Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Wat & Hoe Fins
› 1 L-N
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Wat & Hoe Fins
, deel L-N
1 L-N
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
lääkäri = dokter lääke = medicijn laakso = dal, vallei laastari = pleister laatikko = doos laatu = kwaliteit lähellä = dichtbij lähettää = versturen lähettää edelleen = doorsturen lähettää sähköpostia = mailen lähettää tekstiviesti = sms'en lähin = dichtstbijzijnde lahja = cadeau lähteä = gaan, vertrekken lähtö = vertrek laiha = mager lainata = lenen laittaa ruokaa = koken laiva = boot laji = soort lakana = laken lakanat = linnengoed lakko = staking lämmin = warm lämmitys = verwarming lampaanliha = lamsvlees lämpötila = temperatuur lamppu = lamp lanka = draad(je) länsi = westen lapsenlapsi = kleinkind lapsenvahti = oppas lapsi = kind lasi = glas lasketella = skiën laskeutua = landen lasku = rekening laskuvesi = eb läsna oleva = aanwezig lasten- = kinder- latu = langlaufloipe laturi = acculader lause = zin (woorden) lausua = uitspreken lautanen = etensbord lautasliina = servet lautta = veerboot lehtiö = blocnote leikata = knippen, snijden, opereren leikkeleitä = vleeswaren leikki = spelletje leikkiä = spelen (met speelgoed) leikkikaluja = speelgoed leikkikenttä = speeltuin leipä = brood leivos = gebakje leninki = jurk lentää = vliegen {werkwoord} lentokentä = vliegveld leski = weduwe leskimies = weduwnaar lettu = pannenkoek leuka = kin leukaperät = kaak levätä = uitrusten liemi = bouillon liftata = liften liha = vlees lihas = spier liikenne = verkeer liima = lijm likainen = smerig limonaati = limonade linja = lijn linja-autoasema = busstation linkkuveitsi = zakmes lintua = gevogelte lippu = toegangskaartje litra = liter loma = vakantie lomake = formulier lompakko = portefeuille lonkka = heup lopettaa = stoppen lounas = lunch löytää = vinden luistella = schaatsen lukea = lezen lumi = sneeuw lumilautailla = snowboarden luona = bij luonto = natuur lusikka = lepel luu = bot luuku = loket luumu = pruim lyhyt takki = jasje lyijykynä = potlood maa = aarde; grond maalaus = schilderij maata = liggen maha = maag mahdollinen = mogelijk mahdoton = onmogelijk mainio = prachtig maistaa = proeven maito = melk maja = hut majoitus = onderdak makea = zoet makeisia = snoepgoed makkara = worst maksa = lever maksaa = betalen; afrekenen maksaa kortilla = pinnen maksu = bedrag mandariini = mandarijn mansikoita = aardbeien märkä = nat matala = laag, ondiep matka = reis matkapuhelin = mobieltje matkustaa = reizen maustaa = kruiden mausteita = kruiden mauton = flauw (eten) meduusa = kwal mehiläinen = bij mehu = sap mekko = jurk meloa kanootilla = kanoën meloni = meloen melu = lawaai menetys = verlies mennä ulos = uitgaan mennä takaisin = teruggaan menolippu = enkele reis menomatka = heenreis meno-paluulippu = retour menyy = menukaart meri = zee merkitä = betekenen metalli = metaal metri = meter metro = metro mielellään = graag mies = man migreeni = migraine mikä? = welk?; welke? mikro = magnetron miksi? = waarom? milloin? = wanneer? minuutti = minuut missä? = waar? mitä? = wat? moderni taide = moderne kunst mökki = vakantiehuisje molemmat = allebei monta = veel mukava = aardig multa = aarde (grond) mummo = oma muna = ei munakas = omelet muoti = mode muovi = plastic muovikassi = plastic tasje murtua = breken museo = museum musiikki = muziek muslimi = moslim musta = zwart muuttaa = wijzigen myöhään = laat myrkky = gif myrsky = storm myyjä = verkoopster naapurit = buren nahka = leer {zelfstandig naamwoord} nähtävyys = bezienswaardigheid naimaton = ongetrouwd naimisi[br]ssa = getrouwd nainen = vrouw näkemiin = tot ziens nänni = tepel napa = navel nappi = knoop (aan jas) nappula = knop(je) naudanliha = rundvlees naula = spijker nauraa = lachen nauttia = genieten näytelmä = toneelstuk näyttää = aanwijzen; wijzen näyttely = tentoonstelling nelikulmainen = vierhoekig neliömetri = vierkante meter neljännes = kwart neljännestunti = kwartier nenä = neus netti = internet neuvo = advies neuvonta = informatiebalie niska = nek noin = ongeveer nopea = snel nopeasti = vlug normaali = normaal nuha = verkoudheid nuhakuume = griep nukke = pop nukkua = slapen numero = nummer nuotio = kampvuur nykytaide = moderne kunst
Ingezonden op 06-02-2014 - 794x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!