Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Derde AFP toets mbo4
› 2 ademhaling en verstoringen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Derde AFP toets mbo4
, deel 2
2 ademhaling en verstoringen
Jaar 1 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vertellen welke stoffen bij de ademhaling worden uitgewisseld = kool(stof)dioxide, zuurstof, waterdamp en stikstof Waar bestaat de ademcyclus uit? = één inademing en een uitademing Welke organen en onderdelen komt lucht bij ademhaling langs? = vanaf het begin van de neus tot en met de longblaasjes. Waar vindt geen gaswisseling plaats? = zoals in de neus, de keel, de luchtpijp en de bronchiën tot en met de longtrechtertjes. Wat gebeurt er met de borstholte door aanspanning van spieren? = vergroot. functie pleurabladen = zorgen ervoor dat de longen de beweging van de bortstholte volgen. Inspiratie = de inademing Expiratie = de uitademing Noemen wat de nadelen van mondademhaling zijn mbt de lucht = Via de mond word niet zoveel lucht verwarm en gezuiverd Noemen wat de nadelen van mondademhaling zijn mbt reuk = de lucht wordt niet geroken en beoordeeld op vreemde of beschadigende gassen in de lucht Het neusslijmvlies bestaat uit? = meerrijige trilhaarepitheel. meerrijige trilhaarepitheel zit in? = de neusholte. Er zit een laagje slijm op? = de trilharen. De trilharen bewegen dit laagje constant? = van de neusholte naar de keelholte. Micro-organismen blijven aan? = het slijm vastplakken. Het slijm gaat via de keelholte naar? = de maag waar de micro-organismen door het maagzuur gedood worden. De ingeademde lucht wordt snel verwarmd door? = de nabijheid van bloed. Inademing: Als het middenrif aanspant kan de koepel van deze spier? = alleen maar naar beneden. inademing: Wanneer het middenrif plat wordt wordt? = de thoraxruimte en longruimte groter. Inademing: Er onstaat een onderdruk in de luchtwegen zodat? = lucht wordt aangezogen. Het middenrif duwt bij aanspannen de buikorganen? = iets omlaag. Uitademing: Middenrif ontspant dus ruimte borstkas wordt? = kleiner Uitandeming: De luchtdruk wordt? = groter en de lucht gaat naar buiten. functie van de tussenribspieren = Als de uitwendige tussenribspieren aanspannen, trekken ze de ribben naar buiten en naar boven functie van het middenrif = drukt de organen iets omlaag functie van de hulpademhalingsspieren = gebruiken bij krachtig uitademen de functie van elastische vezels en de buikspieren bij de ademhaling is = de longblaasjes openen Buikspieren bij inademin = ontspannen bij een inademing in rust Buikspieren bij krachtige uitademing = spannen aan de plaats en functie beschrijven van het kraakbeen in de luchtwegen: De wand van de luchtpijp bestaat uit = hoefvormige kraakbeenstukken. Het zijn geen echte ringen, maar ze houden de luchtpijp wel open. Aan de achterkant van de luchtpijp zit= bindweefsel. Het kraakbeen zit in de luchtwegen tot? = de bronchioli. De kleinste vertakkingen bevatten? = geen kraakbeen meer. Alveoli = longblaasjes Een bronchiolus gaat via een kort en iets wijder stukje over in = een aantal blaasjes: de longblaasjes. Longblaasjes zien eruit als = een trosje aan een steeltje. In de wand van de longblaasjes wemelt het van = de haarvaatjes en elastische vezels. De wand van een longblaasje is = heel dun waar bestaat de wand van een longblaasje uit = eenlagig plaveisepitheel De gaswisseling in de longblaasjes beschrijven; Zuurstof uit het longblaasje wordt gekoppeld aan = hemoglobine in de rode bloedcellen en zo opgenomen het bloed De gaswisseling in de longblaasjes beschrijven; koolstofdioxide dat in de vorm van bicarbonaat is opgelost in de vloeistof van het bloed wordt = in de longen razendsnel omgezet tot kooldioxide beschrijving wat de functie is van het vocht tussen de pleurabladen = Pleuravocht zorgt ervoor dat de pleurabladen over elkaar heen kunnen schuiven. Tegelijk met de functie van de pleurbladen verbindt het dunne laagje de beide bladen = stevig met elkaar. Zuurstof door bloed meegenomen; Door middel van diffusie = het transport van moleculen uit het weefsel- of celvocht. Zuurstof door bloed meegenomen; De perfusie van de long = de doorbloeding van de long door de kleine bloedsomloop. Het bloed vervoert (2) = zuurstof en koolstofdioxide. Vitale capaciteit = de maximale hoeveelheid lucht die in en uitgeademd kan worden. vitale capacitiet is verminder door bijvoorbeeld (4)= verkleining van de longen, bij stijfheid van de thorax, bij krachtverlies van de ademhalingsspieren en bij hoogstand van het middenrif Eensecondewaarde = de maximale hoeveelheid lucht die men in een seconde kan uitademen. Eensecondewaarde is bijvoorbeeld verminderd door = astma door de luchtwegvernauwing. De primaire prikkel gaat via = chemoreceptoren in de aorta en de halsslagader, die het verhoogde koolstofdioxidegehalte van het bloed registreren. Bij toenemende koolstofdioxideconcentratie prikkelen de aorta en de halsslager het = ademcentrum tot grotere activiteit ( sterkste werking op het ademhalingscentrum). De secundaire prikkels waar het ademcentrum op reageert zijn = de chemoreceptoren in de halsslagaders en de hersentam die de verlaagde pH (verhoogde zuurgraad) meten. De aansturing van de ademhaling staat ook onder invloed van = prikkels afkomstig uit andere delen van de grote hersenen Het ademcentrum is gelokaliseerd in = een groep zenuwcellen in het verlengde merg. De naam van de groep cellen in het ademcentum =de formatio/ substantia reticularis genoemd vertellen wat sputum is = Slijm dat uit de diepe luchtwegen wordt opgehoest. Sputum is meestal vermengd met = stof en andere ongerechtigheden. vertellen wat een normale ademfrequentie is = tussen 12 en ongeveer 17 keer per minuut. uitleggen wat een droge hoest is = Meestal kriebelhoest, waarbij geen sputum wordt opgehoest. Droge hoest kan een bijwerking zijn van = ACE-remmers. Een productieve hoest levert = sputum op. Dyspneu = kortademigheid. Een patiënt heeft het benauwd en heeft een stikkend gevoel. Orthopneu betekent dat = iemand rechtop moet zitten om voldoende lucht binnen te krijgen Alle aandoeningen die de ventilatie in de longen of de gasuitwisseling door diffusie verstoren leiden tot = dyspneu. De diffusie van zuurstof is verstoord wanneer = pus in de weg zit zoals bij een longontsteking. Ook water kan in de weg zitten tijdens diffucie bij bv = longoedeem bij hartfalen. Bij longfibrose zit tijdens de diffusie = bindweefsel in de weg. De ventilatie van lucht in de longblaasjes is bij vernauwde luchtwegen zoals bij COPD en astma = verstoord perfusie = bloeddoorstroming De lucht wordt slecht ververst, dus een slechte ventilatie. Dit treedt op bij (3) = COPD, astma en progressieve spieraandoeningen. Goed doorademen kan ook belemmerd worden bij = pijn oorzaken van verstoorde diffusie noemen (4) = Longontsteking, longoedeem bij hartfalen of longfibrose vertellen waar men kan afmeten hoe ernstig de kortademigheid is; Er is een toegenomen = ademhalingsfrequentie, vertellen waar men kan afmeten hoe ernstig de kortademigheid is; Gebruik van de = hulpademhalingsspieren, vertellen waar men kan afmeten hoe ernstig de kortademigheid is; Intrekkingen van de huid in de hals of = bij de onderste ribben, vertellen waar men kan afmeten hoe ernstig de kortademigheid is; Tachycardie/ snelle hartslag en andere verschijnselen van = adrenaline. De hulpademhalingsspieren zijn de spieren in = de schouder, hals en de nek die de inademing ondersteunen. Normaal kost inademen = geen extra moeite uitleggen waarom een ernstig kortademige zorgvrager extra moet drinken = Omdat via de intensieve ademhaling grote hoeveelheden waterdamp verloren zullen gaan. kenmerken van kortademigheid bij astma; De uitademing = verlengd. kenmerken van kortademigheid bij astma; De lucht wilt er maar = moeilijk uit. kenmerken van kortademigheid bij astma; De thorax is tijdens een aanval = uitgezet. kenmerken van kortademigheid bij astma; Hulpademhalingsspieren worden = ingeschakeld. kenmerken van kortademigheid bij astma; gehoor ademhaling = Piepende ademhaling en paniekerig. kenmerken van de kortademigheid bij een longontsteking noemen en herkennen = Toegenomen snellere ademhaling (tachypneu) en erg oppervlakkige ademhaling cheyne stokes ademhaling = wisselende periodes van abneu en op gang komen Kussmaulademhaling = hyperventileren bij diep gedaald bewustzijn. Inspiratoire stridor is = een hoorbare inademing. Er is een belemmering ter hoogte van strottenhoofd, trachea of bronchiën. Oorzaken Inspiratoire stridor zijn (3)= vergrote schildklier, ontsteking en slijmophopingen in deze grote luchtwegen. expiratoire stridor = Is een piepende uitademing. De luchtstroom ondervindt een belemmering ter hoogte van de bronchioli. Oorzaken expiratoire stridor (3) = virusinfectie zijn, een bronchiolitis, astma- aanval Ademstilstand en gasping = een zeer ernstige dyspneu. Herkenning ademstilstand en gasping = Patiënt hapt als het ware naar adem, de mond staat open en de halsspieren trekken samen. Handelen bij Gasping en ademstilstand = beginnen met reanimeren, anders overlijdt de patiënt. Uitleggen wat een ademdepressie is = een afname van de ademfrequentie tot acht per minuut of lager. oorzaken van een ademdepressie noemen = verschillende vergiftigingen o.a. opiaten, alcohol en benzodiazepinen, hypothermie Obstructief slaapapneu syndroom oftewel = OSAS. OSAS = het intensief snurken en het even stoppen met ademen door obstructie van de keel tijdens de slaap. OSAS mbt tot slaap = Het verstoord Frequentie van de apneus = kunnen met tientallen achter elkaar de hele nacht doorgaan. Hyperventilatie = te intensief ademen. Oorzaken Hyperventilatie = Angst en onwel bevinden. Herkenning Hyperventilatie = Er ontstaat een beklemd gevoel op de borst, zwarte vlekken voor de ogen tintelingen in de handen en rond de mond die de angst versterken. Bij hyperventilatie is de zorgvrager = Heel bang om dood te gaan en daardoor wordt de hyperventilatie weer versterkt. maatregelen bij een paniekaanval met hyperventilatie uitleggen = Men kan ingrijpen door de patiënt zich te laten concentreren op de buikademhaling.
Ingezonden op 21-01-2014 - 2906x bekeken.
Waardering 7 (aantal stemmen: 6)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!