Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
duits mc
› 3 rm M
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
duits mc
, deel A
3 rm M
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wann ziehst du um? = Wanneer verhuis jij? In den Ferien. = In de vakantie. Das ist schon in einer Woche. = Dat is al over een week! Ich weiß. = Ik weet het. Hast du ein großes Zimmer? = Heb je een grote kamer? Nein, es ist ziemlich klein. = Nee, hij is nogal klein. Welche Farbe hat es? = Welke kleur heeft het? Es ist weiß und blau. = Het is wit en blauw. Wo steht dein Bett? = Waar staat je bed? Es steht in der Ecke. = Het staat in de hoek. Hast du einen Schreibtisch? = Heb je een bureau? Nein, ich mache meine Hausaufgaben immer im Bett. = Nee, ik maak mijn huiswerk altijd in bed. Wie sieht dein Zimmer aus? = Hoe ziet je kamer er uit? Neben meinem Bett steht ein Nachttisch. = Naast mijn bed staat een nachtkastje. Ich habe auch einen Computer im Zimmer. = Ik heb ook een computer op mijn kamer. Wo steht der? = Waar staat die? Der steht auf dem Schreibtisch. = Die staat op het bureau. Hast du einen Fernseher in deinem Zimmer? = Heb je een televisie op je kamer? Ja, der hängt an der Wand. = Ja, die hangt aan de muur. Hast du mein Buch gesehen? = Heb je mijn boek gezien? Ich glaube, es liegt unter deinem Stuhl. = Ik denk dat het onder je stoel ligt. Und meine Tasche? = En mijn tas? Ich weiß nicht. Welche Farbe hat sie? = Ik weet het niet. Wat voor kleur heeft hij? Sie ist gelb und schwarz. = Hij is geel en zwart. Die liegt hinter der Tür. = Die ligt achter de deur. Wie hast du dein Zimmer eingerichtet? = Hoe heb je je kamer ingericht? Mein Zimmer ist braun und weiß. An der linken Seite stehen mein Bett und ein Tisch. An der anderen Seite steht ein Sofa. = Mijn kamer is bruin en wit. Aan de linkerkant staan mijn bed en een tafel. Aan de andere kant staat een bank. Wo steht dein Kleiderschrank? = Waar staat je klerenkast? Der steht zwischen dem Bett und dem Tisch. = Die staat tussen het bed en de tafel.
Ingezonden op 05-12-2013 - 1157x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
06-12-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!