Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Economie Teun
› 7 begrippen H1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Economie Teun
, deel 2
7 begrippen H1
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Verplichte betaling aan de overheid = Belasting. Overzicht van alle transacties tussen een land en het buitenland. = Betalingsbalans. Netto binnenlands inkomen plus afschrijvingen = Bruto binnenlands inkomen. Opbrengstwaarde van geproduceerde goederen en diensten minus de waarde van de daarvoor gebruikte grondstoffen en ingekochte diensten. = Bruto toegevoegde waarde. Netto-investering plus afschrijving = Bruto-investering. De voorraad buitenlands geld = Buitenlandse valutareserve. Deelrekening van de betalingsbalans waarop de waarde van de in- en uitgevoerde diensten wordt geregistreerd. = Dienstenrekening. Schematische weergave van de geld- en goederenstromen binnen de economie. = Economische kringloop. Waarde van alle in een jaar aan het buitenland verkochte goederen en diensten. = Export. Deelrekening van de betalingsbalans waarop de waarde van de in- en uitgevoerde goederen wordt geregistreerd. = Goederenrekening. Waarde van alle goederen en diensten die in een jaar van het buitenland zijn gekocht. = Import. Deelrekening van de betalingsbalans waarop ontvangsten uit en betalingen aan het buitenland worden geregistreerd van inkomensoverdrachten. = Inkomensoverdrachtenrekening. Deelrekening van de betalingsbalans waarop grensoverschrijdende investeringen, beleggingen en kredietverleningen worden geregistreerd. Kapitaalrekening. Totaal van vier deelrekeningen van de betalingsbalans. = Lopende rekening. Relatie tussen macro-economische variabelen = Macro-economische identiteit. Optelsom van alle primaire inkomens die door de ingezetenen van een land gedurende een jaar worden verdiend. = Nationaal inkomen. Overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de economie. = Nationale rekeningen. Optelsom van alle primaire inkomens die in een land gedurende een jaar worden verdiend. = Netto binnenlands inkomen. Optelsom van alle netto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar worden gecreƫerd. = Netto binnenlands product. Investering die de kapitaalgoederenvoorraad vergroot. = Netto-investering. Waarde van alle door de overheid in een jaar aangeschafte goederen en diensten. = Overheidsbestedingen. Inkomen verdiend met het beschikbaar stellen van productiefactoren = Primair inkomen. Deelrekening van de betalingsbalans waarop ontvangsten uit en betalingen aan het buitenland van primaire inkomens worden geregistreerd. = Primaire-inkomensrekening. Het verschil tussen de uitvoer en de invoer. = Uitvoersaldo.
Ingezonden op 04-01-2014 - 1678x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!