Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
XHavo 4
› 0 Toetsstof 2 Duits.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
XHavo 4
0 Toetsstof 2 Duits.
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ll1 afgesloten = gesperrt afhalen = abholen afstempelen = entwerten de babage = das Gepäck beloven = versprechen de benzinepomp = die Tankstelle het centraal station = der Hauptbahnhof de coupé = das Abteil het dienstregeling = der Fahrplan ergens goed bekend zijn = sich irgendwo auskennen de file = der Stau Goede reis = Gute Fahrt haast hebben = es eilig haben zich haasten = sich beeilen het identiteitsbewijs = der Ausweis inhalen = überholen invullen = ausfüllen het loket = der Schalter de mededeling = die Durchsage missen = verpassen de omleiding = die Umleitung onderweg = unterwegs het ongeluk = der Unfall de parkeerplaats = der Parkplatz de personenauto = der Pkw remmen = bremsen in de rij staan = Schlange stehen de rugzak = der Rucksack het spoor = das Gleis de stadsplattegrond = der Stadtplan de stoel = der Sitz de toeslag = der Zuschlag de uitrit = die Ausfahrt de vakantie = die Ferien op vakantie gaan = in die Ferien fahren de veiligheidsgordel = der Gurt de veiligheidsgordel omdoen= sich anschnallen verdwaald = verirrt het verkeer = der Verkehr het verkeersbord = das Schild het vervoersmiddel = das Verkehrsmittel het voetgangersgebied = die Fußgängerzone de wagon = der Wagen zojuist = gerade Ll2 de aankomst = die Ankunft advies geven = beraten het appartement = das Appartement bevestigen = bestätigen bezichtigen = besichtigen de bezienswaardigheid = die Sehenswürdigkeit het buitenland = das Ausland in de buurt van = in der Nähe von doorbrengen = verbringen de eenpersoonskamer = das Einzelzimmer enthousiast = begeistert gaan wandelen = wandern gehen huren = mieten de inlichting = die Auskunft dit jaar = dieses Jahr de kamer voor toeristen = das Fremdenzimmer liften = per Anhalter reisen het monument = das Denkmal de omgeving = die Umgebung het onderkomen = die Unterkunft het ontbijtbuffet = das Frühstücksbuffet de ontbijtruimte = der Frühstücksraum opbellen = anrufen het pension= das Gasthaus het plan = der Plan plannen = planen de receptie = die Rezeption de reis = die Fahrt het reisbureau = das Reisebüro op reis gaan = verreisen de reisgids = der Reiseführer het retourtje = die Rückfahrkarte de roomservice = der Zimmerservice de scooter = der Roller de tweepersoonskamer = das Doppelzimmer het uitstapje = der Ausflug verkennen = erkunden de VVV = die Touristeninformation 13. Ich konnte den Artikel kaum lesen. = Ik kon het artikel nauwelijks lezen. Die Spieler konnten auch nichts dafür.= De spelers konden er ook niets aan doen Wir mussten leider schon vorher/früher abreisen.= Wij moesten helaas al eerder afreizen Solltet ihr euch wirklich vorab anmelden?=Moesten jullie je echt van tevoren afmelden? Durftet ihr noch eine Stunde länger bleiben?=Mochten jullie nog een uur langer blijven? Wolltest du nicht schon um drei Uhr hier sein?= Wilde jij niet al om drie uur hier zijn? Früher mochte ich das Theater überhaupt nicht.= Vroeger hield ik helemaal niet van theater Wusstest du nicht mehr, wie spät die Vorstellung war?= Wist je niet meer hoe laat de voorstelling was? Bij het loket kan er soms een lange rij zijn = Am Schalter kann es manchmal eine lange Schlange geben. Ik houd heel veel van autorijden = Ich liebe Autofahren! Weet jij van welk spoor de trein vertrekt? = Weißt du, von welchem Gleis der Zug abfährt? Milou moet van haar moeder beloven dat ze haar gordel omdoet = Milou soll ihrer Mutter versprechen, dass sie sich anschnallt. Mag je in Duitsland in het voetgangersgebied fietsen? = Darf man in Deutschland in der Fußgängerzone Rad fahren? Wil jij liever met het vliegtuig of met de trein naar Berlijn? = Willst du lieber mit dem Flugzeug oder mit dem Zug nach Berlin? Weten jullie of Ryan koffie lust? = Wisst ihr, ob Ryan Kaffee mag? Wij kunnen de bagage alvast meenemen = Wir können das Gepäck schon mal mitnehmen. 19. Du musst die Schilder beachten = Je moet op de borden letten Bei dem Unfall auf der A3 gab es vier Schwerverletzte = Bij het ongeluk op de A3 waren er vier zwaarrgewonden. Wenn wir uns beeilen, erreichen wir den Zug um 8.13 Uhr noch. = Als we ons haasten, halen we de trein van 8.13 nog. Ich habe leider keinen Stadtplan dabei und ich habe keine Ahnung, wie wir jetzt fahren sollen. = Ik heb helaas geen plattegrond, en ik heb ook geen idee waar de heen moeten. Auf der A4 nehmen Sie die Ausfahrt 26, Richtung Allenbach. = Vanaf de A4 neemt u afrit 26, richting Allenbach. Möchten Sie eine Einzelfahrkarte oder eine Rückfahrkarte? = Wilt u een enkeltje of een retourtje? An den meisten Tankstelle kann man nicht nur Benzin kaufen, sondern auch Getränke und Snacks. = Bij de meeste Tankstations kan men niet alleen bezine kopen, maar ook drinken en snacks. Ich schaue mal auf dem Fahrplan nach, von welchem Gleis der Zug abfahrt = Ik kijk even bij de dienstregeling na, van welk spoor de trein vertrekt. Claudia musst plötzlich bremsen, als ein Hund auf die Fahrbahn lief. = Claudia moest plotseling remmen, omdat er een hond op de rijbaan liep. Ich kenne mich hier nicht aus und ich habe mich veriirt = Ik weet de weg hier niet en ik ben verdwaald. 38. De vakantie in Frankrijk is mijn ouders goed bevallen = Der Urlaub in Frankreich hat meinen Eltern gut gefallen. Rijden jullie met de auto door de tunnel naar Italië? = Fahrt ihr mit dem Auto durch dem Tunnel nach Italien? Ik wil graag informatie over appartementen in de stad = Ich mochte Informationen über Appartements in Leipzig von Ihnen. Kom jij uit een dorp of uit een stad? = Kommst du aus einem Dorf oder aus einer Stadt? Kunnen jullie morgen om 9 uur met mij ontbijten? = Könnt Ihr morgen un 9 Uhr mit mir frühstücken?
Ingezonden op 28-01-2014 - 1999x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!