Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Umizoomi's lijsten
› 3 nagH5UEÇ
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Umizoomi's lijsten
3 nagH5UEÇ
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Kommst du? Das Frühstück ist fertig! = Kom je? Het ontbijt is klaar! Ich habe keinen Hunger. = Ik heb geen trek. Ihr frühstückt ein bisschen zu früh. = Jullie ontbijten een beetje te vroeg. Dann nimm einfach etwas zu trinken! = Dan neem je gewoon iets te drinken! Gut, ich nehme ein Glas Orangensaft. = Goed, ik neem een glas sinaasappelsap. Orangensaft für dich! Trinkst du auch noch eine kalte Milch? = Sinaasappelsap voor jou. Drink je ook nog een glas koude melk? Nein, danke. Ich nehme aber einen Apfel. = Nee, bedankt. Ik neem wel een appel. Was isst du zu Mittag? = Wat eet jij tussen de middag? Ich esse ein Brötchen mit Erdbeermarmelade. = Ik eet een broodje met aardbeienjam. Bist du dann schon satt? = Heb je dan al genoeg? Nein. Ich esse auch noch zwei Brote mit Butter und Käse. = Nee. Ik eet ook nog twee boterhammen met boter en kaas. Gibt es in deiner Schule kein warmes Mittagessen? = Is er bij jou op school geen warm middageten? Doch, aber das schmeckt nicht so gut. Ich esse lieber zu Hause. Meine Mutter kocht viel besser. = Jawel, maar dat smaakt niet zo goed. Ik eet liever thuis. Mijn moeder kookt veel beter. Ich habe Lust auf Schokolade. = Ik heb zin in chocolade. Ich lade dich ein. Gehen wir zum Italiener? = Ik nodig je uit. Zullen we naar de Italiaan gaan? Ja, der hat Kuchen und Eis. Ich liebe alles, was süß ist. = Ja, die heeft gebak en ijs. Ik houd van alles wat zoet is. Der Ober findet mich nett. Er schneidet uns bestimmt ein extra großes Stück Kuchen ab. = De ober vindt mij aardig. Hij snijdt vast een extra groot stuk gebak voor ons af. Was gibt es zum Abendessen? = Wat eten we vanavond? Ich mache eine Suppe. = Ik maak soep. Bist du noch nicht im Supermarkt gewesen? = Ben je nog niet in de supermarkt geweest? Nein, es hat den ganzen Tag geregnet. = Nee, het heeft de hele dag geregend. Dann gehe ich lieber bei Janik essen. Die essen Hamburger. Seine Mutter rechnet schon damit. = Dan ga ik liever bij Janik eten. Zij eten hamburgers. Zijn moeder rekent er al op. Wie du willst. Wenn seine Mutter das gut findet. = Zoals je wilt. Als zijn moeder dat goed vindt. Wir haben kein Obst mehr. = We hebben geen fruit meer. Die Geschäfte in der Zwickauer Straße sind schon geöffnet. = De winkels in de Zwickauer Straße zijn al open. Gibt es da einen Gemüseladen? = Is daar een groentewinkel? Ja, Im Paradies hat Obst und Gemüse. = Ja, Im Paradies heeft fruit en groente.
Ingezonden op 18-02-2014 - 1124x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!