het bezwaar; de overweging die Aufmerksamkeit = de aandacht einfach = makkelijk einfältig = naïef die Gemeinschaftsproduktion = de coproductie brauchen = nodig hebben; gebruiken die Schicht = de laag; de dienst einzigartig = uniek der Erfolg = het succes die Beziehung = de relatie erziehen = opvoeden umziehen = verhuizen der Vertreter = de vervanger; de vertegenwoordiger herausfordern = uitdagen; ophitsen der Fortschritt = de vooruitgang der Kreis = de kring; de cirkel die Geschichte = het verhaal; de geschiedenis das Interesse = de interesse; het belang der Ort = de plaats das Ziel = het doel klar = duidelijk der Sinn = het zintuig; het gevoel; de gedachte; de geest; het doel
Ingezonden op 13-11-2013 - 1177x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!