Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Prêt au Départ, deel 1

3 ♦♦Hoofdstuk 3D PAD boekje ZONDER hoofdletters♦♦

Jaar 2 (havo)

déjeuner = lunchen
étudier = studeren
patiner = schaatsen
marcher = lopen
allumer = aansteken
attaquer = aanvallen
freiner = remmen
frapper = slaan ; kloppen
expliquer = uitleggen
raconter = vertellen 
louer = huren
admirer = bewonderen
adorer = dol zijn op
tourner = draaien
continuer = doorgaan
inviter = uitnodigen

aider = helpen
oser = durven
oublier = vergeten
voler = stelen ; vliegen
payer = betalen
pleurer = huilen
crier = schreeuwen
gagner = winnen ; verdienen
chercher = zoeken
trouver = vinden
chanter = zingen
compter = tellen
manger = eten
nager = zwemmen
2. 
savoir = weten
mettre = zetten
venir = komen
devenir = worden
faire = maken ; doen ; laten
aller = gaan
voir = zien
dire = zeggen
pouvoir = kunnen ; mogen
vouloir = willen
devoir = moeten
prendre = nemen
3. 
ik ga niet naar parijs = je ne vais pas à paris
hij ziet niets = il ne voit rien
zegt u niets? = vous ne dites rien?
wij blijven niet hier = nous ne restons pas ici
ziet u niets? = vous ne voyez rien?
zij doen niets = ils ne font rien
zij gaan niet naar lyon = ils ne vont pas à lyon
4. 
de slagerij = la boucherie
de slagerij (varkensvlees) = la charcuterie
de bakkerij = la boulangerie
de ingang = l'entrée
de bibliotheek = la bibliothèque 
de apotheek = la pharmacie
de boekhandel = la librairie
de uitgang = la sortie
de winkel = le magasin
het park = le parc
de camping = le camping
de bioscoop = le cinéma
6. 
een buurman = un voisin
een station = une gare
een winkel = un magasin
een hotel = un hôtel
een zolder = un grenier
een ingang = une entrée
een uitgang = une sortie
een kerk = une église
een huis = une maison
een vrouw = une femme
het hoofd = la tête
de rug = le dos
aan de buren = aux voisins
op het station = à la gare
in de winkel = au magasin
naar het hotel = à l'hôtel
op zolder = au grenier
naar de ingang = à l'entrée
naar de uitgang = à la sortie
naar de kerk = à l'église
thuis = à la maison
aan de vrouwen = aux femmes
hoofdpijn hebben = avoir mal à la tête
rugpijn hebben = avoir mal au dos
7.
wat is dat? = qu'est-ce que c'est?
wat zeg je tegen de moeder? = qu'est-ce que tu à la mère?
wat denkt hij? = qu'est-ce qu'il pense?
wat zegt ze tegen haar ouders? = qu'est-ce qu'elle dit à ses parents?
wat vragen zij aan de leraar? = qu'est-ce qu'ils demandent au professeur?
wat zegt u? = qu'est-ce que vous dites?
wat vraag je aan je vader? = qu'est-ce que tu demandes à ton père
8. 
a moi! = ik ben!
a toi! = jij bent!
a lui! = hij is!
au travail! = aan het werk!
au voleur! = houd de dief!
au revoir! = tot ziens!
au feu! = brand!
au secours! = help!
a table! = aan tafel!

Ingezonden op 17-01-2014 - 2845x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 22-01-2014.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

hoi, ik hoop dat jullie iets aan deze lijst hebben/hadden, laat gerust een reactie achter

♦♦doeix♦♦

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Prêt au Départ, deel 1

3 ♦♦Hoofdstuk 3D PAD boekje ZONDER hoofdletters♦♦