Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
N.K. Duits
› 1 Lernliste
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
N.K. Duits
1 Lernliste
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
sich beschäftigen mit = zich bezighouden met umsonst = voor niets tagsüber = overdag der Hinweis = de informatie, de aanwijzing die Veranstaltung = het evenement ortskundig = met de plaats bekend öffentliche Verkehrsmittel = openbaar vervoer sperren = afsluiten der Vortrag = de lezing pennen = slapen sich verabreden = afspreken das Kino = de bioscoop die Hausaufgaben = het huiswerk die Lust = de zin dürfen = mogen die Qual = de kwelling die Wahl = de keuze die Art = de soort einordnen = rangschikken das Kriterium = het criterium herausfinden = een oplossing vinden die Gattung = de soort der Zeichentrickfilm = de tekenfilm die Komödie = de komedie, het blijspel austragen = organiseren sich entscheiden = een keuze maken auswählen = uitzoeken schließen = concluderen, sluiten stattfinden = plaatsvinden die Öffentlichkeit = de openbaarheid, publiciteit aufführen = vertonen der Wettbewerb = de wedstrijd zusätzlich = daarbij, extra gerade = juist, net vereinbaren = afspreken die Beziehung = de betrekking, de relatie der Alltag = het dagelijks leven die Datsche = de datsja, het tuinhuisje harmlos = onschuldig der Maler = de schilder der Ort = de plaats der Grund = de reden der / die Verwandte = het familielid die Erlaubnis = de toestemming die Straßenbahn = de tram der Vorschlag = het voorstel unbedingt = absoluut, per se der Stadtplan = de plattegrond / kaart van een stad das Handy = de mobiele telefoon unbemerkt = onopgemerkt austauschen = uitwisselen vernünftig = verstandig der Schritt = de stap der Lkw = de vrachtwagen die Stelle = de plaats, plek die Bushaltestelle = de bushalte das Viertel = de wijk der Schriftsteller = de schrijver hinrichten = terechtstellen, executeren die Geschwister = de broer(s) en / of zus(sen) der Angestellte = de employé, de functionaris der Denkmalschutz = de monumentenzorg bereits = reeds der Gewerbepark = het industriepark der Begründer = de oprichter die Ecke = de hoek die Kneipe = de kroeg der Ausflug = het uitstapje, de tocht begeistern = enthousiast maken einmalig = uniek das Wahrzeichen = het herkenningsteken verpassen = missen behilflich = behulpzaam sich beschränken = zich beperken die Fakten = de feiten die Begegnung = de ontmoeting die Vergangenheit = de geschiedenis der Riss = de scheur der Schutz = de bescherming das Merkmal = het kenmerk das Ergebnis = het resultaat die Trümmer = het puin üppig = weelderig, overvloedig der Aufzug = de lift die Einschränkung = de beperking die Versöhnung = de verzoening die Wende = de omwenteling / val van de muur die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid die Stadtrundfahrt = de rondrit door de stad um die Häuser ziehen = stappen entweder ... oder ... = òf ... òf ... sich unterhalten = praten die Klamotten = de kleren salopp = ongedwongen die Tanzfläche = de dansvloer die Laune = het humeur gut drauf sein = een goede bui hebben ausfindig machen = opsporen der Aufenthalt = het verblijf erholen = uitrusten, ontspannen angeln = vissen reiten = paardrijden der Versuch = de poging stolpern = struikelen der Freizeitpark = het recreatiepark der Campingplatz = de camping das Zelt = de tent der Ferienjob = het vakantiebaantje der Gehsteig = het trottoir die Anzeige = de advertentie der Treffpunkt = de ontmoetingsplaats die Festung = de vesting, het kasteel das Nachtquartier = het nachtverblijf erkunden = verkennen die Ankunft = de aankomst klettern = klimmen vermitteln = verschaffen, geven das Einmaleins = de grondbeginselen der Fels, der Felsen = de rots bequem = comfortabel der Tagebau = open groeve, dagbouw die Ergänzung = de aanvulling das Industriegelände = het industrieterrein die Witterung = de weersgesteldheid insgesamt = in totaal aufregend = opwindend, spannend der (Knie)Schoner = de (knie)beschermer der Gegenstand = het voorwerp die Bahn = het spoor, de trein die Fähre = de veerboot die Baustelle = het bouwterrein radeln = fietsen (Zuidduits) die Schürfwunde = de schaafwond die Altstadt = het oude stadgedeelte leider = helaas schließlich = ten slotte die Begeisterung = het enthousiasme ahnen = vermoeden der Fahrplan = de dienstregeling umsteigen = overstappen der Mist = de mest, de mesthoop der Nebel = de mist die Landwirtschaft = de landbouw die Weihnachten = de kerstdagen die Jahreszeit = het jaargetijde die Schwalbe = de zwaluw der Tau = de dauw das Gewitter = het onweer das Unwetter = het noodweer frieren = vriezen trocken = droog spüren = merken bewölkt = bewolkt zeitweise = van tijd tot tijd der Schauer = de bui die öffentlichen Verkehrsmittel = het openbaar vervoer der Landwirt = de landbouwer, de boer schlimm = erg der Treibhauseffekt = het broeikaseffect die Wettervorhersage = het weersvoorspelling heiter = onbewolkt verwenden = gebruiken um die 25 Grad = rond 25 graden der Schirm = de paraplu der Drachen = de vlieger die Badehose = de zwembroek
Ingezonden op 28-11-2013 - 1279x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!