Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Maatschappijleer Rouuu
› 3 begrippen-Parlementaire Democratie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Maatschappijleer Rouuu
3 begrippen-Parlementaire Democratie
Jaar 4
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ideologie = samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving machtsverdeling = verdeling van macht progressief = vooruitstrevend conservatief = behoudend reactionair = achteruitstekend links = gelijkwaardigheid, actief rechts = vrijheid, passief liberalisme = persoonlijke en economische vrijheid vrijemarkteconomie = economie waarmee de overheid zich niet bemoeit socialisme = gelijkheid solidariteit = gelijkheid communisten = socialisme met revolutie sociaaldemocraten = maatschappij verbeteren langs parlementaire weg confessionalisme = organische staatsopvatting organische staatsopvatting = alles afhankelijk van elkaar maatschappelijke middenveld = welzijnsinstellingen, schoolbesturen rentmeesterschap = mens heeft de taak goed voor de aarde te zorgen populisme = voor het volk, kwesties versimpelen, daadkrachtige oplossingen nationalisme = eigen land politieke partij = groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving one-issuepartijen = richten zich op 1 aspect van de samenleving protestpartijen = ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek integratiefunctie = opvattingen van mensen bundelen tot politiek programma informatiefunctie = verspreiden van informatie onder kiezers participatiefunctie = mensen interesseren actief deel te nemen aan de politiek selectiefunctie = lijsten van kandidaten opstellen grote 3 = CDA, PvdA, VVD zwevende kiezers = laten de keuze voor een partij afhangen van het moment en vooral ook van de persoonlijkheid van de partijleiders actief kiesrecht = het recht om te kiezen passief kiesrecht = het recht om gekozen te worden evenredige vertegenwoordiging = alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over de zetels kiesdeler = hoeveelheid stemmen die je nodig hebt om 1 zetel te krijgen kiesdrempel = partij moet minimumpercentage stemmen halen voor zetels lijsttrekker = bovenste persoon kandidatenlijst districtenstelsel/meerderheidsstelsel = land verdeeld in districten, 1 leider per district spindoctor = communicatiedeskundige die de partij en de lijsttrekker adviseert tv- en internetdemocratie = media bij verkiezingen strategisch stemmen = op een grote partij stemmen formatie = vormt het kabinet coalitie = combinatie van verschillende partijen die samenwerken op bestuurlijk niveau informateur = onderzoekt welke partijen een kabinet willen vormen regeerakkoord = hierin staan de afspraken gemaakt door het kabinet formateur = vormt het kabinet kabinet = ministers en staatssecretarissen troonrede = regeerakkoord bekendmaken miljoenennota = samenvatting rijksbegroting voorjaarsnota = regering legt verantwoording af over beleid in miljoenennota demissionair kabinet = oude ministers blijven werken tot nieuw kabinet regering = koning en ministers kabinet = ministers ministerraad = gezamenlijke vergadering van ministers premier/minister-president = voorzitter ministerraad minister zonder portefeuille = minister zonder eigen ministerie koning(in) = ondertekent wetten, leest troonrede voor, benoemt ministers, overleg met premier Tweede Kamer = 150 leden, wetten maken, regering controleren stemrecht bij wetsontwerpen = wetsvoorstellen aannemen of verwerpen recht van amendement = wetsvoorstellen wijzigen en daarna aannemen recht van initiatief = wetsvoorstellen indienen budgetrecht = begroting goedkeuren of veranderen recht van motie = uitspraken doen vragenrecht = vragen stellen recht van interpellatie = spoeddebat aanvragen recht van enquête = enquête houden Eerste Kamer = 75 leden, laatste controle Senaat = Eerste Kamer Koninklijk Besluit = benoeming burgemeester Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) = besluit van regering over specifieke regels binnen bestaande wet dualisme = duidelijke taakverdeling tussen regering en parlement trias politica = machtenscheiding poldermodel = economisch bestel over arbeidsvoorwaarden
Ingezonden op 05-03-2014 - 636x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!