Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits woordenlijsten
› 2 Genuss ohne Reue
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits woordenlijsten
2 Genuss ohne Reue
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de schotel, het eten = die Speise het voorgerecht = die Vorspeise het dessert = die Nachspeise het gerecht = das Gericht het recept = das Rezept het ingrediënt = die Zutat koken = kochen braden = braten bakken = backen kruiden = würzen snijden = schneiden roeren = rühren schillen = schälen in blokjes snijden = würfeln roosteren = rösten bestrooien = bestreuen vermengen = vermischen serveren = servieren de deeg = der Teig de oven = der Ofen het kruid = das Kraut het vlees = das Fleisch de worst = die Wurst de zuurkool = das Sauerkraut de vis = der Fisch de zalm = der Lachs de groente = das Gemüse het fruit = das Obst de aardappel = die Kartoffel het gebak, de cake = der Kuchen het gebak = das Gebäck het koekje = der Keks de room = die Sahne de saus = die Soße de kruiden = das Gewürz de kerstmarkt = der Weihnachtsmarkt de zak = die Tüte de/het kraam, het stalletje = die Bude het feest, de kerkelijke feestdag = das Fest (feest)vieren = feiern het gebruik, de traditie = der Brauch de oude gebruiken = das Brauchtum de optocht, de stoet = der Umzug de manifestatie, het feest = die Veranstaltung organiseren = veranstalten de kermis = die Kirmes plaatsvinden = stattfinden de herkomst = die Herkunft de plaats = der Ort plaatselijk, lokaal = örtlich kerkelijk = kirchlich de horeca = das Gaststättengewerbe (van iets) genieten = (etwas) genießen zich ontspannen = sich erholen Nieuwjaar = Neujahr carnaval = Karneval de Goede Week = die Karwoche aswoensdag = Aschermittwoch Witte Donderdag = Gründonnerstag Goede Vrijdag = Karfreitag Pasen = Ostern Pinksteren = Pfingsten de nationale feestdag = der Nationalfeiertag kerstavond = Heiligabend Kerstmis = Weihnachten oudejaarsavond = Silvesterabend beloven = versprechen
Ingezonden op 24-11-2013 - 5956x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
25-11-2013
.
Waardering 5.4 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!