Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
atdam 3U
› 0 Worthilfe alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
atdam 3U
0 Worthilfe alles
Jaar 5 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
unerheblich = onbeduidend die Anerkennung = de waardering anerkennend = waarderend verwechseln = verwisselen die Schlagzeile = de kop Schlagzeilen machen = de voorpagina halen ergänzen = aanvullen vorzugsweise = bij voorkeur die Begeisterung = het enthousiasme vermitteln = verschaffen ; geven seltsam = merkwaardig selten = zeldzaam das Märchen = het sprookje der Schriftsteller = de schrijver der Kriminalroman = de misdaadroman der Krimi = de detective die Aufklärung = de Verlichting die Aufklärung = de voorlichting der Auszug = het uittreksel verwirklichen = verwezenlijken ; realiseren die Gestaltung = de vormgeving künstlerisch = artistiek die Umfrage = de enquête stattlich = aanzienlijk allenfalls = hoogstens beliebig = naar keuze beliebig = willekeurig verhältnismäßig = betrekkelijk weitaus = verreweg winzig = zeer klein bedingt = beperkt ; tot op zekere hoogte durchaus = absoluut üppig = overvloedig üppig = weelderig ausgiebig = rijkelijk ausreichend = voldoende erheblich = aanzienlijk weitgehend = verregaand ; in hoge mate rückläufig = teruglopend ; dalend angemessen = passend geringfügig = gering ; lichtjes ungeheuer = enorm riesig = reusachtig wesentlich = essentieel knapp = schaars knapp = krap lediglich = enkel en alleen das Fernrohr = de verrekijker die Blüte = de bloei einzigartig = enig in zijn soort ; uniek sagenhaft = fantastisch trübe = troebel trübe = bewolkt trüben = vertroebelen ; bekoelen verschwimmen = vervagen unversehens = plotseling verfinstern = verduisteren überschwemmen = overstromen ; overspoelen der Schadenersatz = de schadevergoeding unverkennbar = onmiskenbaar der Müll = het afval die Entsorgung = het opruimen wiederverweten = hergebruiken die Umwelt = het milieu aufhalten = tegenhouden schonen = ontzien schonen = sparen der Dunst = de walm die Schadstoffe = de schadelijke stoffen die Folge = het gevolg vorhersagen = voorspellen das Ausmaß = de omvang die Abholzung = de ontbossing zerstören = verwoesten das Opfer = het slachtoffer das Klima = het klimaat der Umweltschutz = de milieubescherming der Bedarf = de behoefte verschwenderisch = verkwistend nachweisen = vaststellen die Rückstände = de resten harmlos = onschuldig umweltfreundlich = milieuvriendelijk der Schrott = het schroot die Bildung = de vorming die Bildung = de ontwikkeling die Bildung = het onderwijs enttäuschen = teleurstellen die Grundlage = de grondslag bevorzugen = voortrekken der Vorzug = de voorkeur der Vorzug = het voordeel die Vorzüge = de goede eigenschappen das Pflichtfach = het verplichte vak tadeln = berispen tadellos = onberispelijk zutreffend = juist zutreffen = kloppen versagen = falen fehlen = ontbreken erläutern = toelichten separat = gescheiden der Ausflug = het uitstapje verwenden auf = besteden aan erledigen = afwerken ; maken sich entfernen = zich verwijderen die Vorraussetzung = de voorwaarde beobachten = observeren ; gadeslaan fördern = bevorderen prüfen = toetsen ; testen die Prüfung = toets ; tentamen ; examen die Einzelheit = het detail entsprechen = overeenkomen met das Zeugnis = het rapport die Leistung = de prestatie die Schule schwänzen = spijbelen schulpflichtig = leerplichtig unentschuldigt = zonder geldige reden die Gesamtschule = de scholengemeenschap ein Examen bestehen = slagen voor een examen die Klausurarbeit = de schriftelijke toets zörgern = aarzelen die Hauptschule = de vmbo-school ausstatten = inrichten das Abitur = het eindexamen absolvieren = afsluiten der Absolvent = de afgestudeerde de Lese- und Schreibschwäche = de dyslexie bewerten = beoordelen ; waarderen sich auszeichnen = zich onderscheiden durchfallen = zakken die Anstrengung = de inspanning übersehen = over het hoofd zien sämtlich = alle die Ausbildung = de opleiding ausbilden = opleiden die Hingabe = de overgave sich hingeben = zich overgeven aan der Zuschuss = de toelage das Stipendium = de studiebeurs sich aneigen = zich eigen maken der Überblick = het overzicht der Beleg = het bewijs der Austausch = de uitwisseling tauschen = ruilen betreuen = begeleiden ; coachen der Ruf = de leerstoel der Ruf = de reputatie ; de naam beschränkt = beperkt kaufmännisch = commercieel die Betriebwirtschaft = de bedrijfseconomie bilingual = tweetalig namhaft = van naam ; befaamd der Fortbildungskurs = de vervolgcursus ; de bijscholingscursus die Vorlesung = het college der Hörsaal = de collegezaal sich immatrikulieren lassen = zich laten inschrijven die Erziehung = de opvoeding wohlerzogen = welopgevoed prägen = vormen prägen = slaan zumuten = vergen van aufbürden = op de schouders leggen die Bürde = de last gleichen = lijken op ähneln = lijken op die Ähnlichkeit = de gelijkenis sich ähnlich sehen = op elkaar lijken ähnlich = dergelijk betrachten = bekijken beruhigen = kalemeren die Fähigkeit = de capaciteit ; het talent fähig = bekwaam einschätzen = inschatten überfördern = overbelasten die Gewalt = het gezag verwalten = beheren das Waisenkind = de wees der Vormund = de voogd bevormunden = bevoogden ; betuttelen mündig = meerderjarig die Jugend = de jeugd der Jugendliche = de jeugd ; de jongere bewerten = beoordelen gestalten = vorm geven ; inspireren sich gestalten = verlopen ; plaatsvinden heranwachsen = opgroeien erwachsen = volwassen aufwachsen = opgroeien die Nachwelt = de komende generatie ; de komende generaties die Mitwelt = de tijdgenoten die Geschwister = de broer en zus ; de broers en zussen ; de broer(s) en zus(sen) stolz = trots schmücken = versieren der Schmuck = het sieraad ; de sieraden überflügen = overvleugelen die Zwietracht = de tweedracht ; de onenigheid beerben = erven van betreuen = zorgen voor das Enkelkind = het kleinkind die Enkelin = de kleindochter der Angehörige = het familielid angehören = lid zijn van der Verwandte = het familielid das Alter = de leeftijd das Strafverfahren = het strafproces ; de strafvervolging der Staatsanwalt = de officier van justitie beantragen = eisen fahnden = zoeken ; speuren die Aussage = de verklaring anlasten = ten laste leggen sich herausstellen = blijken das Geständnis = de bekentenis die Achseln = de schouders zucken = ophalen leugnen = ontkennen entwenden = ontvreemden anzeigen = aangeven der Mangel = het gebrek nachprüfen = controleren Rücksicht nehmen auf = rekening houden met mit Rücksicht auf = met het oog op berücksichtigen = rekening houden met vorsätzlich = opzettelijk die Haftanstalt = de gevangenis beziehungsweise = respectievelijk verhängen über = opleggen die Wirksamkeit = de effectiviteit entlarven = ontmaskeren die Hinrichtung = de executie Weihnachten = Kerstmis der Feiertag = de feestdag die Feierlichkeit = de festiviteit die Feier = de viering ; het feest überholt = achterhaald ; verouderd Ostern = Pasen nachträglich = achteraf die Rede = de rede ; de toespraak der Umzug = de optocht die Hochzeit = de bruiloft ; het huwelijksfeest prangen = prijken die Veranstaltung = het evenement veranstalten = organiseren heiter = opgewekt die Heiterkeit = de vrolijkheid endgültig = definitief heben = heffen heben = verhogen ; bevorderen gehoben = voornaam ; deftig überschütten = overladen gemütlich = gezellig plaudern = praten ; kletsen übertönen = overstemmen die Theke = de bar sich verhalten = zich gedragen das Muster = het patroon sich verhalten = zijn ; gesteld zijn met billigen = goedkeuren sich benehmen = zich gedragen der Tadel = het verwijt scheuen = bang zijn voor widerwillig = met tegenzin geschickt = handig selbstlos = onbaatzuchtig entschlossen = vastberaden zustimmen = ermee eens zijn hegen = koesteren ; hebben die Maßnahme = de maatregel sich bemühen = zich inspannen die Abhilfe = de uitkomst ; de hulp der Anspruch = de aanspraak ; de eis anspruchlos = bescheiden anspruchsvoll = veeleisend selbstverständlich = vanzelfsprekend die Erkenntnis = het inzicht einverstanden sein = het eens zijn das Schicksal = het (nood)lot ; het lot ; het noodlot viel hermachen von = veel ophef maken over die Eigentümlichkeit = de eigenaardigheid spinnen = bazelen ; kletsen das Hirngespinst = het hersenspinsel ungebührlich = onbehoorlijk gebühren = toekomen gebührend = passend vorgehen = gebeuren der Vorgang = de toedracht tarnen = camoufleren sich irren = zich vergissen der Irrtum = de vergissing der Einzelgänger = de einzelgänger der Einzelne = het individu sich annehmen = zich ontfermen over aussätzig = melaats sich aufführen = zich gedragen verkracht sein = gebrouilleerd zijn der Krach = de ruzie der Börsenkrach = de beurskrach zugestehen = toegeven das Zugeständnis = de toegeving ; de concessie auffordern = verzoeken ; sommeren die Bedingung = de voorwaarde unbedingt = onvoorwaardelijk bedingt = tot op zekere hoogte -bedingt = vanwege entrüstet = verontwaardigd reißen = scheuren die Laune = het humeur eifersüchtig = jaloers die Rache = de wraak aufbringen = boos maken der Schimmer = het vleugje ; het greintje der Anflug = het vleugje ; het greintje ergreifen = aangrijpen empfinden = gevoelen verzweifeln = wanhopen die Verzweiflung = de wanhoop gleichgültig = onverschillig geschmacklos = smakeloos verkraften = verwerken ahnen = vermoeden begeistert = enthousiast bedauern = betreuren empört = verontwaardigd die Empörung = de verontwaardiging langweilig = saai die Langeweile = de verveling auslösen = veroorzaken anfänglich = aanvankelijk die Zuneigung = de genegenheid die Aufregung = de opwinding erstaunen = verbazen staunen = verbaasd zijn erstaunlich = verbazingwekkend schmeicheln = vleien halten von = vinden van ; denken van sich sehnen = (vurig) verlangen ; vurig verlangen ; verlangen die Sehnsucht = het vurige verlangen ; het (vurige) verlangen ; het verlangen die Erregung = de opwinding sich erregen = zich opwinden erregen = veroorzaken ; teweegbrengen der Neid = de jaloezie empfinden als = voelen als ; vinden empfindlich = gevoelig fragwürdig = twijfelachtig der Albtraum = de nachtmerrie die Wehmut = de weemoed verrückt = gek gelähmt = verlamd die Aufmerksamkeit = de aandacht aufmerksam = attent fassungslos = buiten zich zelf ; totaal van streek die Fassung = de kalmte die Miete = de huur kündigen = opzeggen die Genehmung = de vergunning beantragen = aanvragen vermitteln = bezorgen hässlich = lelijk der Geruch = de geur ; het luchtje der Geruch = de reuk der Duft = de geur die Ausstattung = de inrichting die Tapete = het behang der Teppich = het tapijt unbequem = ongemakkelijk der Rasen = het gazon verzichten auf = afzien van die Farbe = de kleur der Denkmalschutz = de monumentenzorg die Fassade = de voorgevel das Gelände = het terrein ; het perceel umziehen = verhuizen trennen = scheiden der Zaun = de omheining das Einfamilienhaus = het eengezinshuis das Hochhaus = de flat nachahmen = nabootsen verkannt = miskend fördern = stimuleren anregen = prikkelen der Bereich = het gebied die Darstellung = de weergave ; de uitbeelding darstellen = uitbeelden ; weergeven unauffindbar = onvindbaar der Rahmen = de lijst der Rahmen = het kader wiederherstellen = herstellen ; repareren die Versteigerung = de veiling der Maler = de schilder die Ausstellung = de tentoonstelling die Malerei = de schilderkunst der Erlös = de opbrengst die Sammlung = de verzameling sammeln = sparen der Schmuck = het sieraad die Auszeichnung = de onderscheiding schöpferisch = creatief die Schöpfung = de schepping das Geschöpf = het schepsel ; de figuur der Gönner = de weldoener ; de mecenas üblich = gebruikelijk in Anspruch nehmen = opeisen sich erfreuen = zich verheugen in öffentlich = openbaar ; publiek der Erfolg = het succes das Begebnis = de gebeurtenis sich aufregen = zich opwinden stellvertretend = representatief der Stellvertreter = de plaatsvervanger schwärmen für = gek zijn op ; dwepen met der Titel = het nummer ; het lied der Kommerztitel = het commerciële nummer der Überdruss = de verveling ; de afkeer der Schlager = de schlager ; de hit die Chartliste = de hitparade fortwährend = voortdurend Epoche machen = een nieuw tijdperk inluiden epochemachend = baanbrekend die Epoche = het tijdperk der Verlag = de uitgeverij der Verleger = de uitgever die Messe = de (jaar)beurs ; de jaarbeurs ; de beurs schöpfen = putten der Wälzer = het lijvige boek ; de pil vermerken = noteren bezeichnend = kenmerkend skizzieren = schetsen verkennen = miskennen die Gattung = de soort ; het genre die Bühne = het toneel verfassen = schrijven der Verfasser = de schrijver erwerben = verwerven veröffentlichen = publiceren die Veröffentlichung = de publicatie die Öffentlichkeit = de openbaarheid öffentlich = publiekelijk enthalten = bevatten nachhaltig = blijvend einzeln = afzonderlijk die Absicht = de bedoeling erkennen = herkennen ; begrijpen verwandeln = veranderen der Wandel = de verandering die Verwandlung = de gedaanteverandering derart = zo(danig) ; zo ; zodanig die Dichtung = de literatuur das Stichwort = het trefwoord bestätigen = bevestigen gepflegt = verzorgd zeitgenössisch = hedendaags anregen = inspireren die Anregung = de aansporing weitläufig = breedvoerig die Deutung = de interpretatie die Betonung = de klemtoon wortwörtlich = letterlijk einblenden = invoegen dunkel = duister darstellen = uitbeelden ; spelen der Darsteller = de acteur darstellen = uitbeelden ; beschrijven der Witz = de grap ; de mop witzig = grappig erzeugen = oproepen ; teweegbrengen das Erzeugnis = het product
Ingezonden op 15-01-2014 - 1647x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!