Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

3G Repetitie's en So's

0 Frans SO alle woordjes en zinnen

Jaar 3 (havo/vwo)

le collège = de onderbouw
le lycée = de bovenbouw
le bac = het eindexamen
les études = de studie
le test d'orientation = de beroepentest
la filière = het profiel
choisir = kiezen
la matière = het schoolvak
I'allemand = Duits
la géographie = aardrijkskunde
l'histoire = geschiedenis
les maths = wiskunde
les sciences physiques = natuurkunde
la chimie = scheikunde
l'avenir = de toekomst
le métier = het beroep
le médecin = de arts
le conseiller d'orientation = de decaan
la femme d'affaires = de zakenvrouw
la réunion = de vergadering
recontrer = ontmoeten
croire = geloven, menen
retourner = terugkeren
avoir peur de = bang zijn voor
à cause de = vanwege
impossible = onmogelijk
ensuite = vervolgens
au lieu de = in plaats van 
la vie scolaire = het schoolleven
le cours = de les
le cartable = de schooltas
le cahier = het schrift
la trousse = het etui
l'ordinateur portable = de laptop
la pause déjeuner = de lunchpauze
le cauchemar = de nachtmerrie
le nombre = het aantal
mais = maar
en direct = live
à l'aide de = met behulp van
avoir besoin de = nodig hebben
calculer = uitrekenen
bavarder = kletsen
prévenir = waarschuwen
télécharger = downloaden
apprendre = leren
en ligne = online
au bout de = na
absent(e) = afwezig
l'avantage = het voordeel
la possibilité = de mogelijkheid
l'aide = de hulp
la boisson = het drankje
suivre = volgen
certainement = zeker
heureusement = gelukkig maar
Quelle est ta matière préférée? = Wat is jouw lievelingsvak?
C'est l'économie. J'aime les statistiques. = Dat is economie. Ik houd van statistieken.
Qu'est-ce que tu n'aimes pas à l'école? = Wat vind je niet leuk op school?
La biologie à cause des expériences = Biologie, vanwege de proefjes.
Tu as eu quelle note pour ta dernière interro? = Wat voor cijfer had je voor je laatste toets?
J'ai eu 5 sur 20. = Ik had een 2,5.
Tu es forte en quoi? = Waar ben je goed in?
Je suis forte en maths. = Ik ben goed in wiskunde.
Tu as combien de moyenne en maths? = Wat sta je gemiddeld voor wiskunde?
J'ai 14/20 de moyenne. = Ik sta een 7 gemiddeld.
Tu as beaucoup de devoirs? = Heb je veel huiswerk?
Oui, je travaille deux heures par jour. = Ja, ik werk twee uur per dag.
quel = quel mannelijk ev
quels = quel makkelijk mv
quelle = quel vrouwelijk ev
quelles = quel vrouwelijk mv
facile = gemakkelijk
difficile = moeilijk
nul, nulle = zeer slecht, waardeloos
casse-pieds = saai
sévère = streng
expliquer = uitleggen
rêver = dromen
l'infirmière = de verpleegster
le/la vétérinaire = de dierenarts
le peintre = de kunstschilder
la journée portes ouvertes = de open dag
le jeu de piste = de speurtocht
le drapeau = de vlag
en plus = bovendien
compter = tellen
douter = twijfelen
imaginer = voorstellen
mesurer = meten
décider = besluiten
confirmer = bevestigen
faire des études = studeren
faire partie de = deel uitmaken van
prudent(e) = voorzichtig
fiable = betrouwbaar
cependant = echter
ne ... pas du tout = helemaal niet
tellement = zo
par contre = daarentegen
le doigt = de vinger
la monnaie = de valuta
le salaire = het salaris
le sang = het bloed
l'éducation = het onderwijs
dessiner = tekenen
plein de = veel
het eindexamen = le bac
de onderbouw = le collège
de bovenbouw = le lycée
het profiel	 = la filière
aardrijkskunde	= la géographie
geschiedenis = l’histoire 
wiskunde = les maths 
natuurkunde = les sciences physiques 
scheikunde = la chimie
Frans = le français
Engels = l’anglais m
Duits = l’allemand m
de les = le cours
de schooltas = le cartable
het schrift = le cahier
het etui = la trousse
de pen = le stylo
de potlood = le crayon
de gum = la gomme
de liniaal = la règle
de laptop = l’ordinateur portable 
de nachtmerrie = le cauchemar
het voordeel = l’avantage 
de mogelijkheid = la possibilité
schrijven = écrire
leren = apprendre
de toekomst = l’avenir m
de arts = le médecin
de decaan = le conseiller d’orientation
de zakenvrouw = la femme d’affaires
de journalist = le / la journaliste
de verpleegster = l’infirmière v
de dierenarts = le / la vétérinaire
gemakkelijk = facile
moeilijk = difficile
zeer slecht, waardeloos = nul, nulle
saai = casse-pieds
streng = sévère
voorzichtig = prudent(e)
afwezig = absent(e)
onmogelijk = impossible
daarentegen = par contre
zeker = certainement
bovendien = en plus
met behulp van = à l’aide de
besluiten = décider
uitleggen = expliquer
ontmoeten = rencontrer
dromen = rêver
terugkeren = retourner
kletsen = bavarder
downloaden = télécharger
bang zijn voor = avoir peur de
nodig hebben = avoir besoin de
waarschuwen = prévenir
vervolgens = ensuite
Ik wil graag het L-profiel kiezen. = Je voudrais choisir la filière L.
Omdat ik talen zoals Italiaans en Spaans wil leren. = Parce que je veux apprendre les langues comme l'espagnol et l'italien.
Het zal erg handig zijn als ik voetballer ben in Italië of in Spanje. = Ce sera très pratique quand je serai footballeur en Italie ou en Espagne.
Ik weet helemaal niet welk profiel ik ga kiezen. = Je ne sais pas du tout quelle filière je vais choisir.
Met dit profiel kan ik economie studeren. = Avec cette filière, je peux faire des études d'économie.
Om architect te worden, heb je een S-profiel nodig. = Pour devenir architecte, il faut faire une filière S.
Ik wil graag stewardess worden omdat ik van reizen houd. = Je voudrais devenir hôtesse d l'air parce que j'aime voyager.
Mijn passie is voetbal, dus ik wil profvoetballer worden. = Ma passion c'est le foot, donc je voudrais devenir footballeur professionnel.
Ik zal een goede verpleegster zijn. = Je serai une bonne infirmière. 
Ik vind dit beroep leuk omdat ik mensen wil verzorgen. = J'aime ce métier, parce que je veux soigner les gens.

Ingezonden op 03-03-2014 - 1788x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 06-03-2014.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Dit is alles wat je moet leren behalve bron G, bron G kun je op verbuga.eu leren.
Succes met leren,

Vakken

3G Repetitie's en So's

0 Frans SO alle woordjes en zinnen