Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn en Grieks
› 84 Latijn woorden 101-200
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn en Grieks
, deel 100-125
84 Latijn woorden 101-200
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
magis=meer venio=komen iste, ista, istud=1 die 2 dat ne+conj=1 opdat niet 2 dat corpus=1 lichaam 2 lijk vita, ae=leven bellum, i=oorlog bellum gerere=oorlog voeren nam / namque=want urbs, urbis=stad tempus, temporis=tijd iubeo=bevelen autem=1 maar 2 echter virtus, virtutis=1 kwaliteit 2 moed pater, patris=vader ita=zo quidam=1 een zeker iemand 2 sommige quia=omdat sine+abl=zonder sic=zo vir, viri=man accipio=1 ontvangen 2 vernemen tam=zo quam...tam=hoe...des te causa, ae=1 oorzaak 2 zaak gen+causa=wegens honoris causa=wegens de eer an=of nisi=1 als niet 2 behalve at=maar quidem=1 tenminste 2 weliswaar ne...quidem=zelfs...niet quidem...sed=weliswaar...maar totus,tota,totum=geheel peto,petere,petivi,petitum=1 proberen te bereiken 2 vragen 3 gaan naar 4 aanvallen domus=huis domi=thuis domum=naar huis domo=van huis vis=1 kracht 2 macht vires=1 krachten 2 strijdkrachten mors=dood malus=slecht malum=1 iets slechts 2 ongeluk tum/tunc=1 dan 2 vervolgens terra=1 land 2 aarde 3 grond terra marique=te land en ter zee primus=eerst superus=boven superior=hoger supremus=hoogste pro+abl=1 voor 2 in plaats van ergo=dus fortuna=1 lot 2 geluk mitto,mittere,misi,missum=zenden dein/deinde=vervolgens arma=wapens beneficium=weldaad credo=1 geloven 2 toevertrouwen tantus=zo groot sequor=volgen miles,militis=soldaat populus=volk quaro=1 zoeken 2 vragen debeo=1 moeten 2 verschuldigd zijn itaque=1 dus 2 en zo vinco=1 overwinnen 2 overtreffen dum+ind=1 terwijl 2 zolang als 3 totdat dum+coni=1 totdat 2 mits fio=worden fieri potest ut+coni=het kan gebeuren dat natura=natuur apud+acc=bij pono=1 plaatsen 2 neerleggen alter=1 de een 2 de ander 3 de tweede alter...alter=de een...de ander nomen=naam eo=gaan capio=1 nemen 2 gevangennemen scio=1 weten 2 kunnen modus=1 maat 2 manier quemadmodum=1 hoe 2 zoals quomodo=1 hoe 2 zoals modo(bijwoord)=1 hoe 2 zoals modo...modo=nu eens...dan weer non modo...sed etiam=nu eens...dan weer vos=jullie nemo=1 niemand 2 geen nemo...nisi=niemand...behalve een puto=1 menen 2 beschouwen als quisquis=wie ook maar quisque=ieder teneo=1 houden 2 bezet houden vivo=leven relinquo=1 achterlaten 2 verlaten parum=niet genoeg mare=zee audio=1 horen 2 luisteren consilium=1 overleg 2 besluit 3 plan 4 raad imperium=1 bevel 2 heerschappij 3 rijk saepe=vaak annus=jaar
Ingezonden op 26-11-2013 - 1933x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-12-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!