Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Umizoomi's lijsten
› 14 Toetsweek 2; Latijn
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Umizoomi's lijsten
14 Toetsweek 2; Latijn
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
consulere = raadplegen signum = teken mons, -ntes = berg considere = gaan zitten, pf consedi avis, aves = vogel qui /quae / quod = betr vnmw of vragend vnmw facere pf = maken, doen, pf feci colere pf = vereren, verzorgen, pf colui cum vw = wanneer, toen an = of ostendere pf = (ver)tonen, pf ostendi pugna = strijd cadere pf = vallen, dood neervallen, pf cecidi alius = ander quondam = eens novus = nieuw altus = 1 hoog 2 diep labor, -ores = werk, inspanning, moeite domum = naar huis cena = maaltijd miser = ongelukkig legatus = gezant celare = verbergen fingere pf = vormen, verzinnen, pf finxi Romanus = 1. Romein 2. Romeins iuvenis, -es = jongeman vulnerare = verwonden homo, homines = mens, man mortuus = gestorven populus = volk vulnus, vulnera = wond inquit = hij zegt, hij zei noscere pf = leren kennen, pf novi – kennen, weten bonus = goed opes = 1 rijkdom 2 macht considere pf = gaan zitten, pf consedi putare = denken, menen nondum = nog niet serva = slavin senator, ores = senator ius, iura = het recht iure = terecht vis = geweld, kracht salutare = begroeten miles, milites = soldaat hic / haec / hoc = deze, dit si = als pugnare = strijden ops, acc opem = hulp timēre pf = vrezen, pf timui addere = toevoegen, pf addidi nisi = als niet tuus = jouw nudus = naakt deprehendere pf = betrappen, grijpen, pf deprehendi interficere pf = doden, pf interfeci se dedere = zich overgeven tantus = zo groot vincere pf = overwinnen pf vici victor, -ores = overwinnaar victoria = overwinning alienus = vreemd, andermans violare = schenden, verkrachten iste / ista / istud = die, dat animus = 1 hart 2 geest abesse pf = afwezig zijn pf affui affirmare = met klem beweren, verzekeren ille / illa / illud = die, dat; hij, zij het exemplum = voorbeeld cor, corda = hart -que = en sanguis, -guinem = bloed scelestus = misdadig, schurkachtig tradere pf = 1 overhandigen 2 overleveren pf tradidi
Ingezonden op 29-01-2014 - 1150x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!