Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
N.K. Duits
› 3 Redemittel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
N.K. Duits
, deel 1
3 Redemittel
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Warum willst du ins Ruhrgebiet / in die Alpen fahren? = Waarom wil je naar het roergebied / naar de Alpen rijden? Im Ruhrgebiet / in den Alpen gibt es ganz tolle Freizeitangebote. = In het roergebied / in de Alpen zijn er veel recreatiemogelijkheden. Warum findest du die Alpen so interessant? = Waarom vind je de Alpen zo interessant? In den Alpen kann man Ski fahren. = In de Alpen kan je skiën. Welche Sehenswürdigkeiten gibt es in Füssen? = Welke bezienswaardigheden zijn er in Füssen? Am schönsten / interessantsten finde ich die Schlösser. = Het mooiste / interessantste vind ik de kastelen. Welche Städte gibt es dort? = Welke steden zijn er daar? Die größten Städte sind Essen und Dortmund. = De grootste steden zijn Essen en Dortmund. In welchen Ort willst du denn fahren? = Naar welke plek wil je dan rijden? Ich würde am liebsten nach Bochum fahren. = Ik zou het liefst naar Bochum willen rijden. Ist es dort nicht kalt/nass/neblig? = Is het daar niet koud/nat/mistig? Nein, das Klima ist angenehm/gesund/gut. = Nee, het klimaat is aangenaam, gezond, goed. Was kann man dort sonst noch machen? = Was kan je daar verder nog doen? Man kann viele verschiedene Sportarten ausüben, zum Beispiel Snowboarden. = Je kan vele verschillende Sporten uitoefenen, bijvoorbeeld snowboarden. Gibt es auch interessante Kulturveranstaltungen? = Zijn er ook interessante cultuurevenementen? Im Ruhrgebiet gibt es sehr viele Theater/Museen/Ausstellungen. = In het roergebied zijn er vele theaters, musea, tentoonstellingen. Bist du schon einmal im Ruhrgebiet/in den Alpen gewesen? = Ben je wel eens in het roergebied/in de Alpen geweest? Ja, ich bin dort mit meinen Eltern gewesen. = Ja, ik ben daar met mijn ouders geweest. Wo sollen wir denn übernachten? = Waar zullen we dan overnachten? Ich finde dieses Hotel am besten. = Ik vind dit hotel het besten. Warum denn? = Waarom dan? Ich will am liebsten in der Stadt/im Grünen wohnen. = Ik wil het liefst in de stad/in het groen wonen. Was kostet es denn? = Wat kost dat dan? Das finde ich preiswert/billig/zu teuer. = Dat vind ik prijswaardig/goedkoop/te duur. In der Jugendherberge ist es doch sicher viel billiger? = In de jeugdherberg is het toch zeker veel goedkoper? Ja, aber ich finde 8-Bett-Zimmer furchtbar. = Ja, maar ik vind achtpersoonskamers verschrikkelijk. Gibt es eine Preisermäßigung, wenn man mit einer Gruppe kommt? = Is er korting, als je met een groep komt? Das weiß ich nicht. Aber der normale Preis ist 21 Euro pro Nacht. Und wenn man mit einer Gruppe kommt, kostet es 19,50 Euro. = Dat weet ik niet. Maar de normale prijs is 21 euro per nacht. En als je met een groep komt, kost het 19,50 euro. Wie viele müssen denn in einem Zimmer schlafen? = Hoe veel moeten dan in een kamer slapen? Es gibt drei Doppelzimmer und sechs 4-Bett-Zimmer. = Er zijn drie tweepersoonskamers en zes vierpersoonskamers. Was ist denn das Besondere an dem Hotel? = Wat is dan het bijzondere aan het hotel? Es gibt.../Man kann.../Es liegt direkt am See. = Er zijn.../Je kan.../Het ligt direct aan een meer. Kostet Bettwäsche/Frühstück extra? = Kost beddengoed/ontbijt extra? Nein, das ist alles inklusive. = Nee, dat is allemaal inclusief. Ich würde gerne folgenden Sport betreiben. = Ik zou graag de volgende sport willen uitoefenen. Zum Tauchen/Bergsteigen braucht man... = Bij het duiken/klimmen gebruik je... Es ist ein gefährlicher/ungewöhnlicher/teurer/anstrengender/schöner/gesunder Sport = Het is een gevaarlijke/ongewone/dure/inspannende/leuke/gezonde sport. Bei der Ausrüstung ist wichtig, dass... = Voor de uitrusting is het belangrijk, dat... Man braucht spezielle Kleidung, nämlich... = Je hebt speciale kleding nodig, namelijk... Man betreibt diesen Sport in der freien Natur/in der Halle/in einer speziellen Freizeitanlage. = Je bedrijft deze sport in de open natuur/in de hal/in een speciale accommodatie. Der Sport ist gefährlich/anstrengend, weil... = De sport is gevaarlijk/inspannend, omdat... Bei dieser Sportart kommt es darauf an, dass man... = Bij deze sport komt het erop aan, dat je... Das Schönste an diesem Sport ist... = Het leukste aan deze sport is...
Ingezonden op 16-01-2014 - 1515x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!