Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
atdam 3U
› 2130 Worthilfe
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
atdam 3U
2130 Worthilfe
Jaar 5 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Weihnachten = Kerstmis der Feiertag = de feestdag schmücken = versieren die Feierlichkeit = de festiviteit die Feier = de viering ; het feest überholt = achterhaald ; verouderd Ostern = Pasen nachträglich = achteraf die Rede = de rede ; de toespraak der Umzug = de optocht die Hochzeit = de bruiloft ; het huwelijksfeest prangen = prijken die Veranstaltung = het evenement veranstalten = organiseren heiter = opgewekt die Heiterkeit = de vrolijkheid endgültig = definitief heben = heffen heben = verhogen ; bevorderen gehoben = voornaam ; deftig überschütten = overladen gemütlich = gezellig plaudern = praten ; kletsen übertönen = overstemmen die Theke = de bar sich verhalten = zich gedragen das Muster = het patroon sich verhalten = zijn ; gesteld zijn met billigen = goedkeuren sich benehmen = zich gedragen tadellos = onberispelijk der Tadel = het verwijt scheuen = bang zijn voor widerwillig = met tegenzin geschickt = handig selbstlos = onbaatzuchtig entschlossen = vastberaden zustimmen = ermee eens zijn hegen = koesteren ; hebben die Maßnahme = de maatregel sich bemühen = zich inspannen die Abhilfe = de uitkomst ; de hulp der Anspruch = de aanspraak ; de eis anspruchlos = bescheiden anspruchsvoll = veeleisend selbstverständlich = vanzelfsprekend die Erkenntnis = het inzicht einverstanden sein = het eens zijn das Schicksal = het (nood)lot ; het lot ; het noodlot viel hermachen von = veel ophef maken over die Eigentümlichkeit = de eigenaardigheid spinnen = bazelen ; kletsen das Hirngespinst = het hersenspinsel ungebührlich = onbehoorlijk gebühren = toekomen gebührend = passend vorgehen = gebeuren der Vorgang = de toedracht tarnen = camoufleren sich irren = zich vergissen der Irrtum = de vergissing der Einzelgänger = de einzelgänger der Einzelne = het individu sich annehmen = zich ontfermen over aussätzig = melaats sich aufführen = zich gedragen verkracht sein = gebrouilleerd zijn der Krach = de ruzie der Börsenkrach = de beurskrach zugestehen = toegeven das Zugeständnis = de toegeving ; de concessie auffordern = verzoeken ; sommeren die Bedingung = de voorwaarde unbedingt = onvoorwaardelijk bedingt = tot op zekere hoogte -bedingt = vanwege entrüstet = verontwaardigd reißen = scheuren die Laune = het humeur eifersüchtig = jaloers die Rache = de wraak aufbringen = boos maken der Schimmer = het vleugje ; het greintje der Anflug = het vleugje ; het greintje die Anerkennung = de waardering ergreifen = aangrijpen empfinden = gevoelen verzweifeln = wanhopen die Verzweiflung = de wanhoop gleichgültig = onverschillig geschmacklos = smakeloos verkraften = verwerken ahnen = vermoeden begeistert = enthousiast bedauern = betreuren empört = verontwaardigd die Empörung = de verontwaardiging langweilig = saai die Langeweile = de verveling auslösen = veroorzaken anfänglich = aanvankelijk die Zuneigung = de genegenheid die Aufregung = de opwinding erstaunen = verbazen staunen = verbaasd zijn erstaunlich = verbazingwekkend schmeicheln = vleien halten von = vinden van ; denken van sich sehnen = (vurig) verlangen ; vurig verlangen ; verlangen die Sehnsucht = het vurige verlangen ; het (vurige) verlangen ; het verlangen die Erregung = de opwinding sich erregen = zich opwinden erregen = veroorzaken ; teweegbrengen der Neid = de jaloezie empfinden als = voelen als ; vinden empfindlich = gevoelig fragwürdig = twijfelachtig der Albtraum = de nachtmerrie die Wehmut = de weemoed verrückt = gek gelähmt = verlamd die Aufmerksamkeit = de aandacht aufmerksam = attent fassungslos = buiten zich zelf ; totaal van streek die Fassung = de kalmte die Miete = de huur kündigen = opzeggen die Genehmung = de vergunning beantragen = aanvragen vermitteln = bezorgen hässlich = lelijk der Geruch = de geur ; het luchtje der Geruch = de reuk der Duft = de geur ausstatten = inrichten die Ausstattung = de inrichting die Tapete = het behang der Teppich = het tapijt unbequem = ongemakkelijk der Rasen = het gazon verzichten auf = afzien van die Farbe = de kleur der Denkmalschutz = de monumentenzorg die Fassade = de voorgevel das Gelände = het terrein ; het perceel umziehen = verhuizen trennen = scheiden der Zaun = de omheining das Einfamilienhaus = het eengezinshuis das Hochhaus = de flat nachahmen = nabootsen verkannt = miskend fördern = stimuleren das Stipendium = de studiebeurs anregen = prikkelen der Bereich = het gebied die Darstellung = de weergave ; de uitbeelding darstellen = uitbeelden ; weergeven unauffindbar = onvindbaar der Rahmen = de lijst der Rahmen = het kader wiederherstellen = herstellen ; repareren die Versteigerung = de veiling der Maler = de schilder die Ausstellung = de tentoonstelling die Malerei = de schilderkunst der Erlös = de opbrengst die Sammlung = de verzameling sammeln = sparen der Schmuck = het sieraad die Auszeichnung = de onderscheiding schöpferisch = creatief die Schöpfung = de schepping das Geschöpf = het schepsel ; de figuur der Gönner = de weldoener ; de mecenas üblich = gebruikelijk in Anspruch nehmen = opeisen sich erfreuen = zich verheugen in öffentlich = openbaar ; publiek enttäuschen = teleurstellen der Erfolg = het succes das Begebnis = de gebeurtenis sich aufregen = zich opwinden stellvertretend = representatief der Stellvertreter = de plaatsvervanger schwärmen für = gek zijn op ; dwepen met der Titel = het nummer ; het lied der Kommerztitel = het commerciële nummer der Überdruss = de verveling ; de afkeer der Schlager = de schlager ; de hit die Chartliste = de hitparade fortwährend = voortdurend Epoche machen = een nieuw tijdperk inluiden epochemachend = baanbrekend die Epoche = het tijdperk der Verlag = de uitgeverij der Verleger = de uitgever die Messe = de (jaar)beurs ; de jaarbeurs ; de beurs schöpfen = putten der Wälzer = het lijvige boek ; de pil vermerken = noteren bezeichnend = kenmerkend skizzieren = schetsen verkennen = miskennen die Gattung = de soort ; het genre die Bühne = het toneel verfassen = schrijven der Verfasser = de schrijver erwerben = verwerven veröffentlichen = publiceren die Veröffentlichung = de publicatie die Öffentlichkeit = de openbaarheid öffentlich = publiekelijk enthalten = bevatten nachhaltig = blijvend einzeln = afzonderlijk die Absicht = de bedoeling erkennen = herkennen ; begrijpen verwandeln = veranderen der Wandel = de verandering die Verwandlung = de gedaanteverandering derart = zo(danig) ; zo ; zodanig die Dichtung = de literatuur das Stichwort = het trefwoord bestätigen = bevestigen gepflegt = verzorgd zeitgenössisch = hedendaags anregen = inspireren die Anregung = de aansporing weitläufig = breedvoerig die Deutung = de interpretatie die Betonung = de klemtoon wortwörtlich = letterlijk einblenden = invoegen dunkel = duister darstellen = uitbeelden ; spelen der Darsteller = de acteur darstellen = uitbeelden ; beschrijven der Witz = de grap ; de mop witzig = grappig erzeugen = oproepen ; teweegbrengen das Erzeugnis = het product
Ingezonden op 13-01-2014 - 1419x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!