Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
LOI Italiaans voor beginners (A1/A2)
› 20
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
LOI Italiaans voor beginners (A1/A2)
hoofdstuk 20
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
mettersi in contatto con = contact opnemen met recapitare = bezorgen fidarsi di = vertrouwen su = vooruit; hup la partenza = het vertrek; het weggaan lamentarsi di = zich beklagen piuttosto = liever l'ufficio = het kantoor avere voglia di = zin hebben il pomeriggio = de middag mettersi in testa = zich in zijn hoofd halen l'argomento = onderwerp deludere = teleurstellen mancare a = ontbreken mi manchi = ik mis je convincere = overtuigen un'altra volta = een andere keer sbrigarsi = zich haasten disturbare = storen recarsi a = zich begeven naar camminare = lopen bagnato = nat l'ombrello = de paraplu fare conoscenza; fare conoscenza di = kennis maken salutarsi = elkaar groeten continuare = voortzetten; doorgaan met ad un tratto = plotseling aver paura = bang zijn la partita di calcio = de voetbalwedstrijd perdere = verliezen annoiarsi = zich vervelen la conferenza = de lezing la piscina = het zwembad sedersi = gaan zitten evitare = vermijden l'errore = de fout in presenza di = in het bijzijn van preoccuparsi = zich zorgen maken dare un passaggio = een lift geven stare al volante = achter het stuur zitten l'autostrada = de snelweg tedesco = Duits l'officina = de garage aggiustare = repareren; in orde brengen assicurare = verzekeren il traffico = het verkeer pericoloso = gevaarlijk viaggiare = reizen stanco = moe addormentarsi = in slaap vallen morire = doodgaan; sterven essere vivo = leven l'incidente = het ongeluk il volante = het stuur guidare = sturen; achter het stuur zitten causare = veroorzaken raggiungere = bereiken il parcheggio = parkeerplaats cercare di = proberen om poverini = arme stakkers il buio = het donker; het duister disperato = wanhopig trainare = wegslepen l'officina di riparazione = de autowerkplaats; de garage il cambio = de versnellingsbak rompersi = kapot gaan precedente = vorig la cuccetta = de couchette occupato = bezet una fame da lupo = een honger als een wolf la mela = de appel
Ingezonden op 27-01-2014 - 820x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!