Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
duits mc
› 4 rm M
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
duits mc
, deel A
4 rm M
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wo hast du Schmerzen? = Waar heb je pijn? Mein Handgelenk tut weh. = Mijn pols doet pijn. Hast du keine Kopfschmerzen? = Heb je geen hoofdpijn? Nein, überhaupt nicht. = Nee, helemaal niet. Kannst du den Arm bewegen? = Kun je je arm bewegen? Das klappt eigentlich prima. = Dat gaat eigenlijk prima. Dann hast du nur eine Prellung. = Dan is het alleen een kneuzing. Zum Glück! = Gelukkig! Wie heißen Sie? = Hoe heet u? Ich bin Carolien Meuters. = Ik ben Carolien Meuters. Was ist passiert? = Wat is er gebeurd? Ich weiß es nicht mehr genau. = Ik weet het niet meer precies. Welche Beschwerden haben Sie? = Wat voor klachten heeft u? Mir ist übel und schwindlig. = Ik ben misselijk en duizelig. Frau Meuters, Sie hatten einen Motorradunfall. = Mevrouw Meuters, u had een motorongeluk. Ja, jetzt erinnere ich mich wieder. = Ja, nu herinner ik het me weer. Haben Sie die Versichertenkarte dabei? = Heeft u uw ziekenfondspasje mee? Ja, es ist aber eine niederländische. = Ja, maar het is een Nederlandse. Sind Sie zum ersten Mal in dieser Klinik? = Bent u voor het eerst in dit ziekenhuis? Ja, wir sind hier in Urlaub. = Ja, we zijn hier op vakantie. Dann füllen Sie bitte dieses Formular im Wartezimmer aus. = Vult u dan alstublieft dit formulier in de wachtkamer in. Vielen Dank. Ich bringe es Ihnen gleich wieder. = Dank u wel. Ik breng het zo meteen terug. Ich schreibe dir ein Rezept aus. Hast du eine Allergie? = Ik schrijf je een recept voor. Ben je ergens allergisch voor? Ich bin allergisch gegen Antibiotika. = Ik ben allergisch voor antibiotica. Dann verschreibe ich dir einen Hustensaft und Lutschtabletten. = Dan schrijf ik je een hoestdrank voor, en zuigtabletten. Welche Apotheke hat Notdienst? = Welke apotheek heeft nooddienst? Danke. Wiedersehen! = Bedankt. Tot ziens. Notruf 112, was kann ich für Sie tun? = Alarmnummer 112, wat kan ik voor u doen? Einen Rettungswagen bitte, schnell. = Een ambulance alstublieft, vlug! Wie ist Ihr Name? = Hoe is uw naam? Was ist passiert? = Wat is er gebeurd? Ein Unfall. Ein Auto und ein Fahrrad. = Eeen ongeluk. Een auto en een fiets. Wo ist es passiert? = Waar is het gebeurd? In der Hochstraße in Potsdam. = In de Hochstraße in Potsdam. Wie viel Verletzte gibt es? = Hoeveel gewonden zijn er? Ich glaube drei. = Drie, geloof ik. Ich schicke einen Rettungswagen und einen Notarzt. = Ik stuur een ambulance en een noodarts. Beeilen Sie sich! = Maak haast, alstublieft!
Ingezonden op 09-02-2014 - 1152x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!