Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

H3c lijsten

4 taalschat blok 4 5 en 6 taalschat

Jaar 3 (havo)

arrogante = verwaande, hooghartige
contraproductief = tegenovergesteld
claustrofobie = angst als men zich in gesloten ruimte bevindt, engtevrees
in diskediet brengen = een slechte naam bezorgen
nucleaire = waar met kernenergie wordt gewerkt
optimaal = zo gunstig mogelijk
potentiële = mogelijke
sociologisch onderzoek = onderzoek van de menselijke samenleving met alle verschijnselen daarbinnen
subtiel = heel klein
xenofoob = vreemdelingenhater
actualiseren = moderniseren, eigentijds maken
analyseren = ontleden om inzicht te krijgen
individualiseren = een persoonlijk karakter geven of hebben
isoleren = afzonderen
nasynchroniseren = de gesproken taal van een film opnieuw opnemen in een andere taal
oxideren = verbinden met zuurstof
profeteren = voorspellen
prolongeren = de duur verlengen
traumatiseren = ernstig geestelijk geschrokken
adequaat = geschikte; passende
electoraal = betreffend op een verkiezing
escort = betaalde begeleider
frustratie = gesteldheid van teleurstelling
marchanderen = onderhandelen door loven en bieden
militant = strijdlustig
magnaat = rijk en invloedrijk persoon
notabele = aanzienlijk
narcistisch = sterke eigenliefde
paraferen = het goedkeuren van iets door middel van ondertekenen
passe-partout = kaart die je voor meerdere gelegenheden kan gebruiken
orthodontist = gebit/kaak regulier
penitentiaire inrichting = gevangenis
utopist = na jager van droombeelden
vignet = versierd prentje in een geschrift; stikker
explosief = zeer snelle
prototype = iemand die alle kenmerken bezit
zielenheil = geluk van de onsterfelijke ziel
diversiteit = verscheidenheid, variatie
intrinsiek = echte
nihil = niets
impuls = prikkel, oppepper
koesteren = vertroetelen
neurose = zenuwziekte
juk = druk, dwang
exploratie = verkenning
sociale status = maatschappelijk aanzien
paradoxaal = schijnbaar tegenstrijdig
franchisenemer = detailhandelaar die het recht heeft om de naam en het systeem van een groter bedrijf te gebruiken
hart voor iets hebben = liefde, toewijding voor iets hebben
het hart niet hebben om ... = het niet durven
een hart van steen hebben = zeer ongevoelig zijn
(maar) een klein hartje hebben = ondanks grote mond of ruw uiterlijk snel geroerd, bewogen zijn 
een groot hart hebben = trots zijn
een gebroken hart hebben = liefdesverdriet hebben
iemand een hart onder de riem steken = iemand moed inspreken
iemand een goed (kwaad) hart toedragen = goed (slecht) jegens hem gezind zijn
het hart draait mij om in mijn lijf = ik walg vreselijk
waar het hart hart van vol is, loopt de mond van over = als je ergens enthousiast over bent, praat je er veel over
het hart klopte hem in de keel = hij zat erg in spanning
hij heeft het hart op de tong (de lippen) = hij zegt ronduit wat hij denkt en voelt 
dat gaat mij aan het hart = dat doet mij verdriet 
in hart en nieren = door en door
met hart en ziel = liefde, toewijding voor iets hebben
iemand iets op het hart binden = iemand iets met grote nadruk aanraden
iets op het hart drukken = iets willen zeggen
iets niet over het hart kunnen verkrijgen = het onmogelijk kunnen doen door gevoelsbezwaren
de hand over het hart strijken = iets vergeven
uit het oog, uit het hart = wie afwezig is, wordt vergeten
dat is mij uit het hart gegrepen = dat is precies wat ik vind, voel
zijn hart vasthouden = erg bezorgd zijn
zijn hart ophalen aan iets = er erg van genieten

Ingezonden op 06-02-2014 - 1395x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

klaar

Vakken

H3c lijsten

4 taalschat blok 4 5 en 6 taalschat