Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Reader Français TV1 + TV2
› 1 a. Naar
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Reader Français TV1 + TV2
1 a. Naar
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Naar Parijs vertrekken = Partir pour Paris Naar Frankrijk vertrekken = Partir pour la France Op weg zijn naar.. = Etre en route pour... De trein naar België = Le train de Belgique De trein naar Parijs nemen = Prendre le train de Paris; Prendre le train en direction de Paris In Parijs de trein nemen = Prendre le train à Paris De trein uit Parijs komt binnen op spoor 4 = Le train de Paris entrera sur la voie 4 Zijn reis naar Parijs voortzetten = Continuer son voyage pour Paris Zich begeven naar... = Se diriger vers...;se rendre à... Het vliegtuig vliegt naar het zuiden = L'avion se dirige vers le sud Naar zijn werk gaan = Aller au travail; se rendre à son travail Naar zijn werk fietsen, rijden = Aller à son travail à bicyclette, en voiture; Prendre le vélo, la voiture pour aller à son travail Naar Parijs gaan = Aller à Paris Naar Frankrijk gaan = Aller en France Naar Zuid-Frankrijk gaan = Aller dans le Midi Naar iemand(s huis) toe gaan = Aller chez qn; se rendre chez qn naar zijn kamer gaan = monter dans sa chambre naar alle waarschijnlijkheid = selon tout apparance naar omstandigheden = etant donné les circonstances, vu son état naar zijn gewoonte = suivant son habitude te oordelen naar de cijfers = à en juger d'après les chiffres naar ik meen = à ce que je crois naar ik hoor = à ce que j'apprends naar men zegt = à ce qu'on dit naar keuze = au choix naar knoflook ruiken = sentir l'ail naar kaneel smaken = avoir un goût de canelle naar iemand/iets luisteren = ecouter qn/qc naar iemand/iets kijken = regarder qn/qc naar het bord kijken = regarder au tableau naar een betrekking solliciteren = postuler une place; présenter sa candidature à un poste naar iemand vragen (of hij er is) = demander qn naar iets informeren = s'informer de qc; se renseigner sur qc naar iets zoeken = chercher qc naar de macht grijpen = prendre le pouvoir
Ingezonden op 19-02-2014 - 1313x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!