Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
WiC 12
› 3 Tijd
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
WiC 12
3 Tijd
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Deze kerk werd gebouwd in de zestiende _ . = eeuw In het jaar 2000 begon de eenentwintigste _ . = eeuw Het was nog vroeg in de _ toen de telefoon al ging bij de dokter. = ochtend; voormiddag De hete _ ontvangt de dokter zijn patiënten in zijn kabinet. Na de middag bezoekt hij de zieken thuis. = ochtend; voormiddag Sommige studenten beweren dat ze 's nachts beter kunnen studeren dan _ . =overdag _ zijn we wakker, 's nachts slapen we. = Overdag Ik ben nog moe, want ik ben __ te laat naar bed gegaan. = gisteravond; gisteren; gisterenavond; vannacht Heb je _ het debat op de televisie gezien? - Nee, ik heb de hete avond gewerkt. = gisteravond; gisteren; gisterenavond In het _ regent het veel bij ons. Maart en april zijn heel nat. = voorjaar "__" betekent ongeveer hetzelfde als “de lente”. = het voorjaar In het voorjaar komen er blaadjes aan de bomen, in het _ vallen ze er weer af. = najaar In de maanden september en oktober is het vaak nog goed weer, maar november zet definitief een punt achter het _ en dan komt de winter. = najaar De _ van een normale bioscoopfilm is anderhalf uur. = duur Zijn geluk was van korte __ . Een maand na zijn huwelijk stierf zijn vrouw. = duur Wij laten de zieke nooit alleen. Er is _ iemand bij hem aanwezig. = voortdurend; altijd; onophoudelijk In het café zat een man __ naar haar te kijken. Hij keek geen ogenblik van haar weg. = voortdurend; altijd; onophoudelijk Kom je vaak in New York? - Nee, ik ben er nog maar _ geweest. Maar ik ga er volgend jaar voor de tweede keer naartoe. = eenmaal; één keer We leven maar _ , we moeten er dus eIke dag honderd procent van genieten. = eenmaal; één keer Ze gaan nog maar _ naar de kerk. Niet eens een keer per jaar. = zelden; sporadisch; weinig We zien onze vroegere medestudenten nog maar _ . lederen heeft zijn of haar werk, gezin en vrienden en het komt er niet meer van eIkaar op te zoeken. = zelden; sporadisch; weinig Hij houdt van muziek en gaat _ naar concerten, minstens een keer per maand. = geregeld; regelmatig; vaak; dikwijls Hij komt _ te laat op zijn werk. Een slechte gewoonte van hem. = geregeld; regelmatig; vaak; dikwijls Ja, ik ga vrij _ naar Nederland. Minstens een keer per maand. = geregeld; regelmatig; vaak; dikwijls We zijn al _ naar Amsterdam geweest, misschien al twintig keer. = dikwijls; vaak Ga je _ op bezoek bij je ouders? - Nee, hoogstens een keer per maand. We wonen ver van eIkaar. = dikwijls; vaak Kunt u even _ wat u gezegd hebt? Ik heb u niet goed verstaan. = herhalen Zijn eerste verzoek om een gesprek te hebben met de minister werd geweigerd. Nu heeft hij dat verzoek _ en hij hoopt deze keer wel ontvangen te worden. = herhaald Na een maand in de ruimte hadden de astronauten nog moeite met de _ dingen zoals eten, drinken en slapen. = dagelijkse De winkel is _ open, behalve 's zondags. = dagelijks Na Paul en Piel was het mijn _ om een verhaal te vertellen. = beurt We moeten nog even wachten, we zijn nog niet aan de _ . = beurt We hebben er een _ van gemaakt om zo vaak mogelijk te gaan zwemmen. = gewoonte Ik heb de _ 's avonds voor ik ga slapen nog even een wandelingetje te maken. = gewoonte Zij kwam eIke dag naar het congres en _ droeg ze een andere jurk. = teIkens; eIke keer _ als die speler de bal krijgt, is er gevaar voor een doelpunt. = TeIkens; EIke keer Ben je daar _? Dit is al de vijfde keer vandaag. = alweer; opnieuw; nogmaals Moet ik nu _ naar de winkel? Ik ben vanmorgen al geweest, en gisteren trouwens ook. = alweer; opnieuw; nog eens; nogmaals Ik heb je niet goed begrepen. Wil je me _ uitleggen wat er precies aan de hand is? = nogmaals; opnieuw; nog eens Het werk van deze professor werd na zijn dood door zijn assistenten _ . = voortgezet We pauzeren hier een half uur, dan _ we de tocht _ . = zetten ... voort Ondanks de crisis willen de mensen hun hoge levensstandaard _ . = handhaven; behouden; bewaren; verdedigen Een van de taken van de politie is het _ van de openbare orde. = handhaven; behouden; bewaren; verdedigen _ maakt hij nog geen deel uit van het bestuur, maar dat komt nog wel. = Voorlopig; Voor het ogenblik Dit adres is slechts _ . Over enkele maanden moet ik alweer verhuizen. = voorlopig _ hij de baas is, zal er niet veel veranderen. = Zolang _ ik leef, zal ik van je blijven houden. = Zolang We hebben al de hete week spaghetti gegeten. Voor de _ eten we vandaag rijst. = verandering Conservatieven willen dat alles hetzelfde blijft. Progressieven houden van _ . = verandering Hij kon zich moeilijk aan zijn nieuwe omgeving _ . = aanpassen Een goede leraar kan zich _ aan het niveau van de leerlingen. = aanpassen Aan het eind van de zomer vind ik het erg weer te moeten _ aan grijs, koud, nat, vervelend Belgisch weer. = wennen; gewoon raken; gewennen Oude mensen verhuizen niet graag, ze kunnen moeilijk _ aan een nieuwe woning. = wennen; gewennen Wie _ de zieke Mevrouw Devriendt morgen aan de kassa? = vervangt Hij speelde slecht en werd na tien minuten door een andere speler _ . = vervangen Het is goed dat kinderen veel zwemmen, zo _ ze borst en schouders. = ontwikkelen Vele landen in de derde wereld hebben het moeilijk om hun economie behoorlijk te __ . = ontwikkelen De puberteit is een fase in de _ van een kind tot jongeman of jonge vrouw. = ontwikkeling Zwemmen is goed voor de _ van de borst en de schouders. = ontwikkeling Als we over arme landen spreken, gebruiken me vaak de term _slanden. = ontwikkeling Het oude huis werd na de brand volledig opnieuw _ . = opgebouwd Afbreken is gemakkelijk, maar _ is moeilijk. = opbouwen De lucht veranderde _ van kleur, niet plotseling. = geleidelijk; langzaam; langzamerhand; stilaan; trapsgewijs Een _ verandering van dieet zal gemakkelijker zijn dan een plotselinge. = geleidelijke; langzame Hij wordt _ te oud voor dat zware werk. = langzamerhand; geleidelijk; langzaam; stilaan Omdat hij te laat was opgestaan, heeft hij heel _ moeten ontbijten. = haastig; vlug; gehaast; overhaast Voor het begin van het feest liep iedereen _ heen en weer om alles in orde te krijgen. = haastig; vlug; gehaast; overhaast Hij heeft het weer druk en dan vergeet hij in zijn _ altijd zijn auto op slot te doen. = haast Neem rustig je tijd, ik heb geen _ . = haast Vooruit, kinderen, _ een beetje _ . Straks zijn we weer te laat. = schiet ... op Het werk _ niet _ . het duurt te lang en ik verlies mijn motivatie. = schiet ... op; gaat ... vooruit Ik droomde zo mooi en _ ging de telefoon. Was me dat schrikken! = opeens; plotseling; onverwacht _ begon ze te huilen. Ik weet niet waarom. = opeens; plotseling; onverwacht Er stond een massa voIk voor de ingang te _ . lederen wilde de eerste zijn. = dringen; duwen Als er veel voIk in de bus zit, wordt er altijd erg _ bij het in- en uitstappen. = gedrongen; geduwd Wie is die man die daarnet het Museum voor Schone Kunsten _? = inging; binnenging; binnenwandelde; binnenliep Churchill is de geschiedenis _ als een van de grootste staatslieden van zijn tijd. = ingegaan Heb je nog iets van hem gehoord _ hij naar Amerika vertrokken is? = sedert; sinds Hij is dikker geworden _ hij met roken gestopt is. = sedert; sinds Het is _ het station tien minuten lopen naar de bank. = vanaf: vanuit De cursus wordt _ maandag gegeven en eindigt over zes maanden. = vanaf De vrouwen maakten een grote wandeling in het bos. _ hadden de mannen het eten klaargemaakt. = Inmiddels; intussen Ik ga vlug een e-mail schrijven. Kun jij _ de kinderen een bad geven? = intussen; inmiddels _ ik nieuws heb, laat ik iets van me horen. = Zodra; Eens Ik moet je dringend spreken. Kom _ je klaar bent met je werk. = zodra; eens Hier _ de weg, je kunt niet meer verder rijden. = eindigt Het woord "paard" _ op een "d". = eindigt Nog een halve kilometer lopen en je bent er. De moed niet _! = opgeven Ik heb vorig jaar het roken _ . Ik voel me nu veel beter. = opgegeven Ze hebben het huis toch maar niet gekocht. Dat was een verstandig _ , want de prijs was te hoog voor zo'n oude woning. = besluit Hij kan maar geen _ nemen over zijn verdere studie. het is al 15 augustus, hij zal zich moeten haasten. = besluit; beslissing Na lang vragen gaf hij _ een positief antwoord: hij zou dan toch komen. = uiteindelijk; tenslotte Ik ben zeker drie keer bij hem langs geweest. _ heb ik een briefje in de bus gestopt. = Uiteindelijk; Tenslotte Ik kon me niet meer concentreren omdat ik te moe was. Maar het werk moest klaar zijn. Ik heb _ mijn collega gebeld en gevraagd of we het niet samen konden doen. = tenslotte; uiteindelijk We moeten een _ oplossing vinden, ik hou niet van voorlopige toestanden. = definitieve; onherroepelijke Het is nu __ dat Verbeeck directeur wordt. Op die beslissing wordt niet meer teruggekomen. = definitief; voorgoed; onherroepelijk _ was er niets. Toen schiep God de wereld, zegt de bijbel. = Aanvankelijk; Eerst; In het begin Hij heeft zijn _ plan sterk moeten aanpassen. = aanvankelijk In de _ tekst stand iets anders. Dit kan ik niet geschreven hebben. Ze hebben mijn woorden veranderd. = oorspronkelijke; originele Hij heeft niet erg veel _ ideeën, maar hij voert die van anderen goed uit, wat ook al veel waard is. = oorspronkelijke; originele Dat is _ week gebeurd, niet deze week. = verleden; vorige Zijn vorige baas is _ jaar gestorven. Hij is al een jaar dood. = verleden; vorig De geschiedenis behandelt de feiten uit _ . = het verleden Oude mensen leven vaak in _ , jonge mensen kijken naar de toekomst. = het verleden Het duurt nog wel even _ de soep klaar is. = eer; voor; vooraleer; voordat Vader heeft net gebeld. Hij is nog op kantoor. het duurt nog wel een half uur _ hij thuis is. = eer; voor; vooraleer; voordat Dat was hier _ een fabriek. Nu staan er flatgebouwen. = vroeger; voorheen De EU heette __ EG. = vroeger; voorheen We hebben het feest weken van __ voorbereid. = tevoren Je kunt het beste een dag van _ reserveren. 's Zaterdags is het nogal druk in dat restaurant. = tevoren Ik ben _ nog in uw straat geweest, een week of twee geleden, maar ik had geen tijd om binnen te komen. = onlangs; recent; kortgeleden; laatst; recentelijk Hij is _ overleden. Een maand of zo geleden. Wist je dat niet? = onlangs; recent; kortgeleden; laatst; recentelijk _ heb ik veel romans gelezen. Maar nu lees ik al jaren geen literatuur meer. = Indertijd; Vroeger _ kon je hier zien zover het oog reikt, maar nu heeft men alles volgebouwd. = Indertijd; Vroeger In mijn jeugd was het circus nog erg populair, maar _ is dat veel minder zo. = thans; nu Vroeger waren er hier veel bossen, maar _ zijn ze allemaal verdwenen. = thans; nu Vind jij de _ economische toestand beter dan die van enkele jaren geleden? = huidige; actuele; tegenwoordige Wie is de _ eerste minister van India? - Ik weet het niet, ik volg de buitenlandse politiek niet. = huidige; actuele; tegenwoordige _ de vakantie doet hij eIke dag aan sport. = Gedurende; Tijdens _ de oorlog leden veel mensen hanger. = Gedurende; Tijdens Zij is _ voorzitter van de plaatselijke club en nationale secretaris. = tegelijk; tegelijkertijd Je moet niet allemaal _ spreken. Ik kan niemand verstaan. = tegelijk; tegelijkertijd; gelijktijdig Zelfs voor een klein hondje gaat ze onmiddellijk op de _ , zo bang is ze voor dieren. = loop Ik zou eens willen langskomen in de _ van de week. Past woensdag jou? = loop Tegenover het «verleden» staat de «_». = toekomst Je zal er in de _ voor moeten zorgen dat je op tijd klaar bent met je werk. = toekomst Zo gauw ik aankom, schrijf ik een briefje. Je mag echt _ bericht verwachten. = spoedig; binnenkort; gauw; weldra Met deze snelle laserprinter zal het werk _ klaar zijn. = spoedig; binnenkort; gauw; weldra «Kom _ naar huis, je moeder ligt op sterven», stond in het telegram. = dadelijk; onmiddellijk; meteen Hij begon _ te werken, want hij wou geen tijd verliezen. = dadelijk; onmiddellijk; spoedig; vlug; snel; gauw; meteen Voorlopig doe ik niets. Ik _ tot er iets gebeurt. = wacht af Ze _ het goede ogenblik _ en toen kwam ze in actie. = wachtte ... af Toen ze vroeg of hij meekwam, _ hij even, maar zei toch «ja». = aarzelde; twijfelde Hij sprong onmiddellijk het water in, zonder te _ . = aarzelen; twijfelen We hebben enkele dagen in Rome _ en daarna zijn we verder gereden naar het zuiden. = doorgebracht We zullen de nacht __ in een hotel. = doorbrengen _ de minister de vergadering had gesloten, kwamen de journalisten een interview afnemen. = Nadat _ ik gegeten heb, wil ik wat rusten. = Nadat Eerst gaan we het Louvre bezoeken, _ gaan we naar het Musee d'Orsay, en tenslotte bezoeken we nog het Centre Pompidou. = vervolgens; daarna; dan Ik moet _ naar huis, ze zitten al op me te wachten. = dringend; onmiddellijk; dadelijk; gauw; spoedig; meteen Ze moest nog een _ zaak regelen. Daarom is ze tot acht uur op kantoor gebleven. = dringende Ik heb _ zondag buikpijn, dokter. Dat duurt nu al vier dagen. = sedert; sinds Hij durft niet meer autorijden _ dat ongeval. = sedert; sinds _ hij getrouwd is, hebben we hem niet meer gezien. = sinds; sedert Arbeiders die lang in een textielfabriek gewerkt hebben, zijn zich niet meer bewust van het lawaai van de machines. Ze zijn eraan _ . gewend; gewoon En, zijn jullie al een beetje _ aan het nieuwe huis? = gewend; gewoon Ga jij maar binnen. Ik blijf _ wel buiten wachten. = zolang; intussen Het eten is bijna klaar. Speel _ nog wat in de tuin. = zolang; intussen
Ingezonden op 28-01-2014 - 1020x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
29-03-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!