Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Follow Up Pat
› 1 1 tot 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Follow Up Pat
1 1 tot 7
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to educate = opleiden education = opleiding nursery school = kleuterschool kindergarten = kleuterschool primary school = basisschool secondary school = middelbare school comprehensive (school) = scholengemeenschap grammar school = gymnasium boarding school = kostschool subject = vak to innovate = vernieuwen innovative = vernieuwend innovation = vernieuwing to graduate = afstuderen graduate = afgestudeerde scholarship = studiebeurs to enable = in staat stellen boring = saai dull = saai tedious = saai to be bored = zich vervelen to skip = overslaan term = trimester mark = cijfer grade = cijfer to pass = slagen voor to fail = zakken voor pass (mark) = voldoende fail (mark) = onvoldoende mathematics = wiskunde maths = wiskunde unless = tenzij actually = eigenlijk diary = agenda, dagboek certificate = diploma knowlegde = kennis superficial = oppervlakkig gymnasium = gymzaal gym = gymzaal level = niveau to neglect = verwaarlozen nickname = bijnaam angle = hoek oral = mondeling to compare = vergelijken comparison = vergelijking illiterate = analfabeet illiteracy = analfabetisme to praise = prijzen vocabulary = woordenschat advanced = gevorderd to intend = van plan zijn to satisfy = tevredenstellen satisfaction = tevredenheid satisfactory = bevredigend progress = vorderingen rapid = snel course = cursus extract = uittreksel grant = studietoelage to oblige = verplichten obligation = verplichting compulsory = verplicht to remain = blijven to assess = beoordelen assessment = beoordeling stern = streng strict = streng lenient = soepel to disturb = storen carreer = carrière careers teacher = decaan lecture = college to attend = bijwonen to quote = citeren quotation = citaat summary = samenvatting main = hoofd- chief = hoofd- science = wetenschap scientist = wetenschapper scientific = wetenschappelijk physics = natuurkunde to develop = ontwikkelen development = ontwikkeling option = optie optional subject = keuzevak truant = spijbelaar to play truant = spijbelen truancy = spijbelgedrag rule = regel to apply = toepassen against = tegen anything but = allesbehalve diligent = ijverig industrious = ijverig diligence = ijver to expel = wegsturen to be at stake = op het spel staan relationship = relatie engaged = verloofd angagement = verloving to celebrate = vieren to divorce = scheiden divorce = scheiding because of = vanwege on account of = vanwege to cohabit = samenwonen to seperate = uit elkaar gaan single = alleenstaand to desert = in de steek laten to abondon = in de steeklaten to bring up = grootbrengen to raise = grootbrengen foster parents = pleegouders stepfather = stiefvader relative = familielid orphan = wees ancestor = voorouder to descend (from) = afstammen (van) descendant = afstammeling bachelor = vrijgezel parental = ouderlijk adult = volwassene grown-up = volwassen to regard= beschouwen to consider = beschouwen acquaintance = kennis striking = opvallend in common gemeenschappelijk among = onder to owe (to) = te danken hebben (aan) human = menselijk appearance = uiterlijk scar = litteken familiar = bekend ; vertrouwd tan = bruine kleur sensitive = gevoelig to expose (to) = blootstellen (aan) exposure = blootstelling sight = gezichtsvermorgen perspiration = transpiratie bald = kaal to dye = verven muscle = spier plastic surgery = plastische chirurgie to remove = verwijderen obese = zwaarlijvig obesity = zwaarlijvigheid slim = slank to slim = afslanken; afvallen features = gelaatstrekken wrinkle = rimpel to resemble = lijken op to look like = lijken op resemblance = gelijknis remarkable = opmerkelijk graceful = sierlijk skull = schedel sense = zintuig naked = naakt nude = naakt health = gezondheid healthy = gezond flu = griep influenza = griep disease = ziekte illness = ziekte to cause = veroorzaken cause = oorzaak malignant = kwaadaardig germ = bacterie risk = risico ordinary = gewoon to consult = raadplegen to examine = onderzoeken tranquilliser = kalmeringsmiddel label = etiket habit = gewoonte disabled = gehandicapt disability = handicap asset = waardevol bezit to breathe =ademen chest = borstkas paralysed = verlamd kidney = nier sore = pijnlijk;zeer vein = ader oxygen = zuurstof contraceptive = voorbehoedmiddel pregnant = zwanger pragnancy = zwangerschap to get rid of = kwijtraken; afkomen van to hurt = pijn doen to have a fever = koorts hebben to prescribe = voorschrijven prescription = recept to treat = behandelen treatment = behandeling surgeon = chirurg surgery = spreekkamer surgery hours = spreekuur to perform = uitvoeren; verrichten general practitioner = huisarts GP = huisarts physician = arts in vain = tevergeefs directions = aanwijzingen; instructies to bear = verdragen; uithouden to endure = verdragen ; uithouden to operat eon = opereren to recover = herstellen recorvery = herstel to tempt = in de verleiding brengen temptation = verleiding to resist = weerstaan resistance = weerstand irresistible = onweerstaanbaar whether = of if = of pharmacy = apotheek medicine = medicijn drug = medicijn
Ingezonden op 17-01-2014 - 1018x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!