Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Hongaars leren
› 3 Határatlépés (werkwoorden)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Hongaars leren
3 Határatlépés (werkwoorden)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ik weet = tudok jij weet = tudsz hij, zij weet = tud wij weten = tudunk jullie weten = tudtok zij weten = tudnak ik spreek = beszélek jij spreekt = beszélsz hij, zij spreekt = beszél wij spreken = beszélünk jullie spreken = beszéltek zij spreken = beszélnek ik zit = ülök jij zit = ülsz hij, zij zit = ül wij zitten = ülünk jullie zitten = ültök zij zitten = ülnek ik lees = olvasok jij leest = olvasol hij, zij leest = olvas wij lezen = olvasunk jullie lezen = olvastok zij lezen = olvasnak ik koop = veszek jij koopt = veszel hij, zij koopt = vesz wij kopen = veszünk jullie kopen = vesztek zij kopen = vesznek ik kook = főzök jij kookt = főzöl hij, zij kookt = főz wij koken = főzünk jullie koken = főztök zij koken = főznek ik onderwijs = tanítok jij onderwijst = tanítasz hij, zij onderwijst = tanit wij onderwijzen = tanítunk jullie onderwijzen = tanítotok zij onderwijzen = tanítanak ik begrijp = értek jij begrijpt = értesz hij, zij begrijpt = ért wij begrijpen = értünk jullie begrijpen = értetek zij begrijpen = értenek ik zend = küldök jij zendt = küldesz hij, zij zendt = küld wij zenden = küldünk jullie zenden = küldötök zij zenden = küldenek kennen = tud kennen inf = tudni onderwijzen = tanít onderwijzen inf = tanítani spreken = beszél spreken inf = beszélni begrijpen = ért begrijpen inf = érteni zitten = ül zitten inf = ülni zenden = küld zenden inf = küldeni ik speel piano = zongorázom, zongorázok jij speelt piano = zongorázol hij, zij speelt piano = zongorázik wij spelen piano = zongorázunk jullie spelen piano = zongoráztok zij spelen piano = zongoráznak ik ontbijt = reggelizem, regellizek jij ontbijt = reggelizel hij, zij ontbijt = reggelizik wij ontbijten = reggelizünk jullie ontbijten = reggeliztek zij ontbijten = reggeliznek ik leef = lakom, lakok jij leeft = laksz hij, zij leeft = lakik wij leven = lakunk jullie leven = laktok zij leven = laknak leven inf = lakni leven = lakik ontbijten = reggelizik ontbijten inf = reggelizni piano spelen = zongorázik piano spelen inf = zongorázni
Ingezonden op 28-11-2013 - 937x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!