Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
LOI Italiaans voor beginners (A1/A2)
› 14
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
LOI Italiaans voor beginners (A1/A2)
hoofdstuk 14
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
all'aperto = in de open lucht saltare = springen; overslaan l'antipasto = voorgerecht il piatto = bord il primo piatto = eerste gang la cotoletta alla milanese = gepaneerde schnitzel l'insalata mista = gemengde salade il cameriere = ober il secondo; il secondo piatto = tweede gang intanto = intussen il Campari = Italiaans aperitief soda = sodawater ottimo = uitstekend il prosecco = Italiaanse witte wijn il menù = menu; menukaart la fame = honger il vitello = kalf il vitello tonato = kalfsvlees in tonijnsaus il fungo = paddestoel i funghi trifolati = paddestoelen in olijfolie met knoflook en peterselie l'affettato = gesneden worst misto = gemengd i panzarotti = gevulde pasta la pasta = meelgerecht la ricotta = ricotta ripieno di = gevuld met; boordevol il prosciutto = ham l'uovo = ei le uova = eieren il prezzemolo = peterselie friggere = bakken pesante = zwaar la porzione = portie le penne = penne arrabbiato = boos il risotto = risotto il pescatore = visser il risotto del pescatore = risotto met vis veramente = eigenlijk; werkelijk; inderdaad la lepre = haas toscano = Toscaans il brasato = gesmoord rundvlees Barolo = Italiaanse rode wijn l'arrosto = gebraden stuk vlees il pesce = vis la bistecca = lapje vlees la griglia = gril; rooster la scaloppina = dun plakje kalfsvlees la maniera = manier il dente = tand gli spaghetti al dente = beetgare spaghetti avere l'intenzione di = van plan zijn fissare = vastzetten fissare un appuntamento = een afspraak maken il prosciutto crudo = rauwe ham crudo = rauw il melone = meloen i tortellini = tortellini la panna = room le fettuccine = fettuccine il salmone = zalm gli spaghetti alla carbonara = spaghetti alla carbonara il minestrone = groentesoep il pollo = kip i capperi = kappertjes la cena = avondmaaltijd pessimo = zeer slecht squisito = uitmuntend; exquis sorprendente = verrassend il dolce = toetje; dessert il tiramisù = tiramisu il torrone = harde noga la zuppa = soep la zuppa inglese = zuppa inglese la grappa = grappa la sambuca = sambuca l'assaggio = proef il gradimento = welgevallen; bevallen matto = gek il conto = rekening eccellente = voortreffelijk l'occasione = gelegenheid il resto = de rest tenere = houden mantere = onderhouden sostenere = steunen; beweren appartenere = toebehoren ottenere = krijgen ritenere = achten; geloven; inhouden trattenere = adem inhouden togliere = afnemen; wegnemen la tranquillità = rust; kalmte la fretta = haast accompagnare = begeleiden gli occhiali = bril
Ingezonden op 05-12-2013 - 926x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!