Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
3G Repetitie's en So's
› 2 Geschiedenis jaartallen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
3G Repetitie's en So's
2 Geschiedenis jaartallen
Jaar 3 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
24-10-1929 = Zwarte donderdag, beurskrach begint, economische depressie begint 1863-1947 = Henry Ford juli 1932 = nationaal inkomen gehalveerd 1932 = Franklin Delano Roosevelt wordt president 1933 = De New Deal begint 1883-1945 = Benito Mussolini 1922 = fascisten grijpen de macht 1935 = Mussolini valt Ethiopië aan 1924 = Lenin overlijdt, Stalin wordt leider 1928 = Stalin geeft de opdracht om van de Sovjet-Unie een industriële grootmacht te maken. 1928 = vijfjarenplannen worden bedacht 1879-1953 = Stalin 1930 = Stalin laat zijn rivalen vermoorden 1940 = Leon Trotsky wordt vermoord in opdracht van Stalin 1932/1933 = hongersnood in sovjet-unie 1935 = de zuivering van het communistische rijk begint 1918 = Duitsland wordt een Democratie 1923 = Weimar-republiek dreigt te bezwijken maar wordt gered door Amerikaanse leningen 1929 = Amerika eist leningen op eind 1932 = helft van de duitse bevolking werkloos 1920 = Hitler sluit zich aan bij de NSDAP eind 1923 = nazi's proberen de macht te grijpen 1928 = NSDAP maar 12/489 zetels 1929 = voorspoed in de NSDAP 1932 = NSDAP met 37% grootste partij januari 1933 = Hitler wordt rijkskanselier Rijksdag maart 1933 = Hitler krijgt door intimidatie 4 jaar alle macht 1934 = Hitler wordt Rijkspresident 1938 = nog maar 500.000 werklozen door enorm bewapeningsprogramma 1934 = helft van communisten afgevoerd naar concentratiekampen na 1929 = crisis sloeg ook in nl toe, maar de democatrie bleef 1940 = 30% nederlandse kinderen naar openbare basisschool 1920 = nauwelijks werkloosheid en groeiende welvaart in nl 1933 = ARP-leider Henrik Colijn wordt minister-president 1934 = ambtenaren- en lerarensalarissen en werklozenuitkeringen met 11% verlaagd 1936 = 1/3 beroepsbevolking werkloos 1931 = Anton Mussert richt NSB op 1937 = verkiezingen: NSB 4%, CPN 3% 1924 = NLse Seintoestellenfabriek begon in hilversum de eerste radio-omroep 1924 = NCRV 1925 = KRO, VARA, AVRO 1930 = zendtijd werd gelijk verdeelt 1869 = suezkanaal onder brits toezicht 1918 = Arabische en britse troepen trekken samen als bevrijders damascus en jeruzalem in 1914-1918 = WOI in het midden-oosten 1917 = Joden. Balfourverklaring door Rothschild 1916 = verklaring met belofte aan arabieren 1932 = saoed riep het koninkrijk saoedi-arabië uit 1938 = amerikanen vinden olie in S-A 1923-1938 = mustafa kemal president turkijë 1921 = in Iran pleegde generaal Rezu een staatsgreep en liet zichzelf uitroepen tot sjah 1901 = Britten bedongen het alleenrecht op iraanse olie beurskrach = sterke en snelle daling van de aandelenkoersen op de beurs consumptiemaatschappij = samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht depressie = langdurige achteruitgang van de economie met dalende productie en hoge werkloosheid interbellum = periode tussen de 2 wereldoorlogen lopende band = productiesysteem waarbij werknemers telkens dezelfde handeling uitvoeren aan voorbij komende producten New Deal = politiek van president Roosevelt om door overheidsuitgaven de economische crisis te bestrijden roaring twenties = de roerige jaren 1920 wereldcrisis = achteruitgang van de wereldeconomie collectivisatie = privéboerderijen gaan op in grote gemeenschappelijke bedrijven waarin de boeren alles moeten delen fascisme = antidemocratische, totalitaire en extreem nationalistische politieke beweging indoctrinatie = het systematisch opdringen van ideeën koelakken = rijke boeren, communistische scheldnaam voor boeren die niet meewerkten aan collectivisatie kolchoz = groot landbouw bedrijf waarop boeren samenwerkten en tegen vaste prijzen moesten leveren aan de staat planeconomie = economie waarbij de staat voorschrijft wat moet worden geproduceerd stalinisme = variant van het communisme met extreme onderdrukking onder 1 leider die wordt vereerd totalitarisme = systeem waarin alles door de staat wordt geleid en gecontroleerd, zelfs het privéleven concentratiekamp = gevangenkamp dolkstootlegende = het verhaal dat Duitsland WOI had verloren door het verraad van democraten Hitlerjugend = nationaalsocialistische jeugdorganisatie voor jongens van 10 tot 18 inflatie = minder waard worden van geld links = vooruitstrevend, benadrukt het belang van sociale gelijkheid rechts = behoudend, benadrukt het belang van economische vrijheid nationaalsocialisme = extreem nationalistische, totalitaire en racistische politieke beweging nazi = afkorting van nationaalsocialistisch rassenleer = onjuiste theorie dat er superieure en minderwaardige rassen bestaan rijkskanselier = de Duitse minister-president SA = afkorting van Sturmabteilung, partijleger van de NSDAP SS = afkorting van Schutzstaffel, de elitetroepen van Hitler aanpassingspolitiek = politiek om de overheidsuitgaven aan te passen aan dalende inkomsten absolute meerderheid = meerderheid van meer dan 50% minister-president = (premier) leider van de regering stempelen = systeem met stempelkaarten om zwartwerken door werklozen te voorkomen uitkering = geld dat iemand krijgt, bijvoorbeeld omdat hij werkloos is verzuiling = verdeling van het volk in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties zoals omroepen orthodox = volgens voorschriften van een geloof seculier = wereldlijk, niet-godsdienstig sharia = islamitische wetgeving sjah = koning van iran
Ingezonden op 13-01-2014 - 1030x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
14-01-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!