Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Terminologie Professionnelle
› 3 La politique budgétaire
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Terminologie Professionnelle
, deel 1
3 La politique budgétaire
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la politique bugétaire = het begrotingsbeleid le budget de l'Etat = de rijksbegroting le ministre des Finances = de minister van Financiën la politique financière = het financieel beleid établir, dresser le budget national = de nationale begroting opstellen les propositions budgétaires = de begrotingsvoorstellen budgétiser = budgetteren la budgétisation = de budgettering approuver le budget = de begroting goedkeuren les finances de l'Etat, les finances publiques = de rijksfinanciën, de openbare middelen le Trésor, la Trésorerie = de schatkist les recettes et les dépenses = de inkomsten en de uitgaven le déficit budgétaire = het begrotingstekort le cabinet veut ramener le déficit à 6 pour cent du revenu national = het kabinet wil het tekort terugbrengen tot 6 procent van het nationaal inkomen l'Etat emprunte sur les marchés financiers internationaux = de staat leent op de internationale geldmarkten rembourser un emprunt = een lening terugbetalen le remboursement d'un emprunt = de terugbetaling van een lening la dette publique = de staatsschuld la réduction des dépenses = de vermindering van de uitgaven le nouveau plan de financement permet de faire des économies = het nieuwe financieringsplan maakt besparingen mogelijk le produit national brut stagne = het bruto nationaal product stagneert le produit national net augmente = het netto nationaal product neemt toe le produit intérieur brut, la production intérieure brute a triplé = het bruto binnenlands product is verdrievoudigd le poids des importations dans le produit intérieur brut est faible = het aandeel van de import in het bruto binnenlands product is gering le régime fiscal, le système fiscal = het belastingstelsel le fisc = de fiscus le droit fiscal = het belastingrecht la loi fiscale = de belastingwet les impôts, les taxes = de belastingen les impôts directs et indirects = de directe en indirecte belastingen l'impôt d'Etat et l'impôt local = de rijksbelasting en de plaatselijke belasting les taxes communales = de gemeentebelastingen l'impôt sur le revenu = de inkomstenbelasting l'impôt de solidarité sur la fortune = de vermogensbelasting l'impôt sur les sociétés = de vennootschapsbelasting l'impôt sur le chiffre d'affaires = de omzetbelasting la taxe sur la valeur ajoutée = de belasting over de toegevoegde waarde réduire, diminuer les impôts = de belasting verlagen la réduction des impôts = de belastingverlaging augmenter les impôts = de belastingen verhogen l'augmentation des impôts = de belastingverhoging l'imposition, la taxation = de belastingheffing imposer = belasten (algemeen) taxer = belasten (zaken) imposable = belastbaar (algemeen) taxable = belastbaar (zaken) le revenu imposable = het belastbaar inkomen le contribuable = de belastingbetaler, belastingplichtige la déclaration d'impôt, de revenus = de belastingaangifte déclarer ses revenus = zijn inkomen opgeven exempt d'impôts = belastingvrij exempt de T.V.A. = vrijgesteld van BTW les prix à l'exportation sont des prix hors taxes = exportprijzen zijn prijzen zonder belasting le prix toutes taxes comprises = de prijs inclusief belasting rembourser un impôt, une taxe = belasting terugbetalen l'avantage fiscal = het fiscaal voordeel la dette fiscale = de belastingschuld la fraude fiscale = de belastingontduiking le fraudeur fiscal = de belastingontduiker l'année d'imposition = het belastingjaar les charges, les frais déductibles = aftrekbare belastingen percevoir, recouvrer des impôts = de belasting innen la perception, le recouvrement des impôts = de belastinginning
Ingezonden op 24-11-2013 - 831x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!