Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
voorbereiding B1 Goethe examen
› 0 schrijfvaardigheid 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
voorbereiding B1 Goethe examen
, deel 1
0 schrijfvaardigheid 2
Jaar 3 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
We zouden kunnen ... =Wir könnten ... Wat vind je ervan, om =Wie wäre es, wenn Wat vind je ervan?=Was hälst du davon? Wat stel jij voor? =Was schlägst du vor? Ja/ nee, dat is een goed idee =Ja, nein, das ist eine gute Idee Ik weet het niet, ik zou liever= ich weiß niet, ich würde lieber Oké =In Ordnung Ik ben het ermee eens =Ich bin einverstanden Ik doe je een voorstel, dat je niet kunt afslaan= Ich mache dir einen Vorschlag, den du nicht ablehnen kannst afwijze, afslaan =ablehnen Het zou beter zijn als wij= Es wäre besser, wenn wir ... Ik geloof/vind, dat= Ich glaube/ meine, dass Ja, dat klopt =Ja, das stimmt Ik geloof net, dat dit klopt= Ich glaube nicht, dass das stimmt Dat geloof ik ook= Das glaube ich auch Daar heb je gelijk in= Da hast du recht in want= denn {vervoegde ww achter persoonlijk voornaamwoord} dan= denn daarna =dann/danach {vaak bij een volgorde} omdat =weil/da {vervoede ww einde van de zin} daar= da/dort {aanwijzendvoornaamwoord} en= und of= ob of (bij een keuze) =oder of...of =entweder...oder lidwoord =das dat =das {betrekkelijk voornaamwoord} dat =dass {voegwoord} naar= zu te =zu zo= so dus =also maar= aber niet dit, maar dat =nicht, aber niet, maar= nicht, sondern {bij een tegenstelling} alleen maar= nur toch= dennoch, doch jawel =doch desondanks= trotdem hoewel =obwol/obschon af en toe= ab und zu weleens waar dit, maar ... dat =zwar ..., aber voordat= bevor nadat =nachdem uitzondering =ausnahmsweise hoe, zoals, als (vergelijking)= wie als= als {het is echt waar} als =wie {niet waar} beneden= unten boven =oben onder =unter boven= über pas= erst nooit= nie(mals) soms =manchmal regelmatig= regelmäßig vaak= oft voordurend =ständig, dauend altijd= immer naar binnen gaan= in ook=auch als =wenn
Ingezonden op 06-03-2014 - 1266x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
als er fouten in zitten graag even melden
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!